Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestelyke brieven (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestelyke brieven
Afbeelding van Geestelyke brievenToon afbeelding van titelpagina van Geestelyke brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven
traktaat
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestelyke brieven

(1714)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 249]
[p. 249]

XCI. Brief.
Verheuging in de Hoop op 't Eeuwige Goed.

Beminde Broeder,

 

Een vriendelyke groetenis: Ik denk dat gy met ons noch zuchtende zyt, langs den weg van Pelgrimagie, op welks gelukkig einde wy te zaamen hoopen, en daarom gezint zyn om voort te wandelen, want deze is de rechte weg voor de verdwaalde mensch, om weder te komen, in het land van eeuwige ruste, en hier bezyden is het al idelheid, gelyk wy voor oogen zien door des Heeren goedheid en genade. Lieve Broeder zyt getroost in God, wy hoopen malkander noch eens te ontmoeten, in dat gelukzalige Vaderland, en ons dan eeuwig te verblyden met al de hemelse inwoonderen, groot en overgroot is deze verwachting, en klein en kort de weg die daar na toe gaat, de weg dezes tydelyken levens, hoe schoon zal het zyn, als wy eens lieve Gebroederen zyn in de Goddelyke wereld, en nu zyn wy Gebroeders en Zusters in die Zalige hoop, en achten ons te zaamen in het land onzer geboorte als vreemdelingen, uitgestrekt zynde na het Zalige geweste, alhoewel wy 't nooit gezien hebben, en nochtans ons rechte Vaderland is, in 't welk wy ons erfdeel zoeken, en onze schat,

[pagina 250]
[p. 250]

om 't herte by dezelve te doen woonen, want dat is dat land, na 't welke wy eerlange hoopen te verhuizen, dat gelukzalige Beloofde Land, over welks Grenzen geen vyand komt: ô hoe vreedig hoopen wy aldaar te woonen lieve Broeder, in de heerlyke maatschappye, verheugd en bezig in de oneindige goederen der wonderen, en liefelykheden Gods onzer aller goeddaadigen Vader, vloeijende als een eeuwige fonteine der Zaligheid, uit welke zich de vuurige Ziel zal laaven en baaden, tot een eeuwigen lof met de kooren der Engelen, onze lieve Vrienden en Medebroeders in het oneindige huis der eeuwigheid, tot welks lichte wereld wy alsdan overgekomen zyn, uit onze elendige wereld, en groote gevaarlykheid, en alsdan den dryver en alle gevaar ontkomen zynde, hoe mag ons herte zich uitbreiden in die onbelemmerde en ongedreigde rust en vrede, van dat Zalige Bloemendal des hemelsen Paradys, dit door het geloove te gemoet ziende, hebben wy dan geen groote reden, om verblyd te zyn, en zo wy naar het zelve hongeren en dorsten, hebben wy met een getrouwe en goeddaadige Vader te doen, die ons geen steen voor brood zal geeven, wy begeeren dat hemelse Zaligmaakende brood zyner eeuwige liefde en barmhertigheid, en dat zelve hoopen wy ook door zyn Vaderlyke genade te verkrygen, en eeuwig door het zelve te leeven in zyne lof, prys en heerlykheid; lieve Broeder, laat ons maar wel gemoed zyn, wacht houdende op ons zelve, om te bly-

[pagina 251]
[p. 251]

ven op den rechten weg, langs welke men het aangezicht gekeerd heeft, tot God en het onzienelyke, en den rug na de wereld met haar begeerlykheid, onbelemmert en oningewikkelt in het voorbygaande wezen dezes tyds, als Pelgrims die wandelen na een ander land, tot het welke ons de geest des Heeren gelieve te versterken, en vorder te geleiden, om gelukkig de weg onzer Pelgrimagie af te leggen, en malkander te verwelkomen in dat Zalige Vaderland, de vergaderplaats aller Godvruchtige, en zo 't de Allerhoogsten belieft, begeere ik U E. ook in 't toekomende Voorjaar noch hier in 't land van vreemdelingschap te begroeten, verzoekende dat gy alsdan tot onzent inkeerd, de Heer in zyne genade bevolen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken