Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestelyke brieven (1714)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestelyke brieven
Afbeelding van Geestelyke brievenToon afbeelding van titelpagina van Geestelyke brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/brieven
traktaat
non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestelyke brieven

(1714)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CXXI. Brief.

Beminde Neef,

 

Na dat U L. van ons waart weg gegaan, ben ik genegen geweest, U Lieden nochmaals op deze wyze vriendelyk te groeten, met een wens van alles goeds, bewogen zynde, door onze zo zeer korte afscheid, terwyle wy ontrent niet een woord gesproken hebben, van de hoogwigtigste zaak, alzo wy malkander nabestaande zyn, wegens den bloede, en wegens de eenige hand die ons geschapen heeft, en passeeren moeten zo gevaarlyken weg, als dit tegenwoordige leven door het jammerdal dezer wereld is, en het

[pagina 337]
[p. 337]

ook licht konde zyn, dat wy malkander niet weder ontmoeten, in de vreemdelingschap op aarde. Het zyn nu veele jaaren geleeden in U Lieden jeugd, dat wy te zaamen van deze betrachting, (om te bereiken het Eeuwige Goed) handelden, sedert dien tyd is 'er veel waters ten dale geloopen, en alles wat zich ondertussen toe gedraagen heeft is weg, als een droom en schaduwe, gelyk ook doe gy ons laatst buiten bezocht, uit een bekommerd en geperst gemoed, wegens deze allergrootste aangelegentheid van den welstand der zielen, tegens my gehandeld en uitgeboezemt heeft. En tot nu toe leeven wy noch om de schoone kans van eeuwige welvaart, waar te neemen, en ons daar van niet te laaten diverteeren, door de vergankelyke droomen van veelerleie afhoudinge, en wel gevalligheden der natuur, want eindeling zullen wy alleen door den weg des doods, van deze tot een andere wereld moeten ingaan, zonder vergezelschapt of begeleid te worden, van de maatschappy, die zich in de dagen der gezondheid en des welzyns, als een gevallige vriendschap heeft vertoont, en bequaam is om de ziele (door tyd korting,) van de rechte bedenkelykheid op te houden, van de hertelyke betrachting, hoe wy zalig zullen eindigen. Want in den tyd van nood en dood, keeren zich de gezellen om, met de rug na de heenvaarende, hy mag blyven waar hy kan, en met het aangezicht tot de leevende, die noch wel gemoed zyn in deze wereld.

[pagina 338]
[p. 338]

Daarom is het best onzen ommegang en vriendschap te houden by God, en die Goddelyk gezind zyn, op dat wy eindeling wel gemoed, dezen (haast aanstaanden) overgang, uit de Tyd in de Eeuwigheid, mogten aanvaarden; en alzo hier wel geweest zyn, wanneer wy onze Zielen, als een buit daar af bragten, uit zo veele gevaaren. Dit wens ik U Lieden als myn nabestaande bloedvriend, wegens onze Voorouders, en als een broeder wegens de eerste wortel des menschelyken booms Adam, en als een mede-schepsel van dat eenige Eeuwige Wonder dat God is, op dat wy t'zaam ons Eeuwig voor Hem mogen verblyden, met veele die voor ons geweest zyn, die wy gekend, en die wy niet gekend hebben, de Heere help, het is nu onze tyd, en wy zullender haast geweest zyn, ja zeer haast, alles zal droom en wind zyn, behalven de zoeking Gods, dat is de blyfelyke schat die mede van hier over gaat, laat ons daar na grypen, laat ons die vast houden, den weg weeten wy om te gaan na dit geluk, en U L. weet, (door de bevindelykheid in de Chimi,) dat het grove Corpus moet verbroken werden, zal men bekomen de edele geest van suptile kracht, alzo getuigen de heilige wyzen, dat uit den ondergang en verbreeking van den verdorven natuur, in zyn lust, rust en welbehaagen, de deugd en kracht des Geestes moet te voorschyn komen en gevonden werden; dies is het hoognoodig zulks in 't werk te stellen, op dat het grove en suptile niet vruchteloos, en

[pagina 339]
[p. 339]

onnut in malkander vermengd blyft; De Heere hoop ik zal ons te zaamen helpen, om liever hier voor een korten tyd het welgevallen van het vlees te derven, en namaals eeuwig zonder einde, de rust en lust voor den geest by God, te erven. Dit is dan alzo noch een nabezoek, uit vriendschap door toegenegentheid aan U Lieden, nevens een hertelyke vriendelyke groetenis, en goede wens van den Heere, tot bevordering van U L. Eeuwige welvaard. Van my,

 

U L. Gunstige en Heilwensende Vriend en Neef.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken