Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jezus en de ziel (1685)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jezus en de ziel
Afbeelding van Jezus en de zielToon afbeelding van titelpagina van Jezus en de ziel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.76 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

emblematiek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jezus en de ziel

(1685)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

De Ziele met Godts genade aangeblickt.

 


 
Ach vrindlijck aengesicht des Heeren!
 
Hebt ghy de gantsche Creatuur
 
Gelijck vergeten, deser uur,
 
Om u alleen tot my te keeren?
 
Ach vrindelijcke levens blick!
 
Het is my nu, ô mijn beminden,
 
Als was'er nergens yets te vinden,
 
Als was'er niets, als ghy en ick
 
Ick ben mijns Liefs, en hy is mijne.
 
ô Bloempjes uyt het Paradijs.
 
ô Schoone reuck, ô schoone spijs,
 
Nooyt moet my uwe kracht verdwijnen.
 
Is dit die smalle en steyle baen?
 
ô Werelt saegt ghy uyt mijn oogen!
 
Ghy quamt van uwen wegh gevlogen;
 
Ghy liet den slijck voor 't gout wel staen.
 
Nu kan ick aertsche vreugde derven,
 
Nu ghy, ô bron van alle goedt,
 
Soo lieflijck welt in mijn gemoedt,
 
'k Wil hondert dooden om u sterven.
 
Wat ick hier spreeck sal die verstaen,
 
Die hier eens heeft te gast gegaen.

Goddelijck Antwoordt.

DIe mijn geboden heeft, ende deselve bewaert, die is 't die my lief heeft: ende die my lief heeft, sal van mijnen Vader gelievet worden: ende ick sal hem liefhebben, ende ick sal my selven aen hem openbaren.

[pagina 35]
[p. 35]


illustratie


Smaeckt, en siet, ,dat de Heere goedt is: welgeluck saligh is de man [die] op hem betrout. Psalm 34. vers 9.
Ick hebbe den Heere lange verwacht, ende hy heeft sich tot my geneyght, ende mijn geroep gehoort. Psalm 11. vers 2.

[pagina 36]
[p. 36]

Op het VII. Sinnebeeldt.

Van geestelijcke soetigheyt, of genade, en van de onwijsheyt der menschen.

Gelijck als men een spelend kindt, van een gevare-
lijcke plaets, met een schoonen cierlijcken Appel,
of yets anders, tot sich lockt; so wort de Ziele, die sich
nu door den treck des Vaders heeft laten bewegen om
naer Godt om te sien, van Jesus den Sone met uyt-
nemende soetigheyt gelockt en getrocken; dan bevindt
sy yets van het geen sy niet en wist in den Hemel noch
op aerden te zijn, en al de dingen der werelt worden
haer kleyn en van geener waerden. Dit siet de werelt, en
meent datse dwaes is; maer sy heeft den kostelijcken on-
waerdeerlijcken peerel gevonden, die het waert is, dat
men het al om sijnent wille verkoopt; dan gaet haer eerst
den sin en de waerheyd deser woorden op: het Koninck-
rijcke der Hemelen is als een schat in den acker verbor-
gen. Komt tot my al die belast zijt en beladen, ick sal u
verquicken. Item, ick sal my selven aen hem openba-
ren. Item, ick sal hem geven te eeten van het Manna dat
verborgen is, en diergelijcke spreucken der H. Schrift
meer, die haer te voren als doodt waren, en nu be vint
sy de selve levendigh in haer.

Ach! ende ach! over de groote onwijsheyt der werelt,
dat de menschen so veel moeytens aenwenden, over
groote en wilde wateren lijf en leven wagen, om in ver-
re Landen het aertse Gout in de geberghte te soecken, en
dat hoog-edele, en alderdierbaerste Gout, dat in den in-
wendigen grondt der zielen verborgen leyt, van het
welck een blickjen beter en meerder waerdigh is, dan al
het Gout der werelt, dat en lust haer niet te soecken.

Word haer een ruwen bergh aengewesen, met belof-

[pagina 37]
[p. 37]

ten dat hy Gout in sich heeft, so geloven sy 't, en graven
daer na met grooten yver en naerstigheyt.

Maer of haer schoon van menighte, die veel liever
sturven eer sy een onwaer woort wouden spreken, den
bergh hares Herten aengewesen wort, met beloften dat
daer een onwaerdeerlijcken schat van Gout en Peerlen
in te vinden is, voor al de gene die daer met ernst na gra-
ven; dat geloven sy niet. En als is 't dat sy de blijcken der
waerheyt hier van aan andere sien, in haer hoge vernoeg-
saemheyt en verachtinge aller aertse dingen, so geloven
sy 't evenwel niet, seggende: het zijn maer inbeeldingen
en dromeryen.

Van waer komt dit dan, dat den mensch aen het eene
so veel meer geloof geeft als aen het ander; daer hem
doch van beyden even veel blijcks der waerheyt getoont
wordt? och dat komt van sijn grote grovigheyt, dewijl
hy sich aen het uyterlijke leven gants overgevende, een
dier geworden is, dat niet en tracht als sijn lijf te erne-
ren; aen het inwendige leven is hy gants blint.

O mensch! wout ghy so veel om het eeuwige doen,
als ghy om het tydelijcke doet! woudt gy ver van huys
trecken om een edelen hooghwaerdigen schat, ver van
het huys uwes uyterlijcken dierlijcken levens, ver van u
eygen, boose, verkeerde, van Godt afgebroken Wil, en
graven diep nacht en dagh, in den grondt uwes Harten,
ghy soudt wat vinden, daer ghy alle Koninckrijcken de-
ser werelt niet voornaemt.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken