Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jezus en de ziel (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jezus en de ziel
Afbeelding van Jezus en de zielToon afbeelding van titelpagina van Jezus en de ziel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.86 MB)

Scans (12.64 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Reitsma



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jezus en de ziel

(1916)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 77]
[p. 77]

XVII.



illustratie

De natuurlijke mensch begrijpt niet de dingen die des Geestes Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid en hij kan ze niet verstaan, omdat ze geestelijk onderscheiden worden. - 1 Korinthen II : 14.
[pagina 78]
[p. 78]

Op het XVII. Zinnebeeld.
Van het Paradijs, waar het is en hoe men dat beschouwen kan.

Het vernuft, hetwelk met Adam uit het Paradijs is uitgegaan, vraagt: waar is dat Paradijs aan te treffen? Is het ver of nabij? Is het in deze wereld, of buiten de ruimte dezer wereld boven de sterren? Waar woont dan God met de Engelen? En waar is dat lieve vaderland, daar geen dood is? Dewijl geen zon en sterren daarin zijn, zoo moet het in deze wereld niet wezen; anders was het lange al gevonden geworden.

Lieve vernuft, niemand kan een ander daar een sleutel toe leenen, en of het schoon is dat iemand daar een sleutel toe heeft, zoo sluit hij toch voor een ander niet opGa naar voetnoot1). Een ieder moet met zijn eigen sleutel opsluitenGa naar voetnoot1); anders komt hij daar niet in, want de sleutel is de Heilige Geest; wanneer hij dien sleutel heeft, zoo gaat hij in en uit.

Daar is u niets naders als Hemel, Paradijs en Hel. Tot welke gij genegen zijt, daar zijt gij in dien tijd het allernaaste bij. Gij zijt tusschen beiden en daar is tusschen ieder een geboorte; gij staat in deze wereld in beide de deuren en hebt beide de geboorten in u. God houdt u in ééne poorte, en roept u; en de Duivel houdt u in de andere poorte, en roept u ook. Met welken gij gaat, daar komt gij heen. De Duivel heeft in zijne hand macht, eere, wellust en vreugde, en de wortel daarin is de dood en vuur. Zoo heeft God in zijn hand kruis, vervolging, jammer, armoede, smaad en ellende, en de wortel dierzelve is ook een vuur, en in het vuur een licht, en in het licht de kracht, en in de kracht het Paradijs, en in het Paradijs de Engelen, en bij de Engelen de vreugde. De logge uiterlijke oogen kunnen het niet zien, want zij zijn uit de alleruitwendigste GEBOORTE, uit deze uiterlijke wereld, en

[pagina 79]
[p. 79]

zien maar door den glans der zonne; maar wanneer de H. Geest in de Ziele komt, zoo baart hij dezelve nieuw in God; zoo wordt zij een Paradijs-kind, en krijgt den sleutel tot het Paradijs en ziet zelf daar in.

Maar het logge lijf kan daarom daar niet in. Het behoort daar ook niet in; het behoort in de aarde, en moet verrotten en in nieuwe kracht (welke het Paradijs gelijk is) in Christus opstaan aan het einde der dagen. Dan mag het ook in 't Paradijs wonen en eerder niet; het moet de derde, de alleruitwendigste GEBOORTE te voren afleggen, als dien nieuwen rok, daarin vader Adam en moeder Heva zijn geslapenGa naar voetnoot1), daarin zij vermeenden wijs te wordenGa naar voetnoot2).

[pagina 80]
[p. 80]

De Ziele betracht de nabijheid Gods.

 
Ik meende ook: de Godheid woonde verre
 
in eenen troon, hoog boven maan en sterre,
 
en heftenGa naar voetnoot1) menigmaal mijn oog
 
met diep verzuchten naar omhoog.
 
Maar toen gij u beliefden te openbaren,
 
toen zag ik niets van boven nedervaren,
 
maar in den grond van mijn gemoed,
 
daar werd het liefelijk en zoet.
 
Daar kwaamt gij uit der diepten uitwaarts dringen,
 
en als een bron mijn dorstig hert bespringen,
 
zoo dat ik u, o God! bevond
 
te zijn den grond van mijnen grond.
 
Dies ben ik blij dat gij, mijn hoog-beminde,
 
mij nader zijt dan al mijn naaste vrinden.
 
Was nu alle ongelijkheid voortGa naar voetnoot2),
 
en 't herte rein gelijk het hoort,
 
geen hoogte en geen diepte zou ons scheiden;
 
ik smolt in God, mijn lief; wij wierden beide
 
één Geest, één hemelsch vleesch en bloed,
 
de wezenheid van Gods gemoed.
 
Dát moet geschiên. Och! help, getrouwe Heere,
 
dat wij ons gansch in uwen wille keeren.

Goddelijk antwoord.

Zoude iemand zich in verborgen plaatsen kunnen verbergen, dat Ik hem niet zoude zien? spreekt de Heere; vervul ik niet den hemel en de aarde? spreekt de Heere. Jeremia XXIII : 24.
Weet gij niet dat gij Gods tempel zijt en de Geest Gods in ulieden woont? 1 Korinthen III : 16.
voetnoot1)
open.
voetnoot1)
open.
voetnoot1)
Böhme schrijft: geschloffen, drukfout voor geschlossen (gesloten)?
voetnoot2)
Bl. 78, al. 1-3 en bl. 79 = Böhme, ed. Sch., Bd. 3, bl. 76 v., no. 25-28.
voetnoot1)
hief.
voetnoot2)
weg.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken