Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jezus en de ziel (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jezus en de ziel
Afbeelding van Jezus en de zielToon afbeelding van titelpagina van Jezus en de ziel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.86 MB)

Scans (12.64 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Reitsma



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jezus en de ziel

(1916)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

XXI.



illustratie

Zalig zijn de dooden, die in den Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten mogen van hunnen arbeid en hunne werken volgen met hen - Openbaring XIV:13.
[pagina 94]
[p. 94]

Op het XXI. Zinnebeeld.
Hoe 't zich met een vrome Ziele verhoudt in 't afsterven des lichaams.

Het uiterlijke vernuft spreekt: de Ziele, wanneer die van het lichaam scheidt, vaart zij dan niet in den hemel of in de helle, gelijk men in een huis ingaat, of gelijk men door een gat in een andere wereld ingaat?

Antwoord: Neen, daar is geen invaren op zulk een wijze, want hemel en helle is overal-tegenwoordig; het is maar een inwending des wils òf in Gods liefde, òf in Gods toorn, en zulks geschiedt in den tijd des lichaams, waar van Paulus zegt: Onze wandel is in den hemel. En Christus ook spreekt: Mijne Schapen hooren mijne stem en ik ken hen, en zij volgen mij, en ik geef hun het eeuwige leven, en niemand zal ze uit mijne hand scheuren.

Zoo vraagt het vernuft: Hoe geschiedt dan zulk ingaan des wils in den hemel?

Antwoord: Wanneer zich de wil te gronde toe Gode overgeeft, zoo verzinkt hij buiten zich zelve, buiten allen grond en plaats; waar alleen God openbaar is, werkt en wil. Dan wordt hij zich zelve een niets naar zijnen eigen wille; alsdan werkt en wil God in hem en dan woont God in zijnen gelaten wille. Daardoor wordt de Ziele geheiligd, dat zij in de goddelijke ruste komt. Wanneer nu het lichaam verbreekt, zoo is de Ziele met goddelijke liefde doordrongen en met Gods licht doorschenen, gelijk het vuur een ijzer doorgloeit, waarvan het zijne duisterheid verliest. Dat is Christus' hand. Waar Gods liefde de Ziele gansch doorwondtGa naar voetnoot1) en in haar een schijnend licht en nieuw leven is, zoo is zij in den hemel, en een tempel des H. Geestes, en is zelve Gods hemel, waarin hij woont.

Het uiterlijke vernuft spreekt: Hoe komt het dan dat

[pagina 95]
[p. 95]

de heilige Ziele in dezen tijdGa naar voetnoot1) zulk licht en zulk een groote vreugde niet volkomen magGa naar voetnoot2) bevinden?

Antwoord: Het hemelrijk is in de Heiligen in hun geloove werkende en bevindelijk; zij voelen Gods liefde in hun geloove, waardoor zich de wil in God overgeeft, maar het natuurlijke leven is met vleesch en bloed bekleed, en staat in den tegenzetGa naar voetnoot3) van Gods toorn, met de ijdele lust dezer wereld omgeven, welke het uiterlijke, doodelijkeGa naar voetnoot4) leven steeds doordringt; waar op de eene zijde de wereld, op de andere zijde de Duivel, en op de derde zijde de vloek des toorns Gods in vleesch en bloed het leven doordringt en zift, waardoor de Ziele dikmaal in angst staat, wanneer de helle alzoo op haar aandringt en zich in haar wil openbaren. Doch zij verzinkt in de hoop van Gods genade, en staat als een schoone roze midden onder de doornen, totdat het rijk dezer wereld van haar afvalt in 't sterven des lichaams. Alsdan wordt zij eerst recht in Gods liefde openbaar, wanneer haar niets meer verhindert. Zij moet dezen tijd met Christus in deze wereld wandelen; Christus verlost haar uit haar eigen helle, nadien hij haar met zijne liefde doordringt, en bij haar in de helle staat, en hare helle in hemel verandert.Ga naar voetnoot5)

[pagina 96]
[p. 96]

De ziele spreekt van den stand der goddeloozen.

 
Maar ach! wat onderscheid is dit!
 
De goddelooze geeft zijn wille
 
in handen van den helschen smid;
 
dien kwaden meester houdt hij stille
 
Die steekt zijn Ziel in 't brandend vuur
 
van boosheid, leugen, nijd en toorn
 
en al wat meer van die natuur
 
door 't rijk des afgronds wordt geboren.
 
Die ijdelheden, met elkaar
 
te saam geknoopt en vast verbonden,
 
die worden in hem openbaar;
 
nu is zijn Ziel een huis der zonden,
 
want zij doordringen 't gansch gemoed
 
met haar natuurelijke krachten
 
gelijk het vuur een ijzer doet.
 
o Mensch, te groot om weinig te achten:
 
hoe loopt gij zelf in uw verdriet,
 
in eeuwig jammer en ellende!
 
Dat wil die goede Vader niet;
 
hij schiep u niet tot zulk een ende.

Goddelijk antwoord.

Wee den goddelooze, het zal (hem) kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden. - Jesaja III:11.
voetnoot1)
Böhme schrijft: ‘durchwohnet’.
voetnoot1)
in dit leven.
voetnoot2)
vermag te ondervinden.
voetnoot3)
tegenstelling.
voetnoot4)
sterfelijke.
voetnoot5)
Bl. 94 en 95 Böhme, ed. Sch., Bd. 1, 141 v.; no. 37, 38 (al. 1 en 2), 39 (al. 1 en 2).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken