Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jezus en de ziel (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jezus en de ziel
Afbeelding van Jezus en de zielToon afbeelding van titelpagina van Jezus en de ziel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.86 MB)

Scans (12.64 MB)

XML (0.31 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Reitsma



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/theologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jezus en de ziel

(1916)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 147]
[p. 147]

XXXIV.



illustratie

Wij worden gescholden en wij zegenen, wij worden vervolgd en wij verdragen. - 1 Cor. IV : 12.
[pagina 148]
[p. 148]

Op het XXXIV. Zinnebeeld.
Van weerlooze gelatenheid; hoe men in alle toevallenGa naar voetnoot1) op God alleen moet zien.

Zoo een Beer of Hond met een spies gestoken of met een steen geworpen wordt, bijt hij met een grooten grim op dezelve, als hadde het die spies of de steen gedaan. Maar zoo zalGa naar voetnoot2) een Christen niet doen, maar alles van God gelijk nemen in geduld, en niet met toorn en grimmigheid zich wreken aan zijn wederpartij, ook niet vloeken wie hem beleedigd of versmaad heeft, maar zegenen die hem vloeken. Want gelijk als niet de spies en de steen iets doen kan zonder dien die ze voert, alzoo mogenGa naar voetnoot3) ook booze menschen, welke van God voor spiesen en steenen gebruikt worden, niets doen zonder God. Niet dat God de boozen dwingt om boosheid te doen, en de vromen te beschadigen, maar hij laat het hun toe tot oefening der vromen.

God dwingt geen eenig mensch, maar dewijl buiten God geen muschken ter aarde valt, en geen haar van ons hoofd, zoo zullenGa naar voetnoot2) wij alle dingen gelijk van God nemen, het goede en het kwade, het zoete en het zure. Van God zullen wij het nemen, en niet van de spies of steen, dat is: van booze menschen, want zij kunnen niets doen zonder de toelating Gods.

Nu is hier een noodig punt te bemerken in hetwelk veel menschen dolen: booze menschen kunnen mij niets doen zonder God, of zonder Gods wille. Alzoo wanneer mij iemand zeer beschadigde aan mijn lijf, of mij verwurgde, dat had God wel van eeuwigheid af voorzien doch door zulke voorziening was de doodslager niet gedwongen geworden, alsof hij het had moeten doen. Want het was niet noodwendig. Want hij kon het ook wel niet doen. God dwingt niemand tot boosheid; de eigen booze wil

[pagina 149]
[p. 149]

doet het zonder den wille Gods. Alzoo geschiedt aldus boosheid tegen den wil Gods en daar magGa naar voetnoot1) toch niet geschieden zonder God. God gehengt het en laat het toe dat er boosheid geschiedt, maar niemand dwingt hij daar toe.

Wanneer nu een boos mensch u beschadigt, zulks weet God, en het geschiedt niet zonder hem. God weet alle dingen en ziet alle dingen, en gehengt ook alle dingen, maar hij dwingt niemand. Daarom zal er groote gruwelijke straf volgen op de boozen. Maar indien God door zijne voorziening gedwongen had tot boosheid, zoo zouden de boozen onbehoorlijkGa naar voetnoot2) gestraft worden, want alsdan hadde God de schuld en niet de mensch, die gedwongen ware geweest om boosheid te werken.

Deze booze menschen zijn anders niet dan spiesen, stokken en steenen, waarmede God de vromen laat geworpen worden. Daarom zal hij ze ook billijk in het eeuwige vuur werpen; daar hebben zij straf genoeg. Daarom hoeven zich de vromen aan hun wederpartij niet te wreken; ja, zij zullen medelijden hebben met hunne vijanden, en voor hen bidden: Ach Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen. Reken hun deze zonde niet toe. Wij zullen ons meer erbarmen over onze vijanden, dan over ons zelven, wij, die schade lijden; want wij hebben loon in den hemel maar zij schrikkelijke pijn in de hel. Daarom zullenGa naar voetnoot3) wij voor hen bidden, dat zij zich mochten bekeeren. Het is altijd beter, onrecht te lijden dan onrecht te doen. Christus spreekt: Wederstaat den booze niet maar overwin het booze door het goede. Geeft u iemand een slag op de rechterwang, bied hem de linker ook aan. Neemt u iemand den rok, laat hem ook den mantel. En zoo u iemand dwingt, ééne mijl met hem te gaan, zoo gaat twee mijlen met hem. Want wie God wil dienen en gelaten zijn, die moet aan booze en goede kreaturen zich gelaten onderwerpen.

[pagina 150]
[p. 150]

De Ziele omhelst het arme en lijdende leven van JEZUS CHRISTUS.

 
Hoe minder troost aan alle dingen,
 
hoe meerder troost aan 't eenig goed,
 
dat als een welbron door komt dringen,
 
en laaft den dorst van 't heet gemoed.
 
Weg! geld en goed, en aardsche schatten;
 
weg! eer en aanzien en gemak
 
en al waar 't vleesch zich in wil vattenGa naar voetnoot1),
 
gij zijt den Geest een lastig pak.
 
o Welkom! kruis en bitter lijden,
 
verachting, oneer, spot en smaad,
 
verschovenheid van alle zijden,
 
vergeten armoed, strijd en haat;
 
gij moet aan mijne tafel eten,
 
en overnachten in mijn huis.
 
Die andren wil ik gansch vergeten,
 
en houden voor een snood gespuis;
 
uw goede vriendschap mag wel duren
 
zoolang ik woon in 't aardsche lijf.
 
Gij scheidt mij van de kreaturen,
 
en maakt dat ik vereenigd blijf
 
met God, mijn Lief, mijn overschoone,
 
bij wien 't mij eeuwig lust te wonen.

Goddelijk antwoord.

Gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, (alzóó) verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen. 1 Petrus IV : 13.
voetnoot1)
lotgevallen.
voetnoot2)
moet.
voetnoot3)
kunnen.
voetnoot2)
moet.
voetnoot1)
kan.
voetnoot2)
onrechtvaardig.
voetnoot3)
moeten.
voetnoot1)
sluiten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken