Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De zedelyke en stichtelyke gezangen (1977)

Informatie terzijde

Titelpagina van De zedelyke en stichtelyke gezangen
Afbeelding van De zedelyke en stichtelyke gezangenToon afbeelding van titelpagina van De zedelyke en stichtelyke gezangen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.38 MB)

Scans (30.53 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De zedelyke en stichtelyke gezangen

(1977)–Jan Luyken–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina A1r]
[p. A1r]


illustratie
Te Amsteldam by de WedE: P: Arentz en C: vander Sys.


[pagina A3r]
[p. A3r]

Voorreden.

Lieve Leezer:

 

Dit volk genaakt my met hunnen mond, ende eerd my met de lippen, maar hun herte houd zich verre van my.

Deeze spreuk van den Propheet Jezaias past wel, tot een opschrift voor de poort des ingangs van dit bloemtuintje der Gezangen; tot een Les der waarschouwing, voor ons allen, die daar in gaan, op dat wy met ons zingen, en ophaalen van de Heilige Naam des Heeren, niet onder het getal der zulke mogten vervallen of gereekent zyn.

Van de Hovelingen der Opperste Majesteit weeten wy, dat zy haar aangezichten bedekken, onder 't uitroepen van het drievoudige Heilig: ten minste dan, dat wy, in ons uitroepen des Gezangs voor den altyd, en overal-tegenwoordigen, een aandachtig en eerbiedig herte toebrengen. Wy, die wel van 't vervallen geslacht Adams zyn,

[pagina A3v]
[p. A3v]

maar, door genade, weder geroepen, van het eeuwige Woord, dat in den beginne by God was, en God was, om ver-engeld, en by de gemeenschap der Engelen toegevoegd te werden: want zo veele hem aangenoomen hebben, dien heeft hy macht gegeeven kinderen Gods te worden, [naamelyk] die in zynen naam gelooven. Op dat alzo ons Gezang zy een klein staaltje en gering beginsel van den toeroep der eere en des lofs, die wy eeuwig voor de Heiligheid der Heiligheden hoopen voort te brengen, in de zaamensmelting van den onophoudelyken ophef der liefelyke Engelse Broederschap, by beurten; voor de eeuwige, en eenige oorspronkelyke Welbron van alle gehoor, die de ooren gemaakt heeft. Met het optellen van alle beminlykheid en wonder, geduurig vloejende uit die zelve ader, die zich zelven noemd: Ik ben die ik ben.

Want behalven, of buiten dit; wat zouw de vrucht van onze uitgalming zyn? wat anders, als een zaad, dat nevens alle andere idel of ledigheden, als kaf van den wind, door de lucht verstrooid werd; zo zouw het op zyn beste zyn, indien het niet gevoegd

[pagina A4r]
[p. A4r]

wierd by de schuld der bedreiging: Gy zult den Naam des HEEREN uwes Gods niet idelyk gebruiken. Ondertussen bevinden wy het Gezang (daar reeds het voortbrengen der woorden of 't spreeken des menschen, zulk een groot wonder, oorspronkelyk uit het eeuwig spreekende woord is) als een bezonder uitspruitsel der zelve wonderboom des spraaks; daar op een andere, en verhevener wyze, een reden werd voortgebragt, dryvende, als door vleugelen van den grond des gemeenen spreekens opgeheven, en zweevende: En indien het Instrument (de stemme) bekwaam is, tot een bezonder beweegen en roeren des gemoeds; en dat laat ons na denken, wat zulks in de Engelse waereld dan zal zyn, en doen, daar de stof des Instruments, naamelyk de gesteltheid des voortbrengers, fyn en edel zal zyn, en de lucht des reinen Elements zuiver, subtiel en Hemels geestelyk is! hoe dat zelve boven onze zinnen en gedachten, den Geest der zalige zal beroeren, vervoeren en doen smelten in de liefde van het eeuwige Een, de beminde van allen: Gelyk 'er dan in deeze tegenwoordige zichtbaare geschapenheid veele

[pagina A4v]
[p. A4v]

vingeren zyn, die ons voortwyzen, van deeze tot de eeuwige onzienelyke, doch zelfstandige waereld, het vaste wezen van alle deeze zichtbaare schaduwen; zo laat dit voorwerp des Gezangs ons ook een van die zelve zyn, op dat wy het koor der idelheid deezer waereld, welks gezang verachtelyk, belachelyk en versmaadelyk is, den rug keerende, ons hertelyk zoeken te bevlytigen, om toegevoegd en aangenoomen te mogen werden in het Koor der eere Gods, bestaande uit alle gelukzalige, en alzo met het koor der onzalige, in de eeuwige duisternis niet komen te huilen, te gieren en te galpen. Hier toe helpe ons allen den Allerhoogsten. Amen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken