Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Droom is 't leven (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Droom is 't leven
Afbeelding van Droom is 't levenToon afbeelding van titelpagina van Droom is 't leven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (4.81 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Droom is 't leven

(1964)–Willem G. van Maanen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 132]
[p. 132]

17

Met het echtpaar Van Beesd volgt de verzoening minder snel. De kapitein heeft zijn gedachten over Liesjes nachtelijke afwezigheid niet onder zich gehouden, en juffrouw Smulders is hem kraaiend bijgevallen. Ze heeft zelfs met mevrouw Fiolet een soort tribunaal ingesteld, met het doel Liesje te veroordelen. De hospita voelde niet veel voor die voorstelling, maar omdat ze sinds enkele dagen met het echtpaar in onderhandeling was over het overnemen van haar pension, liet ze zich gedwee in de rechterstoel drukken. Bovendien was Liesje ook haar bitter tegengevallen. Bij verstek werd de schuldige veroordeeld tot uitwijzing, met de verzachtende bepaling dat het vonnis zou worden voltrokken wanneer het echtpaar Van Beesd eigenaar van het pension zou zijn geworden. Toen de uitspraak eenmaal was gevallen, verliepen de on-

[pagina 133]
[p. 133]

derhandelingen daarover snel. Behalve Liesjes kamer zouden ook de vertrekken van mevrouw Fiolet vrijkomen, want zij zou in een ander huis weer in waarheid mevrouw worden. Meneer Brom zou blijven, en de student ook, als hij ooit terugkwam. Zijn kamertje zou enkele maanden voor hem gereserveerd blijven.

Mevrouw Fiolet wordt innerlijk verscheurd door de driedubbele rol die ze moet spelen: goede maatjes met het echtpaar blijven en dus Liesje afvallen, bevriend blijven met meneer Brom en dus begrip tonen voor Liesjes moeilijkheden, en tegenover Liesje zelf een gemengd vijandig-vriendelijke houding aannemen. Het doet haar geen goed, en als ze bij haar echtgenoot is - die het druk heeft met zijn aanwijzingen voor de bouw van hun nieuwe huisje in de bossen - stort ze haar gekwelde hart uit.

‘Ik begrijp je niet,’ zegt hij afwezig. ‘Liesje is een lief meisje, en dat echtpaar is toch zelf niet van onbesproken gedrag? Waarom laat je hun niet mer-

[pagina 134]
[p. 134]

ken dat iets minder schijnheiligheid hun beter zou passen?’ Ze ergert zich over zijn onzakelijkheid en doet er het zwijgen toe. Ze heeft soms een zwaar hoofd in het herstel van haar huwelijk, en waarschijnlijk zou ze het nog een tijdje hebben uitgesteld als de toestand in het pension niet zo gespannen was. Toch zijn er ogenblikken genoeg waarop ze zich gelukkig voelt, in het oude winkeltje van haar man. De eerste keer dat ze er na al die jaren weer kwam, rinkelde het belletje net eender als toen ze er voor het eerst binnenging. Meneer Fiolet kwam zelf weer naar voren; ze moesten lachen toen ze tegenover elkaar stonden, en beiden dachten dat de langgeleden ontbloeide liefde een tweede bloei zou ondergaan. Alleen aan hun zoon Peter zag ze dat de jaren waren voorbijgegaan. Hij was niet meer de jongen, maar een volgroeide man, die zich overigens nog even schuchter tegenover haar gedroeg, en haar kus aarzelend beantwoordde. ‘Wat heb je onder handen?’ vroeg ze, om hem

[pagina 135]
[p. 135]

tegemoet te komen, en hij toonde haar het achterblad voor Liesjes versplinterde cello dat hij aan het snijden was. Het ergerde haar dat hij er met zoveel toewijding aan werkte.

‘Betaalt ze dat nu eigenlijk?’ vraagt ze aan meneer Fiolet, als ze op een zonnige najaarsdag naar hun huis in aanbouw staan te kijken. De arbeiders zitten, als bedrogenen die zich met hun lot hebben verzoend, de fles bier te drinken die de beloning is voor het voltooien van de dakconstructie. Aan de bovenste balk heeft een van hen een sparreboompje genageld, dat niets van zijn functie begrijpt, en druilerig scheefzakt.

‘Wat ben je toch op de penning geworden!’ zegt hij, terwijl hij door zijn oogharen de gevel bekijkt. ‘Waarvoor wil je het weten? Ben je niet gelukkig dat je straks in dit huis komt te wonen?’

‘Ik moest wel op de penning zijn,’ zegt ze mistroostig, en ze verzwijgt dat ze Liesje een lagere prijs heeft berekend. ‘Maar om het geld interes-

[pagina 136]
[p. 136]

seert het me niet. Alleen om het gebaar. Wat heb jij, en Peter, met het meisje voor?’

Hij overweegt het aanbrengen van een gevelsteen die op zijn vak betrekking heeft. In een antiekwinkeltje heeft hij er eens een gezien: een lomp dansende speelman die een viool naar oude trant tegen zijn borst houdt; op de achtergrond, haast onzichtbaar gebeiteld, danst een meisje met een aapje mee. Meneer Fiolet strijkt zich plotseling over het voorhoofd, als om het beeld weg te wissen dat achter de schedelwand is opgekomen. Hij zegt: ‘Ik word bezocht door noodlotsgedachten als ik aan Liesje denk. Ze zijn ontstaan met het bezoek van Brom in mijn winkel, toen ik die gewonde cel op de toonbank zag liggen. Ik heb je wel eens gezegd dat een instrument een ziel heeft, en dat geloof ik nog. Dat geloof is trouwens de grondslag van mijn werk. Maar deze cel scheen die niet meer te hebben; hij was weg, en alleen het lichaam was gebleven. Dat was juist het verschrik-

[pagina 137]
[p. 137]

kelijke: dat gekwetste leven zonder ziel. Als een oog zonder licht. En Peter ervoer precies hetzelfde. Hij vroeg me, toen ik tenslotte zei dat we de cel zouden repareren, hoe we het instrument ooit weer zouden bezielen. En weet je wat ik zei?’

‘Nee,’ fluistert mevrouw Fiolet bevangen.

‘Ik zei: die ziel moet jij erin leggen. Ik wist niet eens wat ik er eigenlijk mee bedoelde, maar Brom maakte het me duidelijk, hoewel hij op zijn beurt er ook vermoedelijk niets van begreep. Hij zei er meteen bovenop: En legt u die dan meteen weer in juffrouw Hemeling?’

‘Ik begrijp het niet,’ zegt mevrouw Fiolet. ‘Wat bedoelje nu toch?’

‘De ziel van het instrument is die van de maker, maar ook die van de bespeler,’ antwoordt de vioolbouwer. ‘Door de ene te vernietigen vernietig je ook de ander. Dat heeft Roffiaan bij Liesje gedaan en zo kreeg hij overwicht op haar. Bij zijn instrument, en later bij hem, ging ze toen in het over-

[pagina 138]
[p. 138]

drevene zoeken wat ze bij haar eigen instrument, en bij zichzelf misschien, niet meer vond. Als het Peter nu maar lukt.’

‘En als het hem niet lukt?’

‘Dan is ze verloren.’

Mevrouw Fiolet lacht kort. ‘Ik geloof dat je weer overdrijft,’ zegt ze luchtig. ‘Is er iemand verloren gegaan doordat je mijn stem niet in een viool hebt kunnen leggen? Wat je van het instrument en zijn bespeler zegt, moet dan ook gelden voor de stem en de zanger.’

‘Dat is een heel andere kwestie, al lijkt hij erop,’ zegt haar man zwak en met moeite. ‘Maar Peter zal slagen waar ik mislukte; hij is beter dan ik. Heb je dat achterbladje wel gezien?’

De werklieden vegen het bierschuim van hun mond. Ze klimmen het dak op om de dwarslatten te leggen. Het sparretje tuimelt naar beneden. Meneer Fiolet heeft nog niet besloten of hij de gevelsteen zal aanbrengen. Soms wil hij alles maar liever vergeten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken