Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Peel omnibus (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Peel omnibus
Afbeelding van Peel omnibusToon afbeelding van titelpagina van Peel omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.46 MB)

Scans (21.45 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeur

Toon Kortooms



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Peel omnibus

(1969)–H.H.J. Maas–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

5

De eerstvolgende dagen zeurden langzaam voorbij.

Hij deed zijn werk in de klas, maar werd vaak overvallen door een sombere lusteloosheid. Zijn gedenk dwaalde licht af en moest door het opzoemend schoolgedruis weer teruggetrokken worden op zijn beroepstaak.

Na schooltijd liep hij uren te prakkezeren door de Peelheimse velden en bossen over zijn leven in de toekomst. Soms richtten zijn schreden zich onder het mijmeren naar de hei, als vanzelf. Hij had altijd een bijzondere voorliefde gehad voor wandelingen over de wijde heivlakte met haar stille kleuren van gelig-groen en bruin en roze en haar eindeloze diepte tot in de verre, nevelige lucht, bij mooi weer, of met

[pagina 344]
[p. 344]

de vaalgrauwe tint onder zware grijze wolken, die kwamen opdrijven aan de einder. Dan kon hij die uitgestrektheid instaren, tot hij zich zelf zag als een nietigheid, in die ruimte verloren, en het hem een genot werd zich zo klein te kunnen voelen. Dat kwam dan over hem als een schoonheidsontroering, verhoogde het bewustzijn van zijn mensheid en maakte hem gelukkig.

Als hij nu zijn blikken over de grote heivlakte liet gaan, voelde hij dadelijk een opstuwing van troosteloze zwaarmoedigheid over zich komen.

De hartelijke flinkheid van zijn kostjuffrouw was als een liefkozing voor hem geweest, waarvoor hij haar innig dankbaar was. Maar wat nu? Moest hij doorgaan op de ingeslagen weg? Dat zou opnieuw onaangenaamheden voor haar brengen, want de door de tijd sterk geworden leugen liet zich niet zonder uiterste krachtsinspanning van sterk verzet verdringen. En hij voelde wel, dat teruggaan voor hem niet meer mogelijk was, zonder zelf vertrapt te worden door de vrijkomende tegenstanders, die het verloren terrein dan weer terug zouden nemen om het erger dan ooit onder hun macht te doen zuchten. Dat zou een verraad zijn jegens de zaak, die hij verdedigde.

Arbeiders uit Peelheim hadden het nieuws meegebracht, dat het ‘menneke’ 's zondagsmorgens dood was gevonden in de geitenstal. Er werd over gelachen, dat het roet nog dik op zijn gezicht zat. Drika was er voor geschrikt, menende dat zij een spook zag, toen zij de geit wou gaan melken.

‘Wat zullen ze zijn bakkes hebben moeten schuren en schrobben!’

‘Nou, anders was hij nog te lelijk geweest voor de duvel.’

‘Wat zal hij nog roepen om jenever!’

‘Hij zal gemakkelijk terugkomen, een liter halen.’

‘Als hij maar preekt zullen ze hem in de hel ook gemakkelijk trakteren.’

De een overgrofde de ander in geestig-doende opmerkingen over dat ongelukkige, drankzuchtige menneke, dat uit gierigheid de bedronken arbeiders ging vermaken met zijn idioterig gepraat van dooreengehaspelde stukken uit een paar boeken van heel verschillende soort, en zijn grimassen, waarvoor hij sterke drank mocht inzwelgen. Maar geen van hen toonde enig gevoel van afkeer tegen de wijze, waarop hij aan zijn eind was gebracht. Hun naturen schenen te ruw, te zeer verlaagd, om het verfoeilijke van hun doen te kunnen inzien.

Hij begreep niet, hoe de mensen, zoals die kantoorheren in 't stationskoffiehuis te Lizaveen, langs dat alles konden voorbijgaan zonder dat hun hele wezen in opstand kwam tegen zulke schreeuwende levensellende. Waaraan lag het, dat zij er zelfs niet door getroffen schenen te worden en zich bezig konden houden met leeg gepraat, dat hen amuseerde, en met de vraag, hoe zij weer eens lol zouden maken? Zij

[pagina 345]
[p. 345]

leken hem wel haast bevoorrechte wezens, die met geen andere moeilijkheden hadden te kampen dan ooit gebrek aan ‘lol’ op een vrije dag. Waar haalden zij de kunst vandaan om hun leven zo in te richten? Zij bekommerden zich niet zelfs om het grootste leed van de massa, of vertelden er grappen over: het tragische drong niet tot hun gemoed door. Hun geestigheden hadden wel iets van Justus-van-Maurik-vertellingen.

Hij kon met zich zelf nog niet tot klaarheid komen. Maar in een vaagheid van veel duisternis en enig, pas doorbrekend licht meende hij toch te kunnen onderscheiden, dat hij te doen had met de nawerking van de oude maatschappij, die nog overheerste.

 

Toen kreeg hij een brief, die ineens aan zijn weifelend over-en-weer-denken een einde maakte.

De redacteur van het tijdschrift voor gewestelijke historie, waarin zijn artikel over volkstoestanden was geplaatst, schreef hem, dat hij met genoegen zijn bijdrage had opgenomen. Het artikel getuigde van veel moed en daarbij van een grondige kennis. Uit de historische bijzonderheden leidde hij af, dat De Visscher moest beschikken over zeldzame werken, terwijl de wijze van inkleding leven gaf aan een anders uit de aard dorre stof. Het stuk had heel wat beweging gebracht. De ene partij prees de schrijver hoog, de andere vloekte hem uit, het beste bewijs, dat zijn schrijven iets betekende.

Overigens zou hij De Visscher ook wel niet duidelijk hoeven te maken, dat 't niet ontbrak aan mensen die over zijn optreden niet te spreken waren. Hij zou dat zelf wel ondervonden hebben. Het was nu eenmaal zo, dat een mooie leugen heel wat aangenamer klonk dan de waarheid in de oren van hen, die in de openbaring van de werkelijkheid een aanklacht voelden tegen hun verwaarlozing van alles en nog wat behalve hun eigen belangen.

Ongetwijfeld zouden er voor De Visscher sombere dagen aanbreken. Dat was een niet te ontkomen lot voor iedereen, die door 't leven scheen aangewezen om het verbeteringswerk in de maatschappij ter hand te nemen. Het was ook nog slechts het begin van een overgangstijd, dat steeds in de geschiedenis de meeste botsingen had veroorzaakt. Wat eruit groeien zou? Ongetwijfeld iets goeds. Het zekerste middel om zich veel teleurstellingen te besparen bleef: zijn troost hoofdzakelijk te zoeken in eigen voldoening.

De redacteur hoopte, dat De Visscher voort zou gaan met publiceren en raadde hem aan ook bijdragen te sturen aan nieuwsbladen. Zijn wijze van bewerking wees er op, dat de journalistiek wel iets voor hem zou kunnen worden.

 

Die waarderende brief bracht De Visscher in een roes van vreugde.

[pagina 346]
[p. 346]

Zolang hij dat tijdschrift kende, had hij met een gevoel van eerbied aan die redacteur gedacht, die in al zijn geschriften zoveel blijk gaf van een buitengewoon geschiedkundige kennis en een scherpe blik om door de veelheid van omwikkelingen heen te kunnen dringen en oorzaak en samenhang van historisch gebeuren op te sporen.

Met een bescheiden begeleidend schrijven had hij zijn bijdrage verzonden aan die veelwetende man, bangend de datum tegemoet ziend, dat er weer een aflevering van 't tijdschrift zou verschijnen. Het scheen hem overmoed toe te durven denken, dat zijn werk aangenomen kon worden. Daarom liet hij zijn telkens stil weer oplevende hoop door zijn twijfel heen, die soms haast ontmoedigende zekerheid werd, zich voorzichtig, voorbehoudend uitdrukken: als het stuk misschien eens geplaatst werd.

En dan kon hij zich zelf wel eens een ogenblik een roes van geluk fantaseren van weelde om zich daarna weer te ontnuchteren met de gedachte, die hij werkelijkheid liet worden, dat zijn stuk wel zou terugkomen. Hij had immers geen gelegenheid tot dagelijkse omgang met mensen, die wisten, hoe het moest.

En toen eerst de verrassing, dat zijn stuk geplaatst was. En nu die prijzende brief!

Die redacteur had ook al veel te verduren gehad. Hij werd liberaal genoemd, dat betekende de samenvatting van alle denkbare slechtheid. Tegen zijn tijdschrift was aanhoudende verdachtmaking in de weer. Dat ie zoveel ongunstigs uit het verleden van de streek ophaalde, kwam alleen voort uit haat. Hij moest ook maar eens naar andere plaatsen kijken, of het daar dan zoveel beter was geweest. En waarom liet hij de doden niet rusten? Zelfs de achtenswaardigste standen, die toch altijd zo heilig geleefd hadden, ontzag hij niet; hij verzamelde schandalen om de heilzame eerbied voor hen uit het hart van het volk te rukken. Al was er dan ook eens een enkele geweest, die toegegeven had aan de zwakke menselijke natuur, dat moest maar met de mantel der liefde bedekt blijven. Wie was het vergund alle omstandigheden te kennen, die wellicht hadden samengewerkt tot de val? Hij ging nog wel naar de kerk, maar dat deed ie alleen voor 't oog. Hij was de wolf in een schaapsvel, zoekende naar prooi.

Uit het bestaan van zo'n tijdschrift konden slechts nadelige gevolgen voortkomen. De mensen deden wijs door dat pamflet ongelezen in het vuur te werpen.

De Visscher kende de machteloze haat tegen het tijdschrift, dat ondanks alle tegenwerking voortging de objectieve waarheid te zeggen. Dat verhoogde nog zijn eerbied voor de redacteur.

 

Die opbeurende brief bracht hem zijn kracht en vastberadenheid terug.

[pagina 347]
[p. 347]

Rustig kon hij denken: 't Schijnt, dat ik in de wieg gelegd ben om de strijd uit te vechten.

En die gedachte rijpte spoedig tot een besluit.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken