Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Peel omnibus (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Peel omnibus
Afbeelding van Peel omnibusToon afbeelding van titelpagina van Peel omnibus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.46 MB)

Scans (21.45 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (1.12 MB)

tekstbestand






Editeur

Toon Kortooms



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Peel omnibus

(1969)–H.H.J. Maas–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

17

De firma Verstegen & Donk had partij weten te kiezen van de Peelheimse procedure, door op zich te nemen een aanzienlijk deel van het benodigde turfstrooisel te leveren aan de buitenlandse firma's, die zelf gebonden waren door een contract met de garnizoenen.

Daarvoor had zij een paar honderd arbeiders nodig. Uit Haarst, Peelheim en andere veendorpen stroomden zij toe. Het zwoegende leven werd uitgebreid over een groter terrein.

Toon Peeters kwam ook als turfgraver in dienst bij Verstegen & Donk. Zijn weekloon was weer wat vermeerderd door de hulp van zijn vierde kind, dat pas de Communie gedaan had en nu mee de venen introk om zijn ouders ‘er door’ te helpen en zijn jeugd-kracht en kindzijn te verwoesten onder zware arbeid, drankmisbruik en ruwe tonelen.

Fien diende nog altijd in Pruisen. Zij had eerst als meid gewoond op een boerderij ‘Die Hahrt’, maar was na korte tijd in een andere dienst gegaan, omdat haar daar vijftig mark per jaar meer geboden werd. De boeren hadden haar liever dan een jonge meid, wijl zo'n weduwe met kinderen afhankelijk was en minder aanspraak maakte.

Kort voor het vierde kind van Toon de Communie deed, had zij een brief geschreven:

‘Geliefde zuster en zwager en kinderkes ik laat u weten dat uw arme zuster nog in de slave des werelt is en dag of nagt heb ik ooit meer rust en ik wouw dat ik het geluk tog maar eens had dat ik maar weer bij u en bij mijne kinderkes kos blijven maar ik gelooft niet zuster en zwager dat ik dat geluk meer ooit krijg en dat is hetgene wat mij van harte kwelt want gij weet goed dat ik krank van u ben weggegaan want toen ik in de baan zat en toen ik er uit ging toen was ik krank genoeg om te sterven, want ik meende dat ik niet meer op mijn plaats hat gekomen ik moet hier werken of want er geen goet bij was en dat is mij hart gevaallen dat ik op de haart vertrokken ben zuster en er gaat genen Zondag voorbij of ik gaan naar de haart na de vesper en dan komt peter-jozep de baas bij mij en laat niet na dat ik weer naar haar toe zou komen ik ben eenen zondag naar haar toegegaan en moest daar eeten en drinken en deden jaust of dat ik haar ijgen kint was zoo

[pagina 437]
[p. 437]

nooij hebben zij dat gehat dat ik ben vertrokken en zoo hart valt mij dat nu ook zuster maar voor fijftig mark doet men al veel maar nu heb ik geenen naart meer maar ik moet mij in alles maar begeven er is toch geen verlaat vooreer dat onze goede God mij van de werelt haalt bij Sjang dan is alles aan een einde maar dan die arme kinderkes die ik heb dat ik die dan moet verlaten dat is dan nog het ergste nu zuster doet tog nog maar de goedendag aan mijn zwager en de kinderkes allemaal van mij vele gegroeten want ik geloof niet dat ik meer in langen tijd u meer kan komen bezoeken en ik wens u vele gegroeten voor uwen zoon peter dat hij zijn hijllige kommunie doet en ik stuur u de laatste week wat voor hem te kopen hoe groot dat ik het nu ook noodig heb of zondag zeker ik woon nu ver van de post af zuster in de week heb ik geen tijd nu zuster laat mij deze week ook eens weten wanneer dat zij haar kommunie doen welke zondag nu zuster zijt maar goed voor mijn wichterkes dat zal geene schaaij voor u zijn en laat mij eens weten hoe het nog mijn Wullemke gaat en met mijn Anneke en mijn Sjengske dat is voor mij weer een grootte troost als ik dat weet en ook als ik weet hoe het nog met u alle gaat en ik wouw dat mijn zuster en mijn zwager eens naar mij toe kwamen dat zou ik gaarne eens hebben dan kunt gij hier ook eens kijken en hoe het hier was toon is dan weer naar de peel och als ik aan de peel denk dan schrij ik mij den kop dik de goedendag aan alen malen van uw zuster fien.’

 

Nu de zaak van Verstegen & Donk met een schok uitgegroeid was tot een grootbedrijf, overheersten het kapitaal en de angst voor verliezen en zweepten aan tot een jachtende, afbeulende arbeid. Verstegen liep rond van de ene plaats naar de andere, met zijn barsende stem voortdrijvend tot haast. Waar zijn ontevredenheid en geldzorgend gemelijk gedenk op iets stootten, overdonderde hij de werklui met zijn vloeken en knetterden striemen van schamperende scheldwoorden over hen heen. Verzet van tegenspreken of zich verdedigen der arbeiders hitste zijn woede tot een uitbarsting aan: Weg maar! Er is nog zat van dat volk!

Zo beukte hij hen tot gedweeheid.

 

De fabrieksarbeiders mokten onder elkaar, dat de machines zo slecht waren. Ieder ogenblik hadden zij last van een defect. Dat betekende voor hen vermindering van weekloon en gevaar voor ongelukken. Het organisme van de veenexploitatie der firma had zich niet gelijkmatig versterkt met de plotseling opschietende groei.

De directeur trok zich van de hele zaak weinig aan. Hij leefde zijn gewoon leven door en was in de regel in een goed humeur. Wat kon hem de boel schelen! De baas had hij immers toch ‘in de vingers’!

Als Verstegen niet in de nabijheid was, drifte hij niet tot haast en keur-

[pagina 438]
[p. 438]

de niet af, maar maakte liever gekheid met de arbeiders, of gluurde begerend rond naar de peelmeiden.

De werklui konden nog al eens wat van hem gedaan krijgen. Hij bracht ook hun klachten over. De ene keer kneep een losgelopen machinedeel een werkman een stuk van een vinger af, dan liep een ander een verwonding op.

Verstegen, vol van gedachten over winstrekening en vrees voor schade door niet op tijd te blijven, vloekte geagiteerd:

‘Dat de stommeriken er dan met hun poten uitblijven! Ik kan nou midden in de drukte toch geen andere machines gaan zetten! Wie bang is voor zijn knoken, dat die dan maar opdondert, er zullen wel weer anderen komen. Blijf me nou in vredesnaam met zo'n gezanik van het lijf! Het is om iemand gék te maken!’

Na ieder gedwongen oponthoud in de fabriek was het ‘dóórwerken’. De lange gloeiendhete zonne-dagen van de midzomer, die op de schaduwenloze wijdgrauwende venen brandde, werden dan gevolgd door zwoele nachten, waarin de reeds afgezwoegde lijven nog slaafden en wroetten in het opwolkend turfstof.

Toon Peeters was al een oude man geworden, ofschoon het aantal van zijn levensjaren nog hoorde bij volle kracht. Hij bood nog weerstand maar dofte meer en meer weg in een suffe, lusteloze zwijging.

Als een van zijn mede-arbeiders niet meer kon, ineenknakte na de vernieling van het laatste beetje veerkracht, en thuis moest blijven om na een paar dagen begraven te worden, of nog een tijd van troosteloos bestaan gedwongen was voort te slepen, dan somberde hij, vóórvoelend het treurig lot, dat misschien ook hem wachtte: ‘al weer een er door.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken