Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Strophische gedichten (1879)

Informatie terzijde

Titelpagina van Strophische gedichten
Afbeelding van Strophische gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Strophische gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.52 MB)

Scans (10.05 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Editeur

Eelco Verwijs



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Strophische gedichten

(1879)–Jacob van Maerlant–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

Der kerken clage.

Vs. 30. Petrus was eerst Bisschop te Antiochië, als blijkt uit den Sp. I8, 14, 16 vlgg.:

 
Pieter wart metter vaert
 
In Antyochen onthaelt met eeren,
 
Ende daer maecten hem die heren
 
Eenen stoel, alst es bescreven,
 
Ende hebbene bisscop verheven.
 
Aldaer sat hi over waer
 
Kerstijn bisscop VII jaer.

Verg. Lsp. II, 40, 43-46. Van zijne gevangenschap te Antiochië wordt noch in den Sp. noch in den Lsp. melding gemaakt. Deze overlevering vinden wij in de Aurea Legenda, waar van het feest van Sinte Pieter ad Cathedram het volgende gezegd wordt (naar de Mnl. vertaling in Pass. W., uitg. 1489, f. 206 c): ‘Dese feeste viert men om dat sinte Pieter verheven was eerlic ende geset tot Anthiochien in eenen setel.... Doe sinte Pieter te Anthiochien predicte, so seide Theophilus die prince van der stat tot sinte Pieter: “Pieter, waer om verkeerstu mijn volc?” Ende doe hem Petrus Cristus ons Heeren gelove predicte; so dede hy hem vangen ende en lieten teten noch te drincken geven.’ - Paulus beproeft hem te verlossen, geeft zich uit voor ‘een meester van vele consten’, en verkrijgt eindelijk van Theophilus, dat Petrus in vrijheid zou gesteld worden, zoo hij den zoon van Theophilus, die reeds 14 jaar dood was, opwekte. Dit geschiedde, en de jongeling verrees uit het graf. Hierop volgt f. 207 a: ‘Het schinet dat al dit niet wel te geloven en is, dat Paulus van scalcheden versiert soude hebben, dat hi so veel dingen maken conste, of dat hi die belofte van den jongelinc gedaen soude hebben, die viertien jaer doot was. Doe geloefde in onsen Heer Theophilus ende alt volck van Anthiochien ende veel ander, ende stichten een schone kerc, ende int midden der kerken setten si een hogen zetel, ende deden daer sinte Peter op sitten, dat si also hem souden mogen syen ende horen, ende daer sat hi seven jaer in.’

Ook over de versmade ‘eerste crune’, die Petrus te Antiochië ontving - eene andere, mede niet algemeen aangenomen kerkelijke voorstelling - geeft het Pass. W.f. 208 a, b ons licht:

[pagina 191]
[p. 191]

‘Die derde saec daer die feeste om gheset was, dat is om die waerdicheit van der clerken crune. Want men sal weten dat somighe luyden seggen, dat der clercken crune hyer eerst begonste; want doe sinte Peter te Anthiochien predicte, ter scanden van Cristus ons Heren naem, scoren si hem dat haer van den toppe van sijn hoofde. Ende dit gafmen daer na al der clergyen in eeren, dat den prince der apostelen ter scanden was gedaen om Cristus ons Heren wille.’

 

Vs. 59. Tegen de korte rokken werd vooral als een onzedelijke dracht strijd gevoerd. Zie Wrake II, 458:

 
Die manne draghen cledere mede
 
Cort tote hare scamelhede;
 
Vrouwen draghen cledre lanc,
 
Daer si in sijn ghepranct,
 
Datmen daer dore merct ghereyt
 
Die vorme herre scamelheyt.

Vs. 118. In deze strophe is de redeneering niet zeer duidelijk. Misschien is de tekst hier of daar bedorven. In vs. 122 is in onzen tekst achter Geset bij vergissing eene komma geplaatst, die achter tfordeel had behooren te staan. Men leze:

 
heeft hi sijn verkies
 
Geset in tfordeel, even ries, enz.

Ik versta den zin aldus: ‘Is dit waar, laat dan hij, die een geschoren kruin draagt, het bekennen’, d.i. in hedendaagsche taal: ‘Zegt mij, of dit waarheid is, gij geestelijke heeren!’ En dan: ‘Een dorper (een onwaardig geestelijke), wanneer hij met de heeren aan tafel zit, als hij zijne zinnen gezet heeft op aanzien en winstbejag, altijd even vermetel, zal zich niet matigen (in vleierij enz.).’ Min of meer bevreemdend is zeker de uitdrukking even ries. Doch het Mnl. even stond juist niet met het onze gelijk. Ik vat het op als gelijkmatig ries, voortdurend ries, d.i. naar onze manier van spreken: altijd even vermetel. Doch het kan zijn, dat in even ries eene fout van den afschrijver schuilt. Misschien zal de critiek van een mijner vakgenooten hier - en elders - een nieuw licht aanbrengen. Want zeker, ofschoon ik mij vleien mag in deze uitgave veel tot zuivering en opheldering van Maerlant's strophische gedichten te hebben bijgedragen, het was toch niet doenlijk alle bezwaren te boven te komen. Er blijft nog vrij wat over, dat later onderzoek wellicht te recht zal brengen, om eenmaal deze gedichten in hunne oorspronkelijke reinheid te herstellen en daardoor ten volle recht te doen wedervaren aan den dichter, wiens werk door afschrijvers en uitgevers zoo deerlijk gehavend werd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken