Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus (1610)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus
Afbeelding van Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismusToon afbeelding van titelpagina van Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (343.57 MB)

ebook (3.30 MB)

XML (0.71 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

studie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den schat der christelicker leeringhe tot verklaringhe van den catechismus

(1610)–Lodewijk Makeblijde–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

De X X I I. lesse.
Van het ghebedt dat eenen Christen mensch schuldich is s'auendts te doen.

Wat moet eenen Christen mensch doen s'auendts als hy slapen gaet?

Hy moet met Godt rekeninge houden van al wat dien dach ghepasseert is, ende bidden dat hy hem den toekomenden nacht beware.

Hoe gheschiedt die auendt-rekeninghe met Godt?

Sy gheschiedt door het ondersoecken onser conscientie, in de welcke wy ouerloopen van ure tot ure al wat dien dach ghepasseert is.

Verklaert ons wat breeder het daghelicks gebruyck der seluer rekeninge, oft van het auendt-ghebedt.
[pagina 111]
[p. 111]

Het ghebedt dat wy 's auendts doen moeten, besluyt in hem het ondersoecken van onse conscientie, ende vereyscht dese vijf puncten.

Ten eersten, ghemaeckt hebbende het teecken des heylichs Kruys, soo moeten wy Ga naar margenoota Godt dancken van sijne weldaden.

Ten tweeden, Ga naar margenootb wy moeten hem bidden om het licht sijner gratie: op dat wy onse sonden moghen kennen, beweenen, ende haten.

Ten derden, Ga naar margenootc wy moeten ouerloopen, als in Godts tegenwoordicheyt, al wat dien dach ghepasseert is, in ghepeysen, woorden, wercken, ende versuymenissen.

Ten vierden, Ga naar margenootd wy moeten oodmoedichlick Godt vergheuenisse bidden, van al dat wy teghen hem ghedaen hebben.

Ten vijfsten Ga naar margenoote wy moeten een vast opset maken van ons met Godts hulpe te biechten ende te beteren.

Moet men iet meer doen?

Wy moeten daer nae lesen Onsen Vader, Weest ghegroet; het Ghelooue, de tien Gheboden: voordt oock bidden voor onse weldoenders, leuende ende doode, ende groeten onsen goeden Enghel, ende andere Heyligen Godts, tot de welcke wy meest deuotie hebben.

Wat profijt komt uyt het ondersoecken van onse conscientie t'elcken auende?

Ten eersten, wy krijghen eene salighe kennisse van onse verworpenheyt, ydelheyt, slauernije, ende groote schulden; ende van Godts goedertierenheyt, bermherticheyt, ende verduldicheydt.

Ten tweeden, wy verkrijghen vergheue-

[pagina 112]
[p. 112]

nisse van alle de schulden onser sonden, is 't dat wy het selue met oprecht leedtwesen onser Ga naar margenoot+ misdaden ghebruycken; soo Christus selfs bewijst uyt de parabel van eenen Koninck, die rekeninghe houdende met sijne schuldenaers, eenen gevonden heeft, die hem schuldich was tien duysendt talenten, die hem veroodmoedighende voor den Koninck, heeft volkomen quijtscheldinghe sijner gantscher schuldt van den Koninck verkreghen. Het selue belooft ons Godt door sijnen Prophete Ezechiel, als Ga naar margenoot+ hy seght: Bekeert v, ende doet penitentie van alle uwe boosheden; ende de boosheyt en sal v ten valle niet wesen.

Ten derden, onse conscientie wordt verlost van de vreese des stranghen oordeels Godts; Ga naar margenoot+ want Paulus ons vermaent: Waer't dat wy ons-seluen vonnisten, wy en souden niet ghevonnist worden.

Ten vierden, het profijt is menichvuldich, om de menigerhande deughden die in dese ondersoeckinghe gheoeffent worden, als zijn, 1. Hope van vergeuenisse. 2. Liefde tot Godt. 3. Leedtwesen van onse sonden. 4. Oodmoedicheyt. 5. Ghebedt. 6. Verkiesinge der wercken van penitentie. 7. Opset van beteringhe. 8. Danckbaerheyt. 9. Suyuere meyninghe. 10. Opofferinghe onses-selfs in den wille Godts.

Ten vijfsten, wy worden Koninghen van ons-seluen, ende verkrijghen eene gherustheydt Ga naar margenoot+ van conscientie, de welcke den Wijsen-man verghelijckt by eene gedurige maeltijdt.

Wat leer ons de heylighe Schrifture van dese ondersoeckinghe der conscientie?
[pagina 113]
[p. 113]

Sy verweckt ons daer toe met seer klare woorden.

Jeremias in sijne Beklagingen spreeckt op deser maniere: Laet ons onse wegen ondersoecken, Ga naar margenoot+ ende tot den Heere wederkeeren. Ende in sijne Prophecije vermaent hy ons: Neemt de steenen Ga naar margenoot+ wech van den wech, ende vergadert-se in hoopen.

Job spreeckt in deser voeghe: Wie sal my Ga naar margenoot+ gheuen dat ick hem kenne ende vinde, ende dat ick kome tot sijnen rechters-stoel? Ick sal voor hem het oordeel stellen, ende mijnen mondt sal ick vullen met straffinghen.

Dauid besluyt de vrucht van dese ondersoeckinghe, als hy seght: Teghen den auendt Ga naar margenoot+ sal het weenen duren, ende in den morghenstondt de blijdschap. Want die Ga naar margenoota 's auendts met tranen saeyen, sullen 's morghens met verheughinghe huns gheests de vruchten maeyen.

Wat leeren ons de H. Vaders van het auendt-ghebedt?

Den H. Chrysostomus seght: Eer dat v Ga naar margenoot+ den slaep ouervalt, brenght ten voorschijne uwe conscientie, ende zijt ghedachtich uwer sonden. Den H. Bernardus leert ons den boeck onser conscientie confereren met den Ga naar margenoot+ boeck des leuens: ende is't dat in onsen boeck anders staet dan in dien, vermaent hy ons, dat wy onsen nae dien souden beteren; op dat den boeck onser conscientie, in het oordeel, van Godt, als valsch, niet verworpen en worde. Den H. Gregorius verweckt ons tot het selfste: Ga naar margenoot+ Laet ons nu, seght hy, door de ghepeysen ons voor Godt vonnissen: op dat wy naemaels van Godt niet stranghelick gevonnist

[pagina 114]
[p. 114]

en worden: want soo wie sy-seluen beschuldight, bluscht de tornicheydt des Rechters.

Wat moeten wy doen nae ons auendt-ghebedt?

Wy moeten ons herte met Godt vereenight houden, ouerdenckende dat daer veel menschen dien nacht steruen sullen; onseker wesende wanneer het onsen keer wesen sal: ende alsoo in allen gevalle tegen de komste Godts, die Ga naar margenoota seer onvoorsienlick ende onseker wesen sal, ons ghereedt houden.

margenoota
2. Thes. 1. 3.
margenootb
Psal. 83. 12.
Heb. 13. 9.
margenootc
Gen. 39. 11.
margenootd
Isaiae 45. 22.
margenoote
Ezech. 18. 21.
margenoot+
Matth. 18. 23.
margenoot+
Ezech. 18. 30.
margenoot+
1. Cor. 11. 31.
margenoot+
Prou. 15. 15.
margenoot+
Thren. 3. 40.
margenoot+
Ierem. 50. 26.
margenoot+
Iob 23. 3.
margenoot+
Psal. 29 6.
margenoota
Psalm. 125. 5.
margenoot+
Chrys. homil. post. in Psal. 50.
margenoot+
Bernard. de interiori domo c. 22.
margenoot+
Greg. l. 9. Regist. epist. 25.
margenoota
Marc. 13. 33.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken