Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Aardebanden (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Aardebanden
Afbeelding van AardebandenToon afbeelding van titelpagina van Aardebanden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

ebook (2.92 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Aardebanden

(1922)–Herman de Man–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]
Aan Walter Thiry mijn tweejarigen vriend
[pagina 1]
[p. 1]

I.
Moeder's uitvaart.

Neen; Juffrouw Thérees had haar Moeder niet liefgehad. Dat wist zij nu, want hoewel de achterkamer gevuld was met het stil beklag der zwartgekleede mannen en het ingehouden snikken van Vader en van Willem, haar broer; toch bleef ze onbewogen en smeerde 't een na 't ander de sneetjes van de krentenmik. Zij sprak gedempt tot de werkster, want zij begreep, dat haar luide bevelende stem van anders nu niet paste, maar 't kwam niet uit haar hart geweld. Jaan bracht haar den grooten koperen koffiepot, juist zoo zij gevraagd had, eerst gebrouwen en Juffrouw Thérees schoof ijskalm stoelen bij en vroeg of de familie zitten ging.

Dan viel stilte.

Niemand dorst beginnen in 't eerst. Wel

[pagina 2]
[p. 2]

was het de manier op Ammerstol, zóó na de begrafenis koffie te drinken met krentenbrood erbij, maar hoewel al die struische mannen dat al vaak in hun leven als vanzelfsprekend gedaan hadden, hier stootte het. Hier was het anders dan overal. Hier hing de vreemde onbewogenheid van Juffrouw Thérees waar niemand raad meê wist. Als ze geweend had, wanhopig als een dulle, of verslagen had zitten staren naar iets, of... gelachen, ieder had er weg meê geweten; nu niet. Juffrouw Thérees had haar Moeder, Lammertje Lekkerkerker niet liefgehad, dat was duidelijk voor al die zwarte stille mannen, die statig hun witte handschoenen uittrokken, de lastige jaspanden naar achter streken en zich lieten vallen op de net-neergezette stoelen. Er werd gegeten met lange tanden; niemand dorst goed, maar 't was niet het snotterig gesnik van Willem of de zware hartzuchten van de wewenaar dat hun beklemde. Aan den roodkoperen zeshoekigen koffiewarmer zat Juffrouw Thérees en keek koel over de tafel, of niemand wat te kort kwam. Want zij wilde niet, dat morgen aan den dag, langs heel de Lek verteld zou worden, dat het in ‘De Zalm’ een gierige boel was

[pagina 3]
[p. 3]

geweest, bij de uitvaart van de Kasteleines. Er werd geschonken en gedempt gepraat, de geur van kleeren die lang opgeborgen waren geweest, begon door de warmte in de achterkamer zich te verspreiden; toen stond iemand op, de eenige tusschen al deze menschen, wien de zwarte deftige kleeren gewoon stonden, en hij sprak:

‘Vader Versteeg en gij familieleden, wij hebben zooeven de vrouw van dit huis uitgedragen naar een stille plek op Gods akker; straks zult gij van hier gaan en men zal zich in dit huis moeten aanpassen aan het onvermijdelijke gemis. God heeft het zoo gewild. Een Moeder en een goede Vrouw is heengegaan, ik vraag u allen, toch gedurig te bidden voor haar die ons aller achting en liefde waardig was.’

Juffrouw Thérees, die rechtstond, schonk niet door, maar zette den koffiepot ook niet neer. Om haar profiel hing een waas van kilte.

‘Ik heb veel van mijn vrouws Moeder gehouden; in haar heb ik steeds de liefhebbende Moeder van mijn echtgenoote gezien; ik moet nu gaan, maar in mijn snel vertrek moet gij geen misprijzing zien - ik ga met weemoed; want ik weet een

[pagina 4]
[p. 4]

huis vol smart hier achter te laten. Vader, Willem en gij Thérees - geef mij de hand; ik wensch, dat het voor lange jaren uw laatste leed geweest zal zijn’.

Toen kwam hij deftig, zoo het een gemeenteraadslid van Goudriaan past, op Vader Versteeg aan en stak hem de hand toe. Vader dankte iets mompelend, want het zat hem tot aan de keel; Willem keek niet op als hij moedeloos zijn gloeiende hand gaf, en Juffrouw Thérees veegde eerst de hare aan haar schortel en zei: - Dank u zwager, groet Liesbeth van mij, dat ze maar gauw eens hier komt met haar zoon’.

Toen werd er weer gegeten en gefluisterd, onderwijl mijnheer Verbree, de Latijnsche boer van Goudriaan, buiten zijn Utrechtsch wagentje in liet spannen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken