Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Een stoombootje in den mist (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Een stoombootje in den mist
Afbeelding van Een stoombootje in den mistToon afbeelding van titelpagina van Een stoombootje in den mist

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.95 MB)

ebook (3.08 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Een stoombootje in den mist

(1933)–Herman de Man–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 213]
[p. 213]

Mededeelingen over De kleine wereld

[pagina 215]
[p. 215]

De kleine wereld
door Herman de Man
Ing. f 2.90 - Geb. f 3.90

Kent u ‘De kleine wereld’?

Verleden jaar verscheen van Herman de Man ‘De Kleine Wereld’ een boek over twee bedelaars, Chef en Jochem geheeten. Wacht, - zal de lezer van het Stoombootje zeggen - maar die twee rakkers kennen we, die waren ook aanwezig op de Maasstroom IX. - Inderdaad. Van Chef is immers het verhaal over het bewogen ontslag uit Veenhuizen en van Jochem de historie van het volksgericht. Die twee gepatenteerde duitenvangers volgen we in een kleine wereld, het gebied tusschen Schoonhoven en IJsselstein (drie uren gaans) en overal waar zij komen, beleven zij het een of het ander. Deze avonturen, als een kralensnoer aaneen gerijd, vormen den bedelaarsroman ‘De Kleine Wereld’.

 

Een wonderlijk gegeven en volkomen uniek in onze letterkunde. Er is heel wat over te doen geweest verleden jaar, in de letterkundige critiek, die van felle pro's tot even felle contra's geschakeerd was. Nu onderschatten we geenszins de waarde van critieken, vooral als het een omstreden publicatie betreft, maar bij een boek als het onderhavige, zoo rauw en ongebolsterd, doch tevens zoo doorstraald van een milde

[pagina 216]
[p. 216]

menschelijkheid, vonden wij het nòg belangrijkere, hoe de lezer op deze ‘kleine wereld’ reageerde. Want van dat wij de copy van dit boek hadden gelezen, stond het bij ons vast: dit menschelijk boek zal veel vrienden winnen.

En zoo is het ook gegaan. ‘De Kleine Wereld’ werd van lezer tot lezer doorgegeven, er groeide die ondefineerbare stemming voor, waaruit meer en meer het succes wordt opgebouwd. Het was een binnenkamersucces, want het werd hoofdzakelijk gedragen door de genegenheid der lezers, die anderen tot lezen aanspoorde.

 

En het hoeft dan ook niemand te verwonderen, dat auteur en uitgever over dit werk diverse brieven ontvingen, van ontroerde lezers, en wel uit zeer gevarieerde maatschappelijke kringen. Dit zijn feitelijk particuliere brieven en het ware niet passend, ze af te drukken. Toch waren eenige ervan zóó merkwaardig, dat het ons moeite kostte, ze niet in hun geheel aan de openbaarheid prijs te geven. De merkwaardigste dezer brieven, waarvan wij door den auteur mochten kennis nemen, was afkomstig van een oud man, die op middelbaren leeftijd, door omgang met ander zwerversvolk, ook er toe gekomen was, den weg op te trekken, om zijn hand op te houden. Later was hij weer in de maatschappelijke ordening terug gekomen. Een onverdacht getuige aldus. Een vakman uit de ‘kleine wereld’, door Herman de Man beschreven. - Wat heb ik veel uit mijzelven herkend in uw boek, - was de grondgedachte van dien brief, geschreven in een opwelling van innnige dankbaarheid om de Man's mild begrijpen.

Een mevrouw ten plattelande schreef, dat zij sedert de

[pagina 217]
[p. 217]

lezing van dit boek, geheel anders was gaan aankijken tegen bedelaars, en - tot mijn verwondering heb ik nu ontdekt, dat uw twee landloopers in 't geheel geen gewaagde fantasieën zijn, maar dat het wemelt van de Chefs en Jochems op den landweg. De kostelijkste typen hebt U mij doen ontdekken door uw boek en daarvoor ben ik U recht dankbaar. -

 

Maar de alleraardigste ontmoeting had toch Herman de Man zelf. We laten 't hem echter liever persoonlijk voor U vertellen:

We zaten aan tafel. Daar werd aan de bel getrokken alsof er moord was. Ik sprong op. U moet weten, ik heb hier in mijn vrij eenzame woning een doorverbindingspost van de rijkstelefoon, die beschikbaar moet zijn bij noodgevallen. En zulke noodgevallen kondigen zich meestal aan met erbarmelijk gelui aan de deurbel.

Maar er was moord noch brand. Er stond alleen maar een bedelaar voor de deur, een kerel van even machtig formaat als Chef was en Jochem en bekleed met (naar schatting) vier jassen. ‘Zoo’ - zei hij - ‘nou ben ik er, g'loof ik.’

‘Waar moest je dan zijn? -

‘Bij Herman de Man asjeblief.’

‘Je bent bij Herman de Man asjeblief.’

Toen zei hij niets meer; hij vond blijkbaar, dat de mededeeling van een bedelaar, dat hij bij Herman de Man alsjeblief wezen moest, voldoende opheldering was. We keken elkaar een paar tel aan en toen zei ik: - ‘ik ben er nog altijd niet achter, wat je doen komt, waarom je speciaal naar mij komt vragen.’

[pagina 218]
[p. 218]

‘Nogal helder,’ zei het gevaarte.

‘Wil je een maal eten?’

‘Nogal helder, asjeblief.’

‘Maar waarom dacht je, dat je zoo zeker hier eten zou krijgen?’

‘Nogal helder. Jij mooie boekies over ons schrijven en guldens eraan verdienen en ik er hier nog niet eens een maal eten van bekomen? Nogal helder!’

Waarop ik antwoordde: ‘je bent een goed vakman in je soort. Maar hoe wist je dat, van dat boek?’

‘Gelezen, meneertje; dat hebben ze op 't logement van.... uit de bibliotheek gehaald. Maar 't is driekwart opgrijperij, de menschen zijn zoo goed niet, bij lange niet. Ik heb het geloof in de menschheid verloren. Ik heb nog nooit een rijksdaalder ineens gehad.’

Ik keek hem eens aan. Twee gedachten vlogen door mijn hoofd. De eerste was... geef dien armen dalver een rijksdaalder, om hem het geloof in de menschheid terug te schenken. Maar op het tweede plan overwoog ik: die gladde vogel heeft, onderweg naar mij, kans gezien zijn entree bij mij keurig te overwegen en uit te werken... maar ik sta hier verrast en wel. Hij pompt me een rijksdaalder af, op uitgeslapen wijs; maar dat zal niet gebeuren.

‘Hoe heet je?’ vroeg ik, om de situatie even te rekken.

‘Jacob.’

‘Zoo, Jacob... en jij hebt je geloof in de menschheid verloren? Je gelooft niet, dat er nog goeie menschen bestaan? Als ik je nu eens een maal eten geef en een kwartje? Geloof ie dàn, dat er nog goeie menschen zijn?’

En toen viel hij door de mand: ‘'t Is eigenlijk twee en een kwart minder dan ik verwacht had, maar... kom op!’

[pagina 219]
[p. 219]

Hij at zijn maal eten, bekwam zijn kwartje, en had het geloof in de menschheid terug... hoewel zijn tarief daarvoor eigenlijk twee gulden vijftig was... tenminste, ten opzichte van mij.

En hij is een vaste bezoeker van ons huis gebleven. Dat zijn nu van die schrijvers-risico's; ik zal maar nooit over menscheneters schrijven. -

 

Ook is nog merkwaardig om te weten, dat eenige weken vóór het verschijnen van ‘De Kleine Wereld’, een Hoogleeraar in het Strafrecht aan een onzer Universiteiten voor den Armenraad een referaat gehouden heeft over de onbillijkheid, schuilend in art. 432 W.v.S., op gronden, in wezen sterk verwant aan die uit het gesprek, dat Herman de Man laat afspelen tusschen zijn twee landloopers en een Officier van Justitie.

 

Kortom, deze kleine wereld, moet U óók kennen. U hebt nu met Herman de Man eenige dagen vertoeft op 't Zijper Wije tusschen kermisgasten en boerenvolk, laat U nu ook eens door hem leiden langs de route van Chef en Jochem, de twee doorgewinterde bedelaars. U zult ons dankbaar wezen veer dezen raad.

nederlandsche keurboekerij
Amsterdam

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken