Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bezoeker uit de West (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bezoeker uit de West
Afbeelding van De bezoeker uit de WestToon afbeelding van titelpagina van De bezoeker uit de West

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.15 MB)

Scans (155.22 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)
roman
thriller


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bezoeker uit de West

(1964)–W. van Mancius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[p. 205]

Hoofdstuk 27

Ik vertelde Suzy niets van het gebeurde, dat ik toeschreef aan de gevolgen van een nachtmerrie. Suzy vroeg me of ik haar ouders iets over Curaçao wilde vertellen, waar ik een aantal jaren heb gewoond en ik had toevallig een kaart, aan de hand waarvan ik het een en ander kon uitleggen. Tijdens ons gesprek kwam Heuveling zich bij ons voegen.

Niet dat ik in enig opzicht bang was, dat hij een rivaal zou blijken te zijn, maar alleen omdat ik niet erg op zijn gezelschap gesteld was, gaf ik Suzy een wenk, die zij begreep en ging aan dek. Even later kwam zij ook het dek op met aan haar zijde Heuveling. Dat was allerminst mijn bedoeling, maar ik veronderstelde, dat Suzy wel een uitvlucht zou vinden om hem kwijt te raken.

Ik had mij misrekend, blijkbaar was de heer Heuveling ook erg op Suzy's gezelschap gesteld. Pas tegen lunchtijd kreeg ik gelegenheid een paar woorden met haar te wisselen.

‘Waarom heb je ons geen gezelschap gehouden?’ vroeg ze, toen ik haar bij de ingang van de eetzaal eindelijk alleen trof.

‘Ik heb geen derde daarbij nodig,’ zei ik. Ik was kwaad door die verloren morgen, maar toen ik Suzy's gezicht zag, had ik me zelf wel kunnen schoppen.

‘Ik kon hem toch niet zo maar wegsturen,’ zei ze. ‘We hebben elkaar een hele tijd gekend, daar steekt toch niets in.’

[p. 206]

Natuurlijk was ik jaloers en daardoor onredelijk.

‘Het spijt me,’ zei ik dan ook. ‘Natuurlijk kon je dat niet, maar vanmiddag hebben we toch alleen elkaar, hoop ik.’

‘Ik hoop het,’ zei Suzy en liep lachend de eetzaal in.

Het gebeurde niet. U weet dat Suzy's vader dokter was? Ja, natuurlijk weet u dat. Ze hielp hem soms in zijn praktijk. Nu was er een passagier, die een ongelukje gehad had en Suzy moest haar vader helpen en de vrouw verplegen, vertelde mevrouw Benting mij. Het gevolg was, dat ik Suzy pas de volgende morgen aan dek ontmoette. Ik hing een beetje landerig over de reling. Zonder Suzy vond ik de bootreis nu niet bepaald ideaal, maar dat veranderde toen ik haar stralend op mij zag toekomen.

‘Daar ben ik dan eindelijk,’ zei ze en ik was gelijk mijn boze bui vergeten.

‘Heb je je erg verveeld?’ vroeg ze.

‘Natuurlijk. Is het nou noodzakelijk, dat we ter wille van een volslagen vreemde...’

Ze legde haar hand op mijn mond. ‘Ik heb ook naar jou verlangd Robert. Maar ik moest vader wel helpen. Er is gelukkig een verpleegster aan boord, dus heb ik van nu af aan meer tijd om met je samen te zijn.’

‘Suzy?’

Ze keek mij aan met haar blauwe ogen met een blik, die mij genoeg zei, maar toch stelde ik de vraag. ‘Wil je met me trouwen, zodra we aangekomen zijn?’

‘Maar jij gaat toch naar Venezuela en ik naar Curaçao?’

‘Dan ga ik door naar Curaçao. Wil je dat liefste?’

‘Ja, Robert, dat wil ik.’

Ik stond op het punt haar in mijn armen te nemen, toen ik plotseling Heuveling op ons zag toekomen. Iets in zijn houding gaf me een waarschuwing, dat er gevaar dreigde.

‘Wat doe je daar? Wil je juffrouw Benting wel eens met rust laten?’

Ik dacht even dat hij mij een klap wilde geven en bereidde mij voor die af te weren.

[p. 207]

‘Bob,’ zei Suzy scherp. Hij keek haar even wezenloos aan en daarna mij.

‘Wat is er gebeurd?’ stamelde hij. ‘Wat is er gebeurd, Suzy?’

‘Ga zitten,’ zei ik. ‘U bent piet goed. Kan ik iets voor u doen?’

‘Ik weet het niet,’ zei Heuveling en liet zich in een dekstoel vallen. ‘Ik moet mij vergist hebben.’

Over zijn hoofd ontmoetten mijn ogen die van Suzy. Was de man dronken of was hij ziek?

Maar dronken bleek hij toch niet te zijn. Na een ogenblik met zijn hoofd in zijn handen gezeten te hebben stond hij op, mompelde een verontschuldiging en verwijderde zich.

Later toen we samen in de hut waren, maakte hij zijn verontschuldiging. Het leek mij het beste er verder niet op in te gaan, maar het gebeurde bleef tussen ons hangen, we spraken in het geheel niet meer met elkaar.

De dagen verstreken en ik begon te vergeten wat er was voorgevallen. Suzy en ik waren veel samen en haar ouders moeten hun conclusies getrokken hebben. Toen zei Suzy op een gegeven dag: ‘Robert, zou je nu zo langzamerhand niet eens met vader spreken? Het mag dan ouderwets klinken, maar ik weet zeker, dat hij het op prijs zal stellen.’

Ik moest toegeven, dat de gedachte daaraan nog niet bij mij opgekomen was, maar ik begreep, dat zij gelijk had. Toch zag ik tegen dat onderhoud op.

‘Dat moest ik dan maar direct doen,’ zei ik.

‘Ik wacht hier op je,’ zei Suzy.

Het gesprek viel buitengewoon mee. Zowel dokter Benting als zijn vrouw waren, nadat ik alles over me zelf verteld had, met hun dochters keus wel ingenomen.

‘En ga haar nu dan maar halen,’ zei mevrouw lachend. Ik haastte mij naar het dek terug, waar ik Suzy in tranen aantrof.

‘Wat is er nou aan de hand?’ vroeg ik, verbijsterd. ‘Waarom zit je te huilen? Alles is toch in orde. Of heeft het te lang geduurd?’

‘O, Robert,’ snikte Suzy. ‘Dat is het niet. Bob was zojuist hier.’

[p. 208]

‘Nou en? Als hij je lastig gevallen heeft...’

‘Nee,’ ze trachtte zich te beheersen. ‘Nee, lastig gevallen niet lieveling, alleen...’

‘Wat dan?’

‘Hij heeft me ten huwelijk gevraagd.’

‘Hij is gek.’

Ze droogde haar tranen en keek mij aan. Opeens glimlachte ze. ‘Zo, moet hij daar gek voor zijn?’

‘Ja,’ zei ik. ‘Om te denken, dat hij een schijn van kans zou hebben. Kom mee, kind, voordat de kapitein je ten huwelijk vraagt.’

‘Misschien zeg ik dan wel ja,’ zei ze.

Toen haastten wij ons terug naar haar ouders.

Maar ik was niet van plan, Suzy nog langer bloot te stellen aan de huwelijksplannen van meneer Heuveling. Toen ik in mijn hut kwam, zag ik, dat hij nog niet naar bed gegaan was. Alleen Donkers, een van de andere hutgenoten lag in zijn kooi te snurken. Ik ging op een stoel zitten om de komst van Heuveling af te wachten. Ik wilde hem voor eens en voor altijd duidelijk maken, dat Suzy met mij ging trouwen.

Zo zat ik daar geruime tijd en wachtte. Een hele tijd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken