Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De omgekeerde wereld (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De omgekeerde wereld
Afbeelding van De omgekeerde wereldToon afbeelding van titelpagina van De omgekeerde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.17 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De omgekeerde wereld

(1975)–Lidy van Marissing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 38]
[p. 38]

Hoofdstuk V Lichtbeelden door een trechter

Wie zich veroorloofde tegen een fikse prijs door de trechter-met-vergrootglas boven op de 120 cm hoge kast te kijken, zag daar onder zich een bewegend tafereel, niet groter dan een halve prentbriefkaart met levende mensen die helder tegen een donkere achtergrond afstaken. Er waren enkele lach- en variété-nummers. De scènes duurden nauwelijks een halve minuut.

 

Uit die tijd dateerde de verroeste daguerreotype, een metalen plaatje vol kleurenschakeringen, waarop het familiehoofd te zien was met rechtopstaand askleurig haar, het kartonnen boordje van zijn hemd vastgehouden door een koperen knoop en op zijn gezicht een uitdrukking van plechtige verbazing - iets wat zijn vrouw slap van het lachen omschreef als ‘een geschrokken generaal’. En inderdaad was hij geschrokken, want hij meende dat de mensen langzamerhand zouden opraken wanneer hun beeld overging op de metalen plaat.

 

Die ochtend stak ze de kinderen in hun beste kleren, poederde hun gezichten en gaf ze allemaal hun lepeltje mergsap, zodat ze bijna twee minuten lang volmaakt onbeweeglijk zouden kunnen blijven staan voor de indrukwekkende kamera (toen nog in het stadium van ‘fotografiese revolver’).

 

Op dit familieportret staat A. in een zwart fluwelen pak tussen zijn twee zusters. Hij toont dezelfde trage kalmte en dezelfde indringende blik die hij vele jaren later ook zal laten zien als hij tegenover het eksekutiepeloton staat.

 

De vader en de zoon. Deze opname is een beetje bewogen. Het is kennelijk zondagmorgen, de fabrikant draagt een bolhoed, bij het uitgaan van de kerk. Op 150 meter afstand ongeveer, op het dorpspleintje, staat de auto van de fabrikantenfamilie: een oud model,

[pagina 39]
[p. 39]

met open dak en grote wielen met spaken. Het is de enige auto in de hele streek.

 

Zes meisjes. Vier zitten op keukenstoelen voor een muur, de oudste staat en heeft de jongste op de arm. De kinderen hebben geruite mouwschorten en zwarte kousen aan en ze dragen klompen.

 

De puinhopen van het daglonershuisje na de brand, stukjes muur van slechts een paar stenen hoog en daarbinnen twintig, dertig mannen en jongens met boerenpetten op, die je aankijken. Mensen die niet meer bestaan.

 

Soms laten de foto's een rug zien, een hand tegen een deur, een wandeling op het land, een mond die half-open is (voor een kreet?), een paar schoenen in de kast, mensen van opzij gezien die een plein oversteken, spullen op de achterbank van een auto, een gestempelde postzegel op de hoek van een kaart, een woonkamer terwijl niemand tuis is, een asbak, een opengeslagen bed.

 

Soms zijn de ontbrekende lijnen het belangrijkste, de enige die er toe doen. De opeenstapeling van fragmenten levert een beter beeld op dan de pose van de voltallige familie.

 

De foto is in 1918 genomen, papa is vijftien jaar en staat erbij als een bleke lat, hij staart verschrikt recht in de kamera terwijl op de achtergrond een touwtrekwedstrijd aan de gang lijkt: je ziet tenminste een gespannen touw en drie mannen die zich aan de rechterkant van de foto met alle macht op de grond afzetten (om zich aan het onthullend beeldvlak te onttrekken?).

 

Een onwezenlijk lachende groep in de tuin voor de villa, met I. pafferig, als na een t.b.-kuur, half achter het donkere, wat dikke meisje met het mooie gezicht dat opvalt tussen de slungelige kinderen en de toen (twintig jaar geleden toch) niet eens zoveel jonger uitziende moeder.

 

H. tussen de andere familieleden. In de tuin, op de fiets, bij het meer, op haar twaalfde verjaardag, al mooi gevormd in badpak. Overal la-

[pagina 40]
[p. 40]

chend, opgewekt, maar ‘anders’. Vaak vanuit haar ooghoeken naar de anderen kijkend en niet - zoals de rest - recht in de kamera: een vroegrijp gezichtje met een schuwe, donkere en vooral takserende blik.

 

Er is heel wat aan te merken op die foto. M. ziet eruit of hij tering heeft: mager, apaties en nogal zwaarmoedig. Een jongeman op het punt te sterven. Het pispaaltje van de klas.

 

Niet het plaatje is doorslaggevend, maar de plaats ervan tussen de andere. Dat leert de ik-persoon van het kind van een vriendin met wie hij zichzelf voortdurend als in een film ziet spelen.

 

In zonlicht badende figuren tegen een diepzwarte achtergrond.

 

De kompagnons. De twee mannen zijn vol zelfvertrouwen en leggen een formele waardigheid aan de dag; ten opzichte van elkaar maken zij een ontspannen indruk. Maar hoe kijken ze naar ons? Op een opvallende manier ontbreekt in hun blik en houding de verwachting van enigerlei herkenning. Het lijkt of hun waardigheid zich in principe niet leent voor herkenning door anderen.* Zij zien er uit alsof ze naar iets kijken waaraan ze geen deel hebben. Naar iets dat hen omgeeft, maar waarmee zij niets te maken willen hebben. Een menigte?

 

Staatsieportret. Daar staan zij, met niemand te verwisselen, en wij kunnen hen bestuderen; het is echter onvoorstelbaar dat zij ons op eenzelfde manier zouden aankijken. Dat hun blik wordt beantwoord verwachten zij niet. Waakzaam en op een afstand wensen zij anderen met hun verschijning (hun glans) te imponeren.* Toch willen zij tegelijkertijd juist door het portret dichter bij het volk komen, tastbaar aanwezig zijn, een persoonlijke uitdrukking (Prinses Glimlach) tonen aan de gewone mensen. De verwarring is groot: het portret maakt voornamelijk een houterige en stijve indruk.

 

Naarmate de tijd verstrijkt gaan de gezichten van de geportretteerden meer op elkaar lijken. Hun gelaatstrekken worden een masker dat bij hun kostuum (japon) past. Ze lijken hoe langer hoe meer op wassen beelden die maar niet willen smelten. Hun prestige en hun leegheid

[pagina 41]
[p. 41]

staan echter nauw met elkaar in verband.

Het laatste stadium van deze ontwikkeling kan men tegenwoordig zien in de marionet-achtige manier waarop de politikus op de tv verschijnt.

* Je bent wat je presenteert. Het geluk: door anderen benijd te worden. Men wordt met belangstelling gadegeslagen, zelf daarentegen kijkt men zonder belangstelling terug. Als men wel belangstelling zou tonen (voor de menigte, voor het gewoon-menselijke, voor het alledaagse) zou men aan benijdenswaardigheid inboeten. Hoe onpersoonlijker de sterren zich gedragen, hoe groter de illusie van hun macht. De macht van de sterren berust op hun veronderstelde geluk, de macht van de politici op hun veronderstelde gelijk. Vandaar hun afwezige, opgerichte gezichten - zij kijken over de jaloerse blikken en de uitgestoken handen die hen hooghouden héén.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken