Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De omgekeerde wereld (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De omgekeerde wereld
Afbeelding van De omgekeerde wereldToon afbeelding van titelpagina van De omgekeerde wereld

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (7.17 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De omgekeerde wereld

(1975)–Lidy van Marissing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 103]
[p. 103]

Hoofdstuk XX Als ratten in de val?

Eén van de meest klemmende vragen blijft waarom het niet tot een echt treffen komt.

 

Ze rukken in kolommen op bij het stijgen der prijzen - naar het stadion. Niemand ziet verder dan in de rug van zijn voorman en ieder is trots op deze manier een voorbeeld te zijn voor degeen die achter hem loopt.

 

‘Gooi alle ramen en deuren open!’ riep de oude vrouw (en de familie dacht onmiddellijk dat ze gek was geworden). ‘Maak vlees en vis klaar, koop de grootste schildpadden en garnalen, laat de vreemdelingen komen om in alle hoeken hun slaapzakken uit te rollen en op de rozestruiken te plassen, laat vrienden en voorbijgangers aan tafel gaan zitten om zo vaak en zo veel te eten als ze willen, laat ze kletsen en boeren en alles vuil maken met hun sigaretten en drank, laat de kinderen lachen en de boel op z'n kop zetten, laat iedereen bij ons doen waar hij zin in heeft, want dat is de enige manier om de ondergang tegen te houden!’ (Hoewel ze schaterde keken haar donkere ogen eindeloos verdrietig.)

 

De ene man liep met grote stappen op de ander af. Hij riep iets. Het was echter onmogelijk om hem te verstaan. Ik kon vanachter de ramen slechts de handelingen en gebaren waarnemen. Dat was een nadeel, maar het bracht met zich mee dat ik met meer dan gewone aandacht hun bewegingen volgde. Vrij spoedig nadat ze tegenover elkaar stonden betrapte ik mezelf erop dat ik, net als tijdens het rattenonderzoek in het laboratorium, bezig was de gedragingen te protokolleren. Ik hoorde mezelf mompelen: - balt vuist, heft linkerarm op, loopt op de ander af, de arm gaat verder omhoog, het lichaam draait een kwartslag als hij nadert, hij loopt dan terug, staat stil en krabt op het hoofd, stampvoet, nadert opnieuw, de vuist ballend en de arm

[pagina 104]
[p. 104]

opheffend. - Zo ging dat enige tijd door. Inmiddels waren de eveneens schaars geklede vrouwen gekomen. Het vreemde was dat ze zusterlijk naast elkaar in het gras stonden toe te kijken, zonder enig vertoon van agressie, met slechts af en toe een spoor van partijdigheid (dan zwaaide één van hen met gebalde vuist in de lucht om de tegenstander van haar man schrik aan te jagen). Ook de ratten draaien hun lijf een kwartslag als ze elkaar naderen. Omdat ze op vier poten lopen is de uitwerking van die draaiing (een schijnbeweging?) iets anders dan bij mensen. Ook tillen ratten hun voorpoot op als ze dichter bij elkaar zijn gekomen. Waarom die kwartslag: het zijwaarts naderen? Een voor de hand liggende hypotese is dat twee tegenstrijdige motivaties dit gedrag veroorzaken. Agressie kontra een vluchtneiging. Zolang de ratten/de mannen nog vrij ver van elkaar af staan overheerst de agressie en als gevolg daarvan lopen ze op elkaar toe. Naarmate ze dichter bij elkaar komen kan de vluchtneiging toenemen. Eén van beide dieren loopt na de nadering terug, zit even stil, krabt zich op het hoofd of maakt een andere afleidingsmanoeuvre en loopt vervolgens weer dreigend in de richting van zijn tegenstander. Helaas heb ik niet zo goed op het karakteristieke stampvoeten gelet.

 

De woordenvloed enerzijds en het zwijgen anderzijds. De personages worden tussen beide uitersten heen en weer geslingerd. Degenen die hun mond stijf dicht houden zijn óf zo goed af dat zij zich nergens over te beklagen hebben, of zij wijzen trots en standvastig de woorden af die vaak slechts misverstanden en illusies scheppen. Bij deze laatsten betekent het zwijgen een protest tegen leugens en onrechtvaardigheid. Arme sloebers echter schreeuwen het uit, in de hoop gehoord te worden. Op deze wijze onderwerpt C. alle mogelijke houdingen der personages ten opzichte van de taal aan een onderzoek. Het is overigens merkwaardig dat C. zelf in zijn dagelijks leven ook deze twee uitersten kende: hij barstte uit in lange scheldtirades (die soms een paar uur duurden), óf hij sprak haast onverstaanbaar, fluisterend, omdat zijn stembanden door drankgebruik verlamd waren.

 

Welke gezichten zijn het die ons hier tegelijkertijd aanzien?

 

Zoals de oude vrouw na afloop van het feest uitgeput op de stoep zit en het licht ziet worden. ‘Na een heel leven zie ik mij hoestend en

[pagina 105]
[p. 105]

bijna kreupel zitten, oude foto's als een kaartspel schuddend. Er is niemand, je bent niemand. Een opeenhoping van as en een bezem, een huid om een paar botten gehangen,’ zegt ze hees tegen een onbekende naast haar. ‘Wat een drukte.’

 

Laten we eerst maar eens beginnen met de studie van handelingen en gebaren, van oogbewegingen, van mimiek en dergelijke. Me dunkt dat er dan al werk genoeg is.

 

Als ratten in de val?

 

We zijn armer geworden dan de dieren, dan de ellendigste toch nog bijgeloovige neger; wij verlangen minder en weten weinig; wij doen weinig en - wat de stilstand mede verklaart - wij hebben geen ruimte, geen uitzicht, geen doel.

 

Langzaam maar zeker begon ze in te krimpen, werd ze weer een foetus, raakte ze levend en wel gemummificeerd, totdat ze in haar laatste maanden (bijna een eeuw oud) als een gedroogd pruimpje verloren ging in haar eigen hemd en haar altijd opgeheven arm begon te lijken op de voorpoot van een aapje. Soms bleef ze dagenlang roerloos liggen.

[pagina 106]
[p. 106]

8.12 uur De beweging/de tijd is moeilijker in woorden en begrippen te vatten dan dat wat steeds gelijk blijft. (Het uitzicht op een eeuwenoud kerkhof, dat nog steeds beschreven wordt, of het uitzicht op zee.) Maar het zich onder onze ogen voltrekkende leven - zoals het in sommige scherpe beelden even opspringt en zichzelf ziet/
9.45 uur Een sterk verlangen de wereld te begrijpen, tot de dingen en het weefsel ertussen door te dringen, en toch geen kans zien iets anders te omarmen (in de vingers te krijgen) dan lucht.
10.30 uur De wereld valt in feiten uiteen. (Nóem de feiten. Nee, de feiten spreken voor zich.) En daartussendoor tuimelen de beelden. Maar wat is een beeld? Het beeld is een model van de werkelijkheid. Maar wat is de werkelijkheid? De werkelijkheid valt in feiten uiteen en daartussendoor tuimelen de beelden. (Is dit de dialoog tussen de domkop en het punthoofd al?
12.07 uur Alsof begrijpen zó al niet moeilijk genoeg is.
A propos, kun je ook zeggen dat de wereld in beelden uiteen valt? Ach, hou toch op.
14.25 uur Een ogenblik heb ik - tijdens het trage kauwen op mijn lunchpakket - radikaal in tegenovergestelde richting denkend - overwogen of het niet beter was dan maar ieder kommentaar achterwege te laten. Als elk kommentaar weer nieuwe kommentaren uitlokt, is het eind zoek.
15.05 uur Wat is het begrijpen van een boek eigenlijk? Het zou te betreuren zijn als een boek uitsluitend gelezen werd als lyries proza dat slechts kan worden ‘aangevoeld’. (Waar de inkt rijkelijk vloeit, alle kanten op, en het hier en daar gevlekte en bekraste papier hoogstens nog de funktie heeft van een Rorschachtest.)
15.09 uur Om te onderkennen of een boek waar of onwaar is moeten we het met de realiteit vergelijken. De realiteit? Daar zijn we nu al de hele dag over bezig!
15.15 uur Trouwens, twee hanen die elkaar naderen (bedoeld zijn hier natuurlijk twee kemphanen), die treden ook telkens terug om elkaar opnieuw te benaderen en pikken daarbij steeds even naar een zaad- of zandkorrel op de grond.

[pagina 107]
[p. 107]

  Zelfs als er niets ligt pikken ze even.
15.17 uur Terwijl al die tijd een zachte dichte regen over de stad siepelde.
16.32 uur De vlek in het gezichtsveld hoeft weliswaar niet rood te zijn, maar een kleur moet zij hebben. En de ruimte moet een uitgangspunt hebben (zoals de toon een hoogte en het ding een vaste vorm).
17.04 uur (het wordt nu snel donker) Alles verliest zijn warmte. De dagelijkse gebruiksvoorwerpen stoten de mens zacht maar onherroepelijk af. Men heeft elke ochtend opnieuw een ontzaglijke moeite met het overwinnen van de heimelijke tegenstand die de dingen bieden. Hun koude moet men vermengen met de eigen warmte om niet te verstenen. Deze ontaarding van de dingen is het vervolg op het menselijk verval. Men leeft onder de druk van een bedorven lucht, die bijna voelbaar is geworden.
18.00 uur (de avond is gevallen) Hoe beuzelachtiger de tijd wordt besteed des te brokkeliger en chaotieser verlopen de jaren. Zodat iemand na een lang leven voornamelijk het gevoel heeft miljoenen minuten te hebben meegemaakt, dwz verkruimeld, verstrooid als een bundel bankbiljetten, uitgegeven.
22.19 uur Wat is het leven anders dan het voortdurend verwerken van ervaringen? Het achterlaten van oud zeer en het dóórklauteren naar kennis en inzicht? Men moet om zo te zeggen de ladder onder zich omvergooien na er opgeklommen te zijn. Wat iets anders is dan de tak afzagen waarop men zit!
22.37 uur En al die tijd streelde ik haar.
22.56 uur Vaste voet in het leven te krijgen... Ik leerde bijtijds om me in woorden, die eigenlijk wolken waren, te vermommen. De gave om gelijkenissen te zien is niets anders dan een restantje van de oude dwang om in iets anders op te gaan en zich verborgen te houden.
24.13 uur (bij volle maan) De tentakels waarmee het beeld aan de werkelijkheid vastzit, zoals de nachtelijke droom vervlochten is met de dagelijkse ervaringen, en de verbeeldingskracht met de frustraties,

[pagina 108]
[p. 108]

De droom, zelfs een nachtmerrie, is een stomme film.

Een oude stadswal. Ze worden één voor één tegen de muur gezet, en een beschuldigende vinger wordt op ze gericht.

Waarna uit de holen en kuilen in de grond, uit de gaten in de muur duizenden ratten aanrukken en zich doelgericht verspreiden. Ze klimmen langs de benen omhoog. Binnen enkele minuten zijn de terechtgestelden kaalgevreten tot op het bot.

Hoopjes kleren tegen een oude stadswal. Geen geluid - geen stem, geen schot, zelfs geen geknaag of getrippel.

Alleen de tingel-tangel-muziek van een valse piano op de achtergrond.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken