Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzamelde gedichten (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzamelde gedichten
Afbeelding van Verzamelde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzamelde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (3.84 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.17 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzamelde gedichten

(1941)–H. Marsman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 34]
[p. 34]

IV

Penthesileia

 
De bronzen kling
 
omheuvelt ademend het schemerdal.
 
daarachter zingt de zee een zachten dood
 
 
 
wuivende zeilen,
 
droomend aan den voet der weeke heuvlen,
 
deinen de tenten van het maagdenkamp.
 
 
 
Penthesileia slaapt
 
 
 
een laatste vrouw die haar omarmen mocht
 
en sluimeren in 't warme schaduwrag van haren flank,
 
bezweken en ineengeworpen, ergens in de tent,
 
buiten den samenhang van 't zwalpend bloed
 
achteloos weggelegd
 
 
 
zoo ligt haar pantser
 
 
 
Penthesileia slaapt.
 
 
 
met haren helm,
 
besmeurd door 't zware bloed der late zon
 
die zij tot aan haar rooden dood bevocht,
 
legt zij de ruimte van zich af
 
en wischt den dag uit heur versomberd haar
 
en baadt zich, lang en loom,
 
in schemerschaduw der naderende nacht.
[pagina 35]
[p. 35]
 
zij peinst:
 
dit gaat voorbij.
 
geen dezer lievelingen kan de pracht
 
van mijne haren dooven in den gloed
 
van mateloozer pracht. geen kan mijn bloed
 
vermoeien tot den dood. uit elk omarmen
 
schittert het schild van mijnen schoot
 
wit-stralender. de zuilen mijner schenkels
 
spannen zich rijziger. uit de verstrengeling
 
der leden puren de mijne kracht en glans,
 
de hare welken week, zij bloeden als
 
gestorven rozen, rood en zwart. zij hebben
 
haar angst gekoeld. haar bloed verstroomt.
 
zij voeren in de boot van mijn omarmen
 
voorbij den dood. zij zijn bedwelmd
 
van zaligheid, vervoerd -
 
ik echter rijs, als riet
 
uit streelingen van wind en water, machtiger.
 
ik breek den dood dien zij mij schenken willen,
 
dien ik zelf verbeid, achteloos schier.
 
er is geen schoot waarin ik duizelend
 
verzinken kan. er is geen vrouw
 
die mij de dronkenschap,
 
het zelf-vergeten storten
 
kan in mond en hart
 
 
 
er is een man, misschien
 
 
 
schreiend om dit verlang,
 
hunkerend naar verraad en ondergang
 
en angstig om die beide, diep ontsteld,
[pagina 36]
[p. 36]
 
weert zij de warende gestalt'
 
die door haar tent sluipt,
 
vaag en overal -
 
en kantelt zich
 
en klemt zich
 
aan den wand.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken