Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vijf versies van 'Vera' (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vijf versies van 'Vera'
Afbeelding van Vijf versies van 'Vera'Toon afbeelding van titelpagina van Vijf versies van 'Vera'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.44 MB)

ebook (14.15 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

Daisy Wolthers



Genre

proza

Subgenre

roman


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vijf versies van 'Vera'

(1962)–H. Marsman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 172]
[p. 172]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

Vera
X (Slot)

48

aant.4Toen Vera ontwaakte en Hauser niet naast zich vond, schreide zij: een blind, wanhopig 5 snikken, dat haar langzaam uitholde, maar dat haar tevens bevrijdde van den druk en 6 de verwildering, die haar gedachten duister en verward maakten. De woede, de wrok 7 en de verknepen kleinmoedigheid smoken weg. Zij voelde zich als door een wonder 8 ontkomen aan den dood; zwak en verbijsterd, maar met een schok gered. Het bad, 9 dat zij nam, scheen ook uit haar hart de laatste sporen te zuiveren van de razernij 10 en verblinding, die in haar hadden gewoed. De pijn blééf, maar werd bijna een wel-11daad; de pijn, die haar lijfelijk stak in haar hart, werd vlijmender zelfs, maar de wonde 12 etterde nu niet meer, ze was open en rood. Hoogmoed en bitterheid - hoe waren die 13 beiden verslagen? wie heeft er voor mij gebeden? wie heeft mij behoed? - Zij dacht 14 vaag aan haar jeugd, scherper aan Theo (maar dit ging snel voorbij) langer, en tenslotte 15 alleen nog aan Hauser. Deernis steeg in haar op - maar terwijl zij zich kleedde en 16 plotseling overmand werd door een gevoel van duizelende leegte, besefte zij, dat juist 17 in deze deernis de hoogmoed zijn meest misleidende en verleidelijkste nuance zocht. 18 En wat was er deerniswekkend in hem? Misschien werd hij gelukkig, - maar zelfs al 19 werd hij dat niet, wat doet het er toe. Om geluk of ongeluk - voor zoover zij hechten 20 aan een bepaald aardsch bezit - gaat het niet. Het medelijden voor hem, dat haar 21 besloop, vooronderstelde zijn ongeluk, of liever: zijn onmacht om van wie dan ook 22 te houden. Maar deze veronderstelling berustte bij haar op den wènsch, dat hij tot 23 een andere liefde dan voor haar onmachtig zou zijn! - en

[pagina 173]
[p. 173]


illustratie

[pagina 174]
[p. 174]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

aant.1nu, nu zij deze listige valschheid ontmaskerd had en zich schaamde over de botte be-2zitsdrift, die de oorsprong was van haar medelijden voor Hauser - het edelste gevoel 3 waartoe zij zich in staat had geacht, en hoe édel was dat niet geweest! - vroeg zij zich 4 af, of ook deze ontmaskering en deze schaamte niet opnieuw tot verhoovaardiging 5 zouden leiden. De klaarte en de simpele vastberadenheid, die haar een oogenblik bijna 6 geheel doortrokken hadden met een vage, aanvankelijke vreugde, verduisterden nu 7 en blind schoof zij rond in het labyrinth van den hoogmoed. -

8Laat in den middag kwam zij buiten: het was een helle, frissche voorjaarsdag. Zij 9 wandelde, hoe zwak en ontredderd zij zich ook voelde, den geheelen weg van het 10 hotel naar de bar. Daar zou zij op hem wachten; en daar zou hij, wist zij, ook komen, 11 straks op den gewonen tijd. Zij beefde, telkens als zij dacht aan het oogenblik dat hij 12 binnen zou komen, groot, jong en krachtig - en van haar alleen zou het afhangen of 13 er wrevel, grauwe jaloerschheid en benepenheid schuren zou in hun gesprek, of dat 14 slechts weemoed en een - zou dat kunnen? - hèldere pijn het temperen en doorvlijmen 15 zou. - Hoe zwak was zij en hoe klein was haar hart. Smal en vermoeid, maar rechtop, 16 schijnbaar nog lezend in ‘der Teufel’ van Neumann, zat zij in haar gewone hoek, 17 en wachtte. -

18Toen hij binnenkwam, duizelde zij en dacht te bezwijmen, maar zijn handdruk, krachtig 19 en met een bijna verlegen innigheid, trok haar omhoog. Hij zat nu naast haar, pijn 20 en blijdschap doorwoelden haar, soms verstarde zij plotseling in een versteenende, 21 hooge, hooghartige eenzaamheid, soms groef de verbittering rechte strepen om haar 22 mond, soms kon zij haar stem niet open en zuiver houden - ze werd dor en heesch. 23 Zij spraken weinig. - Weemoed, die haar mond soms deed trillen, die zijn woorden 24 langzaam en donkerder maakten dan anders, omspoelde hen. - Ik hoef her niet uit te 25 leggen, nietwaar? -

[pagina 175]
[p. 175]


illustratie

[pagina 176]
[p. 176]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

aant.1- Nee, natuurlijk niet; je zou het trouwens niet kunnen; we begrijpen immers niets 2 van die dingen. -

3- Inderdaad, psychologie is een onding (dat klinkt verkeerd, overweegt hij, te schril-4theoretisch, en zij, op haar beurt, voelt, dat hij dit er bij denkt.) - Dit soort onuitge-5sproken reacties vergiftigt onze bitterste uren, die anders misschien onze beste nog 6 zouden zijn.

7Toen verviel alles tot een vale, doode ontreddering. -

8Zwijgen. Waarom hebben wij dit niet vermeden? - het is zinneloos, er is niets meer te 9 zeggen: wij zijn vreemden geworden. Alle dingen, kleine dingen vooral, die zij hem 10 nog had willen zeggen - onderweg hierheen wist zij ze nog stuk voor stuk - zouden 11 belachelijk worden als zij ze zeide. De beklemming zwelt aan. - O God, waarom zitten 12 wij hier? Dit is het vernederendst van alles, naast elkaar zitten als gevonnisten in een 13 cel; denkend nog eenmaal zoo goed mogelijk samen te zijn, en dan ieder met een 14 andere pijn, - en wie weet - hij misschien de minuten al tellend, die hij nog bij mij 15 kan zijn - andere gedachten te denken, en eigenlijk te snakken naar het afscheid, dat 16 geen van beiden nog waagt te noemen. Wat is er ook nog te zeggen? zelfs al zou ik 17 mij willen vernederen tot een rechtvaardiging, denkt hij; wat? mij rechtvaardigen? 18 wat? mij vernederen? Is dat een vernedering? Zij is immers Vera? Nee, zij wàs Vera. 19 - En zij: waarom zeg ik nu niets? Wat wilde ik ook weer zeggen? Mijn moed en mijn 20 hoop van onderweg zijn weg. Het kan ook niet meer: hij is al veranderd: er is al iets 21 van hààr in hem en niets meer van mij. - Nu moet het uit zijn! Wat zal ik zeggen: 22 Ik ga nu maar weg, of: ga nu maar weg? Ze zegt: laten we nu maar weggaan; - een 23 stomme handdruk, een lange, stomme blik - was daar nog niet even iets innigs in, 24 iets van vroeger? Bij de deur ziet ze nog eenmaal naar hem om. Hij is mij niet met 25 de oogen gevolgd. Hij kijkt haastig op zijn horloge. - Is dit nu ons afscheid geweest?...

[pagina 177]
[p. 177]


illustratie

[pagina 178]
[p. 178]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

aant.1Op straat zegt de duivel, die haar (heen en weer drentelend voor de deur, telkens naar 2 binnen loerend, hoe ver het zou zijn: aha, dat gaat goed!...) heeft opgewacht: Na, 3 Kleine, wie war's. Wars nett, zurn letztenmal? Ach nein? Och, dat had ik je ook van 4 te voren wel kunnen voorspellen. Je had gehoopt op een desnoods zwak, maar toch 5 harmonisch slotaccoord? Hoe naief: de werkelijkheid is geen muziektheorie, Kleine, 6 he, ha, ha. Bist du müde?

7- Ja ik ben moe en nu wil ik alleen zijn, begrijp je dat? Ik ben moe, ik ben zoo moe...

[tekstkritische noot]
c 13 beiden ] beide
15 nog aan ] nog, aan
19 doet OPM: deed
f 6 maar dat haar ] maar haar
16 ‘Hoogmoed ] Hoogmoed
17-19 verslagen? wie heeft er voor mij gebeden? wie heeft mij behoed?’ - ] verslagen? wie heeft mij behoed? -
20 Theo (maar dit ging snel voorbij), langer ] Theo, langer
29 niet, en ] niet en
32 wènsch ] wénsch

 

[tekstkritische noot]
c 1 listige valschheid ] de e van listige omlijnd; valsch omlijnd
12 binnen zou komen, groot, jong en krachtig - OPM: waarvoor altijd datzelfde? - waarom niet gewoon ‘dat hij er zou zijn’ -
13 grauwe ] omlijnd 23-24 Weemoed [...] omspoelde hen. OPM: weg - herhaling
e 15 In de marge links wèer ] weer
25 gewone ] gewonen
27-28 verlegen innigheid ] verlegen en innigheid
Onderaan in de marge gezeten: Aansluiten. ‘Neen ] gezeten. Nieuwe alinea. ‘Neen
f 3 haar ‘medelijden’ met ] haar z.g. medelijden met
19 wrevel, jaloezie ] wrevel en jaloezie
21-22 een - zou dat kunnen? - hèldere pijn het zou temperen maar toch tevens doorvlijmen. - Hoe ] een als het ware heldere pijn het zouden doorvlijmen. Hoe
26 Toen hij binnenkwam, voelde zij zich als wegtrekken ] Toen hij binnenkwam, voelde zij zich wegtrekken
27-28 verlegen en innigheid ] verlegen innigheid
28 haar; pijn ] haar en pijn
29-36 doorwoelden haar, soms verstarde zij plotseling in een versteenende eenzaamheid, soms groef de verbittering rechte lijnen om haar mond, soms kon zij haar stem niet open en zuiver houden - zij sprak dor en heesch. - ‘Ik ] doorwoelden haar. - ‘Ik
Onderaan in de marge gezeten. Nieuwe alinea. ‘Neen ] gezeten. Aansluiten. ‘Neen

 

[tekstkritische noot]
c 8 Zwijgen OPM: weg
8-21 Waarom hebben wij [...] het uit zijn! OPM: dit terugbrengen tot enkele regels, om den brief die volgt nier te verzwakken.
e 3 In de marge links formuleerde hij snel ] pruuleerde hij snel,
7 onze beste nog zouden ] onze beste zouden
29 ‘Zal ] Zal
f In de marge bovenaan zei ] zeide
3 pruuleerde ] formuleerde
4 overwoog hij, terwijl ] begreep hij terwijl
4-5 zei, te schril theoretisch, en zij voelt dat hij dit er bij denkt.) Dit soort ] zei en zij voelt dat ik dit er bij denk) maar dit soort
7 beste zouden ] beste nog zouden
13 In de marge links nog?’ ] nog?
16-17 eenmaal hoe dan ook samen ] eenmaal, hoe dan ook, samen
28 In de marge links het kàn niet meer: hij is al veranderd: er ] het kan niet meer, hij is al veranderd, er
29 mij.... Zal ] mij. - Zal
30-31 weg?’ Zij zegt: ‘Laten wij nu maar weggaan’ - een ] weg? maar zij zegt: Laten wij nu maar weggaan - een
32-33 blik - was daar nog niet even iets innigs in, iets van vroeger? Bij ] blik - Bij
33-34 eenmaal ] eens

 

[tekstkritische noot]
c 10 de Splendid-Bar OPM: ‘die bar’ - is beter
14 kan -). ] kan.)
17-21 ik heb mij zelf [...] al wàs. - OPM: of dit weg; of de duivelpassage eind vorig hfdst.
e 12 16.IV.19.. ] 16-IV-19..
f 15 heb, en ] heb en
17 verwijt, en ] verwijt en

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken