Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Weekendpelgrimage (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Weekendpelgrimage
Afbeelding van WeekendpelgrimageToon afbeelding van titelpagina van Weekendpelgrimage

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

Scans (12.30 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Weekendpelgrimage

(1966)–Tip Marugg–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

XIII

Op Mario's huwelijksdag heeft het geregend. De dag was prachtig begonnen. In de morgenuren was het helder en zonnig weer geweest, maar tegen de middag kwamen grijze wolken uit het oosten aangedreven. Langzaamaan werd het zonlicht doffer, hetgeen natuurlijk een domper zette op de feestvreugde in het huisje. Tegen drie uur was de zon geheel verdwenen en begon het te regenen, een zachte motregen in het begin, die echter weldra overging in een fikse bui.

Het kleine huis was vol mensen, niet alleen de moeder en zusters en andere vrouwelijke familieleden van Mario waren er druk bezig, maar ook de moeder en zusters en tantes en nichten van de bruid, die allemaal van heinde en ver waren gekomen om mee te helpen de laatste hand te leggen aan de voorbereidingen voor het grote feest van die avond. Toen de zon achter de wolken was verdwenen en alles er op wees dat het zou gaan regenen, deden zij allen alsof zij daar niets van merkten en gingen gewoon door met haar werk. Maar toen de eerste druppels begonnen te vallen, werd het stil in het huisje, heel stil. Men ging weliswaar door met het werk, maar niemand sprak meer. Elkeen kon de gedachten van de anderen lezen, maar niemand die deze gedachten durfde uitspreken. Het was de moeder van Mario die eindelijk de stilte verbrak met de woorden: ‘Laat Mario halen. Het huwelijk moet worden uitgesteld.’

Toen kwamen de tongen los. Iedereen was het volkomen eens met Mario's moeder om het huwelijk naar een andere dag te verzetten, want allemaal wisten zij maar al te goed

[pagina 98]
[p. 98]

wat regen op een huwelijksdag voorspelde. Iedereen wist toch af van het geval van Coba en Marti? Coba was daags na haar huwelijk overleden. En van Nilo en Gacha die tijdens de oorlog waren getrouwd? Het was begonnen te regenen op het moment dat de bruidsstoet in de kerk arriveerde, maar de pastoor had van geen uitstel willen horen en het huwelijk werd voltrokken. Maar wat kwam er van terecht? Nog hetzelfde jaar schonk Gacha het leven aan een bijna geheel blank jongetje met blauwe ogen. Het viel niet moeilijk te raden dat de vader een soldaat moest zijn van de United States Forces. Een paar dagen na de geboorte van het kind liet Nilo zich aanmonsteren op een oceaantanker en sindsdien heeft Gacha niets meer van hem vernomen. Alleen zijn oude moeder ontvangt een of twee keer per jaar een beduimelde postkaart uit Recife of Singapore.

‘Het huwelijk moet worden uitgesteld,’ herhaalde Mario's moeder, ‘laat Mario vlug halen.’

Mario is eigenlijk de enige kleurling die ik echt mijn vriend kan noemen. Hij is een van de heel weinigen die de hinderlijke terughoudendheid, die men bij bijna alle kleurlingen aantreft, mist of althans in geringe mate bezit. Want al heeft een blanke het vertrouwen of zelfs de vriendschap van een kleurling weten te winnen en hoe ontwikkeld deze kleurling ook is, de afstand tussen blank en zwart wordt van de kant van de kleurling nimmer, bij geen enkele gelegenheid, over het hoofd gezien. Het is misschien niet altijd een gevoel van minderwaardigheid, maar van anders zijn; een ontastbare barrière tussen twee afwijkende werelden, die wellicht alleen na zeer lange tijd en enkel door biologische interpolatie tot con-

[pagina 99]
[p. 99]

glomeratie zal kunnen worden gebracht. Mario heeft kortom iets spontaans en natuurlijks over zich, dat deze terughoudendheid volkomen op de achtergrond heeft geschoven.

Ook in een ander belangrijk opzicht is Mario geheel verschillend van de anderen. Het politieke gedoe dat de laatste jaren de kop heeft opgestoken en thans hoogtij viert, laat hem steenkoud. Hij weigert zich te laten meevoeren. En wat mooier is, hij lacht de anderen uit die wel meedoen aan de poppenkast.

Neem bijvoorbeeld Cai, de broer van Mario's overleden vader. Cai haat Mario uit geheel zijn hart, want Mario drijft altijd de spot met hem. Cai was op jonge leeftijd naar de stad gekomen en had zijn leven lang met een karretje door de straten gelopen om van huis tot huis lege flessen te kopen, die hij later tegen een iets hogere prijs aan de limonadefabrieken verkocht. Cai ziet in een jas het teken van respectabiliteit en misschien ook van intellect. Sedert hij werd aangesteld als leider van de La Fama-wijk voor de Progressieve Volkspartij loopt Cai altijd met een jas aan. Zijn oud beroep heeft hij laten varen en hij is nu ‘salesman’ in ijskasten en radiotoestellen voor een grote zaak in het hart van de stad.

Mario heeft ook nog twee neven die door de politiek prominent zijn geworden. Poli en Fetchi. Poli heeft na de overwinning van zijn partij bij de verkiezingen een baan gekregen op het douanekantoor en heeft zich toen eensklaps als schrijver ontpopt. Van zijn hand verschijnen geregeld in het partijblad gloedvolle artikelen over arbeidersvakbewegingen, over discriminatie en over het beledigende feit dat de meeste grote zaken op het eiland in handen zijn van buitenlanders. Van-

[pagina 100]
[p. 100]

zelfsprekend zijn al deze artikelen zeer stumperig van stijl en zitten zij vol domme tegenstrijdigheden, maar de lezers voor wie zij bedoeld zijn, merken daar toch niets van.

Fetchi, de andere neef, is na zijn verkiezing tot lid van het eilandscollege van zijn zwarte vrouw gescheiden en in het huwelijk getreden met een vrouw met lichtere huidskleur.

Mario lacht ze allemaal uit.

's Zondags ga ik wel eens met Mario rijden. Wij rijden dan wat rond over de plattelandswegen en luisteren naar de idiote liedjes die uit de autoradio komen. Wanneer dit ons begint te vervelen, zetten wij koers naar een van de baaien. Meestal zwemmen wij maar een kwartier of twintig minuten en gaan dan op een rots in de schaduw zitten. De fles rum die wij bij dergelijke gelegenheden meenemen, wordt dan ontkurkt en meestal ook geheel geledigd. Wij schieten goed met elkaar op, Mario en ik. Ik mag hem heel graag en hij mij, daar ben ik van overtuigd.

Het is nu ongeveer een jaar geleden dat wij weer aan het strand zaten, toen Mario eensklaps zijn linkerhand in de hoogte stak.

‘Jij bent wel een goede opmerker,’ zei hij met een geheimzinnig glimlachje, ‘je hebt niet eens gezien dat ik vandaag een ring aan m'n vinger heb.’

Hij schoof de ring van zijn vinger en liet mij die zien. Het was een gouden ring, een rare ring moet ik zeggen. In doorsnede had hij de vorm van een driehoek en aan de binnenkant stond met kleine lettertjes gegraveerd: Sira-diciembre 16 de 1953.

‘Verleden zondag ben ik verloofd.’

[pagina 101]
[p. 101]

‘Met Sira, die in het sanatorium werkt?’

Hij knikte.

‘Daar moeten wij op drinken, Mario. Sira is een heel lief meisje.’

Die dag zijn wij, toen onze fles rum op was, in het nabijgelegen dorpje in de ‘5de julio bar’ gaan zitten drinken. Die dag hebben wij ook meer dan gewoonlijk gesproken. Of dat kwam doordat wij die dag meer dan gewoonlijk dronken of door het heuglijke nieuws van zijn verloving, weet ik niet, maar in ieder geval werden wij allebei stomdronken en ons gesprek ging over trouwen en alles, zowel de goede zijden als de narigheden, wat daarmee samenging. Hij legde mij de vorm van de ring uit.

‘Een trouwring is rond, omdat de liefde geen begin en geen einde heeft en hij heeft een driehoeksvorm, evenals het deksel van een doodkist, omdat man en vrouw elkaar trouw moeten blijven tot in de dood.’

Dat was zeker geen dronkemanstaal. Ik vond het een mooie verklaring.

Toen wij laat in de namiddag weer naar huis gingen, waren wij behoorlijk dronken, maar de wijngod Bacchus en de heiligen Christoffel en Hermandad stonden blijkbaar op goede voet met elkaar, want wij kwamen heelhuids en zonder brokken aan de wagen in de stad aan.

Ondanks de regenval en de felle protesten van zijn moeder, zusters, tantes, nichten en achternichten en die van de moeder, zusters, tantes, nichten en achternichten van de bruid, is Mario toch zeven maanden later op de door hem bepaalde datum in het huwelijk getreden met Sira. Natuurlijk was ik

[pagina 102]
[p. 102]

‘best man’.

‘De grootste vriend van de bruidegom moet altijd als best man optreden,’ zei Mario.

‘Ben ik je grootste vriend, Mario?’

Hij zette grote ogen op. ‘Wie anders?’

Onder luid en onophoudelijk getoeter met de claxons reden wij op de avond van de trouwdag in een stoet van acht glimmende auto's door de straten van de stad, bruid en bruidegom, strooistertjes, bruidsmeisjes, bruidsjonkers, en ik. Eerst ging het naar het bevolkingsbureau, daarna naar de kerk. Als best man viel mij de eer te beurt de bruid de kerk binnen te leiden. Mario had de pastoor hiervoor dispensatie moeten vragen, omdat ik niet katholiek ben. Ik was echt trots toen ik met de bruid aan mijn arm naar het altaar schreed, want Sira zag er werkelijk beeldschoon uit in haar lange bruidsjapon met krans, sluier en bloemen. Na de huwelijksinzegening ging het weer onder hels getoeter van de auto's naar huis toe.

Mario en Sira namen plaats onder de prachtige troonhemel van witte zijde, kant en klatergoud, en het feest nam een aanvang. Iedereen had zilveren lovertjes in zijn haar en op zijn kleren zitten en iedereen amuseerde zich best. Alleen de moeders van Mario en Sira pinkten nu en dan een traan weg.

Ondanks de regen op hun trouwdag gaat het Mario en Sira tot nog toe opperbest in hun huwelijk. Maar je kunt nooit weten wat er nog kan gebeuren, want het is een slecht voorteken als het op je huwelijksdag regent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

landen

  • Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk