Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Schets der elektriciteit-kunde (1781)

Informatie terzijde

Titelpagina van Schets der elektriciteit-kunde
Afbeelding van Schets der elektriciteit-kundeToon afbeelding van titelpagina van Schets der elektriciteit-kunde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Schets der elektriciteit-kunde

(1781)–Martinus van Marum–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 11]
[p. 11]

Zesde hoofdstuk.
Verklaaring van de meesten der voorgaande verschynzelen.

§ 33.

De meeste electrike verschynzelen, in de voorgaande hoofdstukken beschreven, kunnen verklaard worden, uit de ee navolgende hoofd - eigenschappen der electrike stof.

I. De electrike stof wordt aangetrokken door alle lichaamen, en zy trekt zelve alle lichaamen aan.

II. Haare deeltjes stooten elkander af, welke afstooting meerder of minder is, naar mate 'er meerder of minder deeltjes in dezelfde ruimte zyn; dat is, naar mate de electrike stof dichter of ylder zy.

§ 34.

De algemeene aantrekking der electrike stof door alle lichaamen is de oorzaak, dat alle lichaamen eenige electrike stof bevatten (§ 1.). De meerdere of mindere afstooting tusschen derzelver deeltjes, naar mate zy dichter of ylder is, is de rede, waarom elk lichaam maar eene bepaalde hoeveelheid van deeze stof kan behouden: zo veel namentlyk, dat het vermogen, waar mede de deeltjes der electrike stof zich van elkander door hunne onderlinge afstooting trachten te verwyderen, aan het vermogen, waar mede zy door het lichaam worden aangetrokken, gelyk is, en dus door het zelve vernietigd wordt. Als een lichaam daadelyk juist die hoeveelheid electrike stof bevat, dan zegt men billyk, dat het zyne natuurlyke hoeveelheid heeft (§ 2).

§ 35.

Uit de beide hoofd - eigenschappen der electrike stof (§ 33) verstaat men, waarom een lichaam, het geen meerder of minder electrike stof bevat, zich tot zyne natuurlyke hoeveelheid tracht te herstellen: (§ 30) want wanneer aan een lichaam meêr electrike stof is meêgedeeld, dan is het vermogen, waar mede de deeltjes der electrike stof zich van elkander trachten te verwyderen, uit hoofde van haare meerdere dichtheid, grooter dan het vermogen, waar mede zy door het lichaam worden aangetrokken: de electrike stof moet derhalven, indien zy ergens heen kan wyken, zich voor een gedeelte ontlasten, en dat wel; tot dat zy zo verre veryld is, dat de afstooting tusschen haare deeltjes aan het vermogen, waar mede zy door het lichaam worden aangetrokken, ge-

[pagina 12]
[p. 12]

lyk staat, dat is, tot dat het lichaam zyne natuurlyke hoeveelheid electrike stof bevat. Wanneer daarentegen een lichaam van een gedeelte zyner natuurlyke hoeveelheid electrike stof beroofd is, zo is het vermogen, waar mede het de electrike stof aantrekt, grooter dan het vermogen, waar mede de electrike stofdeeltjes, die in het lichaam noch begrepen zyn, elkander afstooten: het lichaam moet derhalven de electrike stof uit het geen het zelve omringt aantrekken, tot dat de electrike stof in het zelve weer die dichtheid verkreegen hebbe, dat het afstootend vermogen tusschen haare deeltjes aan de kracht, waar mede het lichaam dezelven aantrekt, gelyk is.

Uit dezelfde hoofd - eigenschappen der electrike stof ziet men ook gemakkelyk in, waarom een geëlectrizeerd lichaam zich met zoo veel grooter vermogen tot zynen natuurlyken staat tracht te herstellen naar mate het eene sterkere electrike kragt hebbe aangenomen. (30.)

§ 36.

Uit den verklaarden grond-regel, dat een geëlectrizeerd lichaam zich tot zynen natuurlyken staat tracht te herstellen, ziet men, dat de lucht (vermits zy de electrike stof bezwaarlyk doorlaat, en echter eenige electrike kracht aanneemt (§ 10, 11.) rondsom een geëlectrizeerd lichaam altoos soortgelyke electrike kracht moet hebben tot op een zekeren afstand van het lichaam, als welke het geëlectrizeerde lichaam zelve bezit. Dan deeze electrike kracht der omringende lucht moet naby het geëlectrizeerde lichaam het sterkste zyn, en afneemen in rede der afstanden. Het is deeze kring geëlectrizeerde lucht rondzom een geëlectrizeerd lichaam, welken men voor deszelfs zogenaamden dampkring te houden heeft.

§ 37.

Uit het regte begrip des dampkrings van een geëlectrizeerd lichaam kan men verscheide electrike verschynzelen verklaaren, als b.v.

1. Waarom geëlectrizeerde lichaamen zich het gemaklykste van hunne electrike kracht ontlasten door spitze of puntige hoeken en kanten.

2. Waarom men uit kleinere oppervlakten van geëlectrizeerde leiders langere vonken trekt § 25.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken