Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De stroovlechter. Vertelling uit het Jekerdal (onder pseudoniem L. van Rucklingen) (1856)

Informatie terzijde

Titelpagina van De stroovlechter. Vertelling uit het Jekerdal (onder pseudoniem L. van Rucklingen)
Afbeelding van De stroovlechter. Vertelling uit het Jekerdal (onder pseudoniem L. van Rucklingen)Toon afbeelding van titelpagina van De stroovlechter. Vertelling uit het Jekerdal (onder pseudoniem L. van Rucklingen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.53 MB)

Scans (108.64 MB)

ebook (2.97 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

novelle(n)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De stroovlechter. Vertelling uit het Jekerdal (onder pseudoniem L. van Rucklingen)

(1856)–Lodewijk Mathot–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VIII.
Twist en krakeel.

Een overspannen toestand duurt gewoonlijk niet lang.

De andere dag bracht reeds kalmte en vrede in Jef Cooremans' huis. De hemel bleef evenwel nog steeds overtrokken, en bij het minste windje dat oprees, borst een onweder los.

Treuriger en eenzamer dan ooit rekten en trokken de dagen zich uit; de gezondheidsblos verdween van Jefs wangen en hij verouderde wel een jaar op eene maand.

Om den tijd te korten, werkte hij nog wel in tuin en in huis; maar op zijne voorwerf verscheen hij zelden, en netels en distels schoten weelderig op in de bloembedden, die hij vóor zijne woning had aangelegd. Want niet zoohaast trad Jef op zijne

[pagina 60]
[p. 60]

voorwerf of Piet Mop kruiste de armen boven de onderdeur zijner woning, en vroeg telkens met scherpe spotternij:

- Gebuur, wanneer legt ge nu blauwe pannen op uw dak?

En dan voelde Jef zich pijnlijk geschokt tot in het diepste zijner ziele; toch antwoordde hij vriendelijk en beleefd; hij wilde zijnen tegenstrever toonen, dat hij weinig beducht was voor zijne mededinging, en in plaats van te klagen, pochte hij meer dan ooit over zijnen handel.

Maar in zijn hart stormde het geweldig en bij de eerste gelegenheid zijne woning binnensluipende, ging hij peinzend aan den haard zitten, en bleef den gansche dag norsch en sprakeloos.

Indien Jef en Piet hunnen inwendigen wrok, onder schijnbare onverschilligheid bewimpelden, dan was het anders gesteld met hunne beide vrouwen. Trientje tergde Dina onophoudelijk, en deze wrook zich in hevige bewoordingen.

Op eenen winterdag, dat de koesterende middagzon de lieden buiten hunne deur lokte, speelde Dina met hare kinderen op de voorwerf

Trientje kwam tot bij het hekken, dat de voorwerf van de straat afscheidde, en over de lage omheining leunende, zegde zij met een tergend lachje om de lippen:

- Dina, daar uw man zooveel geld wint, weet ik eene voordeelige gelegenheid om de winst te plaatsen; zou hij geenen lust hebben om een huis te koopen?

- Welk huis? vroeg Dina schuins opziende.

- Wel een huis niet verre van hier; het huis

[pagina 61]
[p. 61]

recht hierover, raadt gij het niet? - ons huis in één woord.

- Indien gij lust tot spotten hebt, kom dan op eene andere maal!

- Ei, gij gelooft het niet, en nochtans is het zoo; uit vriendschap zouden wij u de voorkeur geven; zoo niet zal het door den notaris openbaar verkocht worden... Ja, ja, ga maar eens den plakbrief aan de groote kerkdeur zien.

- En, waar zult gij dan gaan wonen?

- Waar? - wel naar Munster in de Herrengasse; wij willen onze zaken een weinig gaan vergrooten, en mijn man heeft zooveel werk, dat hij het alleen niet meer kan doen. Ik ga mede naar Duitschland en dan openen wij eenen grooten, grooten winkel en wij nemen nog vier werkgasten bij...

- Zoo, zoo, onderbrak Dina hevig; maar gij moet toch bekennen dat het allerslechts is, ons in Munster te komen onderkruipen.

- Hebt gij misschien de gansche stad gehuurd?

- Zie, vervolgde Dina, van eenen wildvreemden mensch laat zich zoo iets verstaan; maar van eenen speelkameraad van kindsbeen af; ja, dat is valsch, zeer valsch en schelmachtig.

- In handelszaken zijn bloedverwant en vriend al lang gestorven: ieder zorgt voor zijn eigen zelden, en God voor ons allen.

- En dan nog een huis recht over onzen winkel uitkiezen, om uw stroohoeden-fabriek op te richten?

- Hadde uw man de gansche straat gekocht, dan hadden wij er voorzeker geen huis in gehuurd.

- Ah! ah! schold Dina in gramschap ontstekende, gij kwaamt dan hier om met mij den zot te houden,

[pagina 62]
[p. 62]

gij onderkruipster; zie, mijn man vreest geen Piet Mop, hoort ge, en al was hij nog zulk een schurk, wij zullen het daarom zoo spoedig niet opgeven, en als bankroetiers zult gij nog uit Munster moeten gaan loopen!

Hoonend schaterlachend met Dina's woede, draaide Trientje haar den rug toe en ging heen.

- Wat was het weeral met dit gerucht? vroeg Jef, zoohaast Dina de huiskamer binnentrad.

- Ach, kloeg Dina, Trientje komt tot op onze werf toe ons bespotten, en zij zegt, dat zij hun huis gaan verkoopen en hunnen handel in Munster vergrooten. Zie, ik geloof dat zij besloten hebben ons in den grond te helpen!...

- Ons in den grond te helpen?... bruiste Jef op, en dan morde hij met doffe stemme - en toch..; maar, dan zullen zij er ook wel onderdoor moeten!

- Een schoone troost, voorwaar, zuchtte Dina.

Eenige oogenblikken bleef Jef sprakeloos zitten, scheen een ontwerp te beramen, en dan sprak hij met vaste stemme:

- Vrouw, hoor, dat kan of mag zoo niet blijven duren; ik heb er al dikwijls aan gedacht: wij moeten Piet Mop voorloopen, onze hoeve verkoopen, samen met de kinderen naar Munster trekken, onzen handel vergrooten, en dan zullen wij hem gemakkelijk het hoofd bieden.

- De Witte Hoeve verkoopen! riep Dina met zooveel afschrik uit, als sloeg men haar eene heiligschennis voor.

- Ja zeker, en wat erg is daar ook al aan? Voor bloedverwanten of vrienden moeten wij hier niet blijven, en de opbrengst der hoeve zou een winstgevend kapitaal kunnnen worden.

[pagina 63]
[p. 63]

- De hoeve mijner ouders verkoopen?

- En waarom niet, dan moeten wij elkander nooit meer verlaten.

- Dit huis waar mijne ouders geboren zijn; waar ik groot gebracht ben!... waar....

- Maar, indien, toch...

- Neen, Jef, neen; nooit zal ik er in toestemmen.

- Ik weet niet...

- Ik zal er nooit in toestemmen; ik kan, ik mag niet.

- Laat mij toch uitspreken...

- Dit huis verkoopen?

- In Godsnaam, laat mij spreken...

- Mijn ouders huis met mijne kinderen verlaten? nooit, nooit!

In gramschap bonsde Jef van zijnen stoel op, en sloeg met gebalde vuiste op tafel.

- Vrouw, vrouw, wilt gij er mij toe dwingen uwe halsstarrigheid te temmen?

- Ach, riep Dina weenend uit, ik zie het wel, Jef, gij bemint mij niet meer..

De vertoornde man voelde eensklaps zijne gramschap vallen, voor de tranen zijner vrouw en op spijtigen toon sprak hij:

- Ik bemin u niet! ik heb u nooit bemind, niet waar? Is het voor u niet, dat ik vijf jaren de wereld heb rondgezworven en is het voor mijne eigene voldoening, dat ik fabrikant ben geworden en nog ben?...

- Is het mijne schuld, kreet Dina; heb ik er ooit van gesproken?...

- Zwijg dan en laat mij spreken. De hoeve is de uwe; zonder u kan ik ze niet verkoopen, dit weet ik... Zwijg, zeg ik u, en ik weet ook dat om mij te tergen

[pagina 64]
[p. 64]

gij ze niet verkoopen zult;.. doch gij trapt dan uw en mijn geluk en dat onzer kinderen moedwillig onder de voeten, uit enkelen moedwil... zwijg, zeg ik u - ik wil u niet dwingen, Dina, ik zal er u zelfs nooit meer van spreken; maar, aan u zij de schuld voor al de gevolgen uwer hardnekkigheid, aan u de schuld onzes ondergangs!

- Ach! riep Dina wennende uit en wierp zich neder voor de voeten haars echtgenoots; ach! eisch van mij al hetgene gij wilt, en ik zal al doen wat u behaagt: maar dwing er mij niet toe ontrouw aan mijne beloften te worden. Gij weet het zoowel als ik; zie, eenige dagen voor haren dood heb ik aan grootmoeder gezworen deze hoeve nooit te verkoopen, en zie, indien ik het dede dan hadde ik geen enkel uur rust meer in mijn leven: grootmoeder zoude terugkomen om het mij te verwijten; en daarom, Jef, hebben wij onze goederen niet in het gemeen gebracht; omdat ik niet zou kunnen ontrouw worden aan mijne beloften en nu zijt gij alles vergeten....

- Nu, sprak Jef droog weg, genoeg; gij moet daarom niet weenen, ik dwing u niet, het was slechts een wensch.

En in hevige gemoedsstemming verliet hij de huiskamer.

Lang weende Dina, en zij overdacht met welke blijde hoop zij te voren het geluk eens huwelijks in 't verschiet gezien had, hoe dit geluk in eenen enkelen oogenblik verdwenen was, en hoe akelig de toekomst zich voordeed, en bij zich zelven zuchtte zij: - Ja, het was een zondig gedacht, zoo hoovaardig te zijn en onzen stand willen te boven gaan, en nu worden wij gestraft!..

[pagina 65]
[p. 65]

Zulke tooneelen van huiselijken twist vernieuwden zich meermalen en met vreugde zag Jef de aanbrekende Lente te gemoet.

Als de tijd eindelijk daar was om te vertrekken, beving hem een buitengewone angst. Van dag tot dag stelde hij zijne reis uit, en het scheen hem toe als zag bij zijne vrouw en kinderen voor de laatste maal. Bij zijn afscheid kon hij zich ternauwernood aan de omhelzingen zijner kinderen losscheuren, en als hij zijne vrouw daar zoo weemoedig zag staan, schoot zijn gemoed zoo vol, dat hij Dina hartstochtelijk aan zijne borst drukte, zeggende:

- Zie, laat ons het voorgevallene vergeten; want nu gevoel ik eerst hoe zeer ik u bemin!

Tranen van zaligheid stroomden uit de oogen der jeugdige moeder en waren het eenigste waardige antwoord.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken