Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtlievende uitspanningen (1753)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtlievende uitspanningen
Afbeelding van Dichtlievende uitspanningenToon afbeelding van titelpagina van Dichtlievende uitspanningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.26 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtlievende uitspanningen

(1753)–Jan Jacob Mauricius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Dank-regelen Aan myn Beminden vader,
In zyn Boekje den onnaspeurlyken rykdom
van Christus My aanwyzende.Ga naar voetnoot*

 
WEg met het aardsche goud, by 't menschdom zo vol kragt!
 
Al 't zigtbaar, hoe vol schyn, moet Jesus min niet dooven.
 
Om zyne kennis dient het schaade en drek geacht.
 
Die heil'ge liefde gaat de goudzugt verr' te booven.
[pagina 2]
[p. 2]
 
Gelyk de Seraphyn, die eeuwiglyk rondom
 
Gods troon zyn snaaren-klank, en maat-gezang laat hooren,
 
And're Engelen verdooft in 's Hoogsten Heiligdom;
 
Zo moest Gods Liefde ons meer, dan and're zucht, bekooren.
[pagina 3]
[p. 3]
 
Hier toe is nodig God, en t'zaam de heerlykheid
 
Te kennen van zyn Zoon, waar in het eeuwig leeven
 
Bestaat, daar anders God met blikzems staat bereid
 
Om de ongehoorzaamen haar loon na werk te geeven.
 
Tot deze kennis brengt my niets, dan 't Hemelsch Woord.
 
Hoe! zoude een Heiden my dan hier in overwinnen?
 
Heeft Alexander ooit de lees-lust zo bekoord,
 
Dat hy Homeers gedigt plagt boven 't goud te minnen?
 
Zoude ik, een Christen, die Gods wil dan ken, my slof
 
En traag betoonen in het leezen van die boeken,
 
Waar in ik vinden zal geen schors, maar pit en stof,
 
Waar uit ik Christus en myn zaligheid moet zoeken?
 
Ik bid, dat niemand my van deezen schat beroof'.
 
't Geloof, dat dierbaar woord, zal Jesus my ontvouwen.
 
Ik zal zyn heerlykheid en luister door 't geloof
 
In 't bloed, aan 't Kruishout voor my uitgestort, beschouwen.
[pagina 4]
[p. 4]
 
Ik zal hem zien. Hy is de rechte Emmanuël,
 
Die God-mensch, die voor my het los-geld God betaalde,
 
De borg, die 't leven schenkt, my redt van vloek en hell',
 
En de overwinning van de looze Slang behaalde.
 
Zyn aanzigt is vervuld met zoeten Nardusgeur.
 
Een Hemelsch pronk-çieraad, vol Goddelyke zeden,
 
Gepaard met heerlykheid, en aangenaame kleur,
 
Bezielt den schoonen glans van zyn volmaakte leden.
 
Heeft hy uit min' tot my gestort zyn heilig bloed,
 
Met ys're nagels door zyn Goddelyke handen
 
Gedreeven, vast gehecht aan 't Kruishout? ach! hoe moet
 
Myn jong en teder hart in min' tot Jesus branden?
 
Dien brand, ô Vader, toont gy my; maar niet een vuur,
 
Dat van Gods grammen troon gestort op Zodoms wallen,
 
Die stad verteerde, en deedt Gomorra's hoogen muur
 
In de asch met haare praal-gebouwen nedervallen:
 
Maar zulk een vuur, gelyk de Zon, die zich vol licht
 
En glans vertoonende aan de blaauwe zuiderkimmen,
 
Den mensch oneindig aan zyn warmen straal verpligt,
 
Die hy op hoven en op akkers neêr doet klimmen.
 
Door deezen gloed gestaafd, dorst Jesus Kruis-gezant
 
Zyn trouwen Heiland zelfs in bange ketens looven,
[pagina 5]
[p. 5]
 
En zeggen in 't gezigt van Romens dwingeland:
 
Myn schat, myn burgerregt, en erffenis is boven.
 
Dit vuur deed Stephanus, met zo veel heiligheid,
 
En Hemelsch' licht in spyt der Synagoog' beschonken,
 
Den Hemel zien, om hem te ontfangen reeds bereid,
 
En God in heerlykheid met zyn Gezalfden pronken.
 
Ja de Opperheer kwam in gestalte van een knegt
 
In 't vleesch, wanneer zyn min voor 't zondig menschdom blaakte,
 
Getrouw in 't werk, hem van den Vader opgelegd,
 
En nam ons 't juk af, toen de volle tyd genaakte.
 
Gy wyst my, Vader, geen Prometheus, die het licht,
 
En vlammen met zyn toorts (ô dwaasheid!) hadt gestoolen
 
Van Titans ass', gelyk de Heiden heeft verdicht.
 
Gy toont een groter schat, die vry lets meer verholen
 
In zig bevat: een schat, die 'k acht voor staat en pracht,
 
Die Prins Justiniaan, in Keizerlyke rokken
 
Gedost, my bieden komt; een rykdom, dien ik acht
 
Verr' boven 't goud, waar meê Galeen my zoekt te lokken.Ga naar voetnoot†
[pagina 6]
[p. 6]
 
Gy toont my verder, hoe ik 't groote worstelperk,
 
Het Ed'le Hooge School, die oesfenplaats der reden,
 
Zo nodig, en zo nut voor 't Vaderland en Kerk,
 
Hoewel byna verfoeid door veeler kwaade zeden,
 
Waar door de Jongheid, die zo teêr is, wordt verleid,
 
Niet denken moet ontbloot te zyn van haare kragten
 
Om veeler ondeugd: maar een plaats vol heiligheid,
 
Vol Geestelyke Myrrhe, en Honigraat, moet achten.
 
Uwe Aanspraak, Vader, brengt my dus op 't rechte pad.
 
Hoe kan ik U dan dank, gelyk my past, bewyzen?
 
Och! wilde de Opperheer my eens vergunnen, dat
 
Ik Uw' beminden Naam kost na behooren pryzen!
 
Zo lang de gulde Zon aan 't blaauw turkoize dak
 
Zal met de zilv're Maan, en held're starren pryken,
 
Zal myne Zang-heldin, hoe teêr zy is, hoe zwak,
 
In 't lof van Uwe deugd te zingen nooit bezwyken.
 
Ik zal den Opper-Vorst ook bidden door zyn Zoon,
 
Dat hy ons beide 't hart wil in zyn liefde ontvonken,
 
Tot wy zyn Majesteit met onvermoeiden toon
 
Verbreiden, en eens met de kroon des leevens pronken.Ga naar voetnoot†
voetnoot*
Daar zyn verscheiden vaerzen van my gedrukt, op twaalf, en zelfs op elf jaaren: doch ik zou vreezen te verveelen, met die alle uit de vergetelheid op te haalen. Op den Slag van Hochsted, en verdere roemryke krygsgevallen van 't jaar 1704 is een Gedicht van my in druk, genoemd Lauwerkrans voor de Helden, enz. waar in tamelyk goede regels waaren, doch naar den aart der jonge dichters snorrende op de wyze van Jan Vos, en vol van sesquipedalia verba, dikwils zonder oordeel aan een gelapt: By voorbeeld:
 
Maar Rooke en Kallenberg, twee Helden, die de wallen
 
Van 't sterk Gibralter scheent te zullen doen vergaan
 
In buskruidwolken, vuur en vlammen, donderballen
 
En moordkarkassen, een salpeteroceaan,
 
Twee, die in 't midden van de duistre buskruiddampen
 
Vielt, als twee leeuwen, op de Fransche kielen aan,
 
Thoulouse dwingende met uwe vloot te kampen,
 
Of te verzinken in een fellen bloedorkaan.
Het einde was:
 
Hem, die de Seine doet verdroogen in zyn stroomen,
 
Hem, die de Fransche Zon doet taanen, geeft hem lof,
 
Die op den Lelituin doet pest en onweêr koomen,
 
En dus de Lelien verwelkeren in 't stof.
Hier op volgde een jaarschrift: ook al de Liefhebbery van jonge Dichters!
 
PrIIst GoD, DIens kLoeke regterhant
 
De FransChen neêrsLoeg In het zant.
In 't zelfde jaar is ook een Bruiloftsvaers van my gedrukt op den Heer Abraham van der Valk, en Juffrouw Sara Obbens. De speeling liep op de naamen, dewyl de Bruigom, en Bruids Vader en Broeder alle drie dien van Abraham, en de Bruid en haar Moeder dien van Sara droegen. Zie hier een der Couplets.
 
Heeft Abram's kuische Zuster dan,
 
Uit Abram's lendenen gesprooten,
 
U uitverkooren tot haar Man,
 
Beloonende Uwe nodit verdrooten
 
En onverwrikb're liefde en trouw?
 
Verkrygt gy 't minlyk kroost van Sare'
 
Ed Abraham, dan tot Uw Vrouw?
 
Erkent die schoone U voor de haare?
 
Wat schat valt, Abram, U te beurt,
 
Nu Sare U voor haar Ega keurt?
voetnoot†
Ik stond na de Akademie te gaan, met voorneemen om my te wyden tot de Godgeleerdheid.
voetnoot†
Ik vlei my, dat men dit vaars na maate der jaaren draagelyk zal vinden, uitgezonderd eenige Mangrooten, en lamme oversprongen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken