Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dichtlievende uitspanningen (1753)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dichtlievende uitspanningen
Afbeelding van Dichtlievende uitspanningenToon afbeelding van titelpagina van Dichtlievende uitspanningen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.26 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dichtlievende uitspanningen

(1753)–Jan Jacob Mauricius–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 145]
[p. 145]

Aan zyne doorluchtigste hoogheid.

- Neque si quis scribat, uti nos,
Sermoni propiora, putes hunc esse poëtam. Horat.

Voorzang.Ga naar voetnoot†

 
'k Zat in de scheepskajuit, verlegen en verslaagen,
 
En doof van 't zeegeruisch, te peinzen, hoe ik 't best
 
En 't minst verveelend, met een uitgebreid Request
 
Myn' waaren toestand aan Uw' Hoogheid voor zou draagen,
 
Wanneer my, zo my dacht, een Vrouwebeeld verscheen,
 
Niet schoon, maar vriendelyk, niet fyn, maar frisch van leên.
 
Het oog was helderblaauw, maar zonder kunst van lonken,
 
De tabbert, zonder met verschiet van verw te pronken,
 
Uit inlands stof gesneên, eenvouwig neêrgeplooid,
 
't Hoofd, zonder linten, met een' witte huif getooid.
 
De boezem, ver van met juweelsieraad te praalen,
 
Was toegedekt, en droeg een' ketting van koraalen,
[pagina 146]
[p. 146]
 
Terwyl een sleutelring haar wapperde aan de zy.
 
Zy knikt my toe. Ik ben de Duitsche Poëzy,
 
(Dus sprak ze) die gy in uw' jonkheid pleegt te minnen,
 
Doch die gy sedert hebt verbannen uit uw' zinnen,
 
Terwyl ge (ô smaad!) in meer dan dertig jaaren tyd,
 
Die ge in 's Lands diensten, meest uitlandig hebt versleeten,
 
Pas dertig uuren aan myn' dienst hebt toegewyd.
 
'k Was ook in 't Vaderland verstooten en vergeeten.
 
Myne off'raars, waardig aan dien naam, zyn dun gezaaid,
 
Terwyl de Fransche zang rondom my overkraait.
 
Nu schep ik nieuwen moed, en hoope op nieuw te leeven.
 
De Hemel heeft ons een' geliefden Vorst gegeeven,
 
Die, tot zyne eeuwige eer, de Vaderlandsche kunst
 
En arbeid kweekt, beschut, en moedigt met zyn' gunst.
 
Geef my uw schrift. Ik zal 't in rym en dichtmaat plooien,
 
En hier en daar, als 't past, een' kleene veldbloem strooien.
 
Misschien ontfangt de Prins het nederig gedicht,
 
Myn' naam ter liefde, met een gunstig aangezigt.
 
Hier zweegze. Ik weet niet, of het droomen was of waaken.
 
Maar 'k weet, uw' Hoogheid kan myn'droom tot waarheid maaken.

voetnoot†
Zie de Titelplaat.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken