Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De parels van het parlement (1960)

Informatie terzijde

Titelpagina van De parels van het parlement
Afbeelding van De parels van het parlementToon afbeelding van titelpagina van De parels van het parlement

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (6.94 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

Fiep Westendorp



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De parels van het parlement

(1960)–Lizzy Sara May–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

VI. Meneer Bijkema is in zijn element en Ivo doet een ‘ontdekking’

‘Wel,’ zei meneer Bijkema, terwijl hij de eerste tekening in de projector schoof, ‘wel, eens kijken wat dat oplevert... Een beeldschoon lam, zou ik zeggen, zoet en vreedzaam... Wie van onze parlementsleden kan daar een equivalent oftewel evenknie tegenaan gooien.

Jullie hebt toch allemaal een voorbeeld meegebracht? Een schilderij uit een periode van nu tot tachtig jaar geleden? Wie?’

‘Ik!’ riep Pete Wit, ‘ik geloof tenminste dat het plaatje dat ik meegebracht heb hierbij past.’

‘Kom maar op,’ zei meneer.

Pete reikte meneer Bijkema de foto aan en meneer schoof die naast de tekening in de projector.

‘Ai!’ zei hij, ‘een wonderschoon voorbeeld van onze beroemde Haagse School: een lieve melk-en-honingdroom van de heer Jacob Israels. Inderdaad Pete, dat schilderij past het best bij deze lieve tekening, alhoewel ik aan de tekening de voorkeur zou geven. Vertel eens, Pete, weet je nog meer schilders uit die tijd der Hollandse impressionisten? Nee...? Jij, Ivo!’

‘Jozef Israels,’ aarzelde Ivo. ‘En dan was er geloof

[pagina 40]
[p. 40]

ik nog een... maar daar weet ik de naam niet van. En Jacob Mans en Matthijs Maris...’

‘Stop maar,’ zei meneer Bijkema, ‘prachtig. Ja, er waren twee van die Israels: Izaäk had je ook nog. En drie Marissen. Matthijs is de beroemdste. Was en is trouwens ook de moeite waard. Hij heeft prachtige dingen gemaakt. Goed. Maar ik kan niet té lang bij de tekeningen afzonderlijk blijven stilstaan. We moeten nog meer afwerken vanmorgen. Volgende tekening. Ai! da's een verschil met de vorige...’

Op het projectiedoek verscheen een lam, dat letterlijk kop noch staart had. Toch zag de tekening, die met vaardige hand in kleurige vlakken gehouden was, er boeiend en interessant uit.

‘Die is vast van Jaap,’ peinsde Ivo. ‘Alleen Jaap kan met zo'n fantasie een onderwerp aanpakken. Hij weet er altijd iets van te maken.’

‘Dit,’ vervolgde meneer Bijkema voor zijn doen erg schoolmeesterachtig, ‘is weer eens een typisch voorbeeld van de... ja, Laura, hoe noemden we dat de vorige keer ook weer?’

‘De non-figuratieve schilderkunst,’ zei Laura gehoorzaam.

‘Uitstekend, uitstekend,’ prees meneer. ‘Laura, kind, een pluim op je hoed! De non-figuratieven, ook wel de abstracten genaamd. Degene, die deze tekening gemaakt heeft, bewijst niet alleen talent te hebben, maar ook durf en fantasie!’

[pagina 41]
[p. 41]

‘Daar ga je Jaap,’ fluisterde Ivo in de richting waarvan hij dacht dat Jaap zat in het verduisterde lokaal.

‘En wie heeft een voorbeeld?’ riep meneer Bijkema. ‘Ik!’ zei Ivo en hij reikte meneer Bijkema zijn voorbeeld aan.

‘Meesterlijk!’ riep meneer Bijkema enthousiast uit, nadat hij het plaatje in de projector had geschoven. ‘Fantastisch Ivo, het kon niet beter. Karel Appel! In volle glorie! En een hele mooie nog wel, één waar je voor stil blijft staan!’

‘Nou,’ riep Walter van Dooren door de klas, ‘ik blijf liever voor iets anders stilstaan!’

‘Ah!’ zei meneer Bijkema, ‘ons parlementslid Walter van Dooren heeft het woord. U zei meneer?’

‘Dat ik liever voor iets anders blijf stilstaan,’ herhaalde Walter.

‘En waar dan wel voor?’ vroeg meneer.

‘Voor een meisje!’

‘Een aardig meisje dan tenminste,’ opperde meneer Bijkema.

‘Ja, meneer,’ grinnikte Walter.

‘Kijk,’ zei meneer Bijkema, ‘hier doet zich een uiterst gecompliceerd probleem voor. Namelijk: het probleem smaak. We hebben allemaal een andere smaak, dat is logisch, maar we staan ook allemaal anders tegenover de smaak. Dat wil zeggen: de een vindt: “Ik wil alles bekijken en daarna mijn oordeel zeggen” en de andere meent: “Ik wil alleen datgene bekijken waar ik zin in

[pagina 42]
[p. 42]

heb en dat andere vast veroordelen zonder het gezien te hebben”. Kijk jongens, das ist des Pudels Kern!

Die tweede groep maakt het zich maar al te gemakkelijk, die maakt er zich van af. En - en hier verhief meneer Bijkema tegen zijn gewoonte in zijn stem - moet ik tegen protesteren. Vooral jonge mensen moeten voor alles open staan. Waarom schelden jullie altijd op de bekrompen ouderen? Hè!? Nee, diegene, die niet open staat voor alles wat er aan nieuwe dingen te koop is, is een nul!’

‘Dat was niet mis,’ dacht Ivo. ‘Dat heeft ie even fijn gezegd. Het was precies wat ik zelf wel zou willen zeggen. Als je goed naging waren sommige ouders nog leuker en jonger dan jonge mensen. Dat vervelende Waltertje, die had inderdaad alleen maar ogen voor meisjes en de rest kon hem geen steek schelen.’

Eigenlijk toch wel een beetje vermoeiend, zo'n les. Dat turen naar het projectiedoek en het luisteren naar al die uitleg... Met inspanning probeerde hij zijn aandacht erbij te houden, totdat hij plotseling opschrok door een woord dat hij meende te horen. Wie had het gezegd? Meneer Bijkema. Komplotteren. Had hij het goed gehoord? Op hetzelfde ogenblik zag hij op het projectiedoek inplaats van lammetjes, flessen en kolven verschijnen. Het duurde alles met elkaar misschien maar enkele seconden, toen ging het beeld in rook op. Alsof er wolken voor zijn ogen kwamen. En daar verschenen de lammetjes weer...

[pagina 43]
[p. 43]

Dat was het laboratorium van de schulpprof, alias Tygendaag, herkende Ivo. Hij voelde dat zijn hart hem in de keel klopte. Een visioen, dacht hij. Ik heb een visioen gehad. Wat was het? Een waarschuwing? Hoe kwam dat zo plotseling? Vreemd, dat ik daar niet eerder aan gedacht heb. Natuurlijk... de schulpprof zit in het komplot. Dat we daar niet opgekomen zijn. Het ligt zo voor de hand...

Ivo snakte naar het ogenblik dat de bel zou gaan, dat hij zijn vreemde visioen aan Jaap zou kunnen vertellen. Vaag hoorde hij de stem van meneer Bijkema, die nu verzeild was geraakt tussen de Franse Impressionisten... - Manet, Degas, Renoir...

En daar ging de bel. Gelukkig. Het had niet veel gescheeld of Ivo was zo de klas uitgelopen. Maar nu moest hij nog wachten tot het licht opging. Toen dat gebeurde en iedereen elkaar met knipperende ogen zat aan te kijken, was het of Ivo weer even dat beklemmende gevoel terug kreeg. Maar het bleek deze keer gelukkig maar verbeelding. Ivo trachtte Jaaps aandacht te trekken, maar Jaap was blijkbaar nog helemaal bij de impressionisten. Hij keek tenminste Ivo's kant niet uit.

Meneer Bijkema trok met behulp van een paar jongens de zwarte rolgordijnen omhoog en een golf zonlicht spatte plotseling de klas binnen. Het stemgeroes hield opeens op, alsof iedereen onder de indruk was van lente en bloemen, alsof ze het allemaal voor het eerst zagen.

‘Onze grote kunstenaar de natuur,’ wees meneer

[pagina 44]
[p. 44]



illustratie

[pagina 45]
[p. 45]

Bijkema met een groots gebaar. ‘En nu leden van het parlement,’ vervolgde hij, ‘wilde ik jullie even vertellen dat we de volgende week een excursie gaan maken naar het Museum voor Moderne Kunst. Vergeet dus niet iets eetbaars mee te nemen. We gaan per trein, dus ook reisgeld meenemen. En - een tekenschrift! Saluut, allemaal!’

‘Jaap,’ riep Ivo meteen toen meneer Bijkema verdwenen was, ‘Jaap!!’

‘Ja,’ riep Jaap terug, ‘wat is er?’

‘Schiet op,’ zei Ivo alleen.

 

‘Je hebt gewoon een sleutelwoord gevonden,’ zei Jaap, toen Ivo hem, toen ze voor de school stonden, opgewonden vertelde wat er met hem gebeurd was. ‘Gewoon een sleutelwoord. Dat gaat zo, weet je: In je onderbewustzijn zoek je naar een oplossing - dat gebeurt dus buiten jezelf om - en bij het een of andere gebeuren of woord, valt alles als een legpuzzel in elkaar.’

‘Maar vreemd is het,’ vond Ivo. ‘En nu begint het feest pas!’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken