Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De parels van het parlement (1960)

Informatie terzijde

Titelpagina van De parels van het parlement
Afbeelding van De parels van het parlementToon afbeelding van titelpagina van De parels van het parlement

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.28 MB)

Scans (6.94 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Illustrator

Fiep Westendorp



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De parels van het parlement

(1960)–Lizzy Sara May–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 54]
[p. 54]

VIII. Het tovermiddel, merk ‘de melkfles’

Terwijl in het atelier Joost, Jaap en Ivo elkaar verbouwereerd zaten aan te kijken, liep Ondine, de melkfles in de hand, nadenkend de stenen trappen op. Wat zou ze zeggen? Zou ze zeggen dat ze melk kwam brengen? Maar dan had je kans dat hij zou antwoorden, dat hij niets besteld had. Ze kon ook iets anders bedenken, iets dat origineler was, dat er niet zo duimendik bovenop lag. Het was toch eigenlijk ook wel verdacht, dat zo'n kereltje helemaal in z'n eentje op de bovenste etage woonde. Hoewel, dat zei natuurlijk nóg niets... De flats beneden hem waren wel leeg, maar die konden toch van de ene dag op de andere bewoond worden. En wás hij wel alleen? Ze had er nog nooit iemand gezien, zelfs geen werkvrouw, maar ze zat per slot ook hele dagen op school... Wat een klim, die drie trappen... Wel, daar was het bordje van dr. Tygendaag. Daag, Tygendaag.

Wat een lucht hing er hier. Afschuwelijk, al die chemische geurtjes door elkaar. Ze had er op school ook zo'n hekel aan. Soms werd ze echt misselijk. Ondine legde haar oor tegen de brievenbus en luisterde ingespannen. Een vaag geluid van rinkelend glaswerk weer-

[pagina 55]
[p. 55]

klonk. Daarna hoorde ze de stem van dr. Tygendaag: ‘Wiel dat poeschen dan ein kopschen melk? Wiel main klaines schtoutes poeschen dan drinken? Kom dan maar ...kom dan hier, main Troetelschee...’

‘Prrr, mrrr, miiiaaauw,’ deed de poes.

Ondine zwaaide haar melkfles losjes heen en weer. Kwam die even van pas. Ze ging terug naar de trap, hield de fles zo hoog ze kon er boven en liet haar daarop los... Tegelijkertijd gaf ze een harde gil. Er klonk een lawaai alsof de wereld verging. Klets! Pang! De klap werd weerkaatst door de betonnen muren en trappen, zodat het leek alsof er geen einde aan het geluid kwam. Melk en glas spatten in het rond: de bodem van de fles rolde holderdebolder de hele trap af... Daarna heerste er plotseling enkele tellen doodse stilte. Maar bijna tegelijkertijd werden er daarop beneden en boven deuren opengerukt en klonken er stemmen die riepen: ‘Wat gebeurt daar! Wat is er gebeurd? Was passiert hier?’ De handen voor het gezicht stond Ondine te huilen. ‘Was is er maisje?’ vroeg de schulpprof nu vlak achter haar, zijn vraag begeleidend met enkele klopjes op haar rug, alsof ze zich verslikt had.

Maar Ondine bleef schokkend staan huilen, ook toen Jaap en Ivo de trappen kwamen oprennen en Joost langzamer volgde. Joost bleef trouwens maar even staan kijken naar de ravage, wierp met zijn handen in zijn zakken een doordringende blik op Ondine en verdween toen weer fluitend naar zijn eigen verdieping.

[pagina 56]
[p. 56]

‘Iek begraip er niets van,’ zei de schulpprof nu tegen Ivo. ‘Iek hoor ein klap, iek loop naar buiten en wat zie iek... ain honend maisje en ain gebroken melkfles.’

‘Ja, ja,’ zei Ivo, terwijl hij zich op zijn onderlip beet. ‘Wat een ravage! Ik kan ook niet begrijpen hoe dat komt. ...Als dat meisje nu maar eens wilde vertellen wat of er gebeurd is?’

Maar Ondine snikte nog steeds.

‘Zal ik even een glaasje water voor haar halen?’ opperde Jaap nu.

‘Ja, als u wilt jungeman?’ zei de schulpprof. ‘Ach, daar is main poeschen. Poes, poes. Nee, niet van die melk trinken! Das is gevaarlijk. Er zitten scherfschen in de melk. Hier troetel, kom hier!!’

Maar poes trok zich van de schulpprof niets aan, zodat Jaap een greep deed en de poes aan haar baas overgaf.

‘Zal ik dan maar even doorlopen?’ vroeg hij. ‘Even water halen?’

‘Ja, ja,’ zei de prof. ‘Ga je gang.’

Jaap liep naar binnen.

‘Zal ik het glas even opvegen,’ stelde Ivo nu voor. ‘Heeft u stoffer en blik?’

‘Ach, ja, natuurlijk. Das ist een goed idee. U bent een flinke jungeman. Iek dacht dat zulke beleefde jonge menschen tegenwoordig niet meer bestonden. Als u even meeloopt, ziet u, daar om de hoek is achtoffer und blik...’

Ivo liet het zich geen twee keer zeggen. Zou hij met-

[pagina 57]
[p. 57]



illustratie

[pagina 58]
[p. 58]

een eens kunnen gaan rondneuzen in het lab? Maar de deur van het lab was wonderlijkerwijze dicht - als je ergens van schrikt, doe je dán zelfs zorgvuldig de deur achter je dicht? Of was de prof elders bezig geweest? Onderweg kwam hij Jaap tegen, die voorzichtig een glaasje water voor zich uit droeg. De twee jongens grijnsden tegen elkaar.

‘Hier is een glaasje water,’ zei Jaap tegen Ondine. ‘Drink eens, het zal je goed doen. Water is altijd goed tegen de schrik.’

Eindelijk haalde Ondine haar handen voor haar gezicht weg, maar ze was bij de pinken genoeg om haar krullen naar voren te schudden, zodat ze onder het drinken voor haar gezicht vielen.

‘Zo,’ zei de prof, toen Ondine het glas leeggedronken had, ‘zo, vertelt u mai nu eens wat er precies gebeurd is.’

‘Ik,’ hikte Ondine, ‘ik, moest hiernaast een fles melk afgeven, maar ze waren niet thuis en toen ik weer naar beneden wilde gaan, liet ik de fles uit mijn handen glippen. Dat is alles.’

‘Moest u daar zo van hollen?’ zei de schulpprof. ‘Nou, u bent ein gevoeliges wezen. Wilt u even main poeschen vasthouden? Dan zal ik een dwailschen zoeken, om de melk op te dwallen, want de poes mag er beslist niet van trinken, er zitten scherfschen in.’

Enige ogenblikken later waren Jaap en Ivo hevig aan het dweilen en vegen, terwijl Ondine en de schulpprof geinteresseerd stonden toe te kijken.

[pagina 59]
[p. 59]

Toen alles weer netjes en de boel opgeborgen was, zei de schulpprof:

‘Iek vind dat joelie wel wat verdiend hebben voor al die hulp. Lusten joelie een glaasje limonade?’

‘Nou,’ zeiden ze alle drie, blij gebruik te kunnen maken van de gelegenheid om het strijdtoneel - dat wil zeggen - het komende strijdtoneel in ogenschouw te kunnen nemen.

‘Komen joelie dan maar mee,’ zei de schulpprof. Hij liep voor hen uit de gang door naar de keuken.

Ivo knorde boos. De keuken!! Als kleine kinderen een glaasje lim in de keuken, terwijl ze al dachten met hun spionagewerk te kunnen beginnen...

Maar nee hoor, ze werden inderdaad braaf in de keuken gelaten waar Ondine de enige stoel kreeg waarop zij zich met de poes op schoot tevreden installeerde. De jongens moesten staan, trouwens de prof ook.

Maar Ivo kookte van binnen. Hij kon zich niet voorstellen dat Ondine daar maar tevreden glimlachend haar babydrankje zat op te drinken, terwijl er in feite niets bereikt was, helemaal niets!

En Jaap, die deed ook maar net alsof het hem allemaal niet schelen kon. Was hij tot in het lab doorgedrongen? Het leek hem bijna onmogelijk.

‘Bedankt meneer,’ zei Ondine, toen zij haar glas leeg had. ‘Ik moet nu naar huis, mijn moeder zal niet weten waar of ik blijf...’

[pagina 60]
[p. 60]

‘Ja, wij gaan nu ook maar,’ zei Jaap en hij stak zijn hand naar de prof uit.

‘Het was mai een waar genoegen,’ zei deze en hij liet het drietal uit.

 

‘Ik ben razend, razend!’ riep Ivo uit zodra ze de drempel van Joosts studio overschreden hadden. ‘Het heeft allemaal niets opgeleverd. En Ondine met haar melkfles. Zonde van de melk.’

‘Je bent getikt,’ zei Jaap. ‘Knots ben je. Begrijp je niet hoe belangrijk het is, dat we nu persoonlijk contact hebben met die schulpprof? Van het een kan nu het ander komen. We zijn geen vreemden meer voor elkaar.’

‘De enige die stom is geweest, is Ivo,’ merkte Ondine op. ‘Waarom heb je net gedaan alsof je me niet kende? Straks merkt hij dat we broer en zuster zijn en doorziet hij het bedrog...’

‘En wie vergoedt mijn melk?’ wilde Joost weten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken