Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geest van Jan Tamboer (1659)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geest van Jan Tamboer
Afbeelding van De geest van Jan TamboerToon afbeelding van titelpagina van De geest van Jan Tamboer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geest van Jan Tamboer

(1659)–Jan Pietersz. Meerhuysen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Uytlegging van een Hoen.

Een Burgher te Parijs, hadde neffens sijn Vrouw en Kinderen, een Cordeljé, of Minne-broeder ter Maeltijdt, en hebbende een Hoen opgedist, so versocht hy, de Cordiljé dat hy 't Hoen soude ontginnen, de Minne-broeder hem excuzeerende, seyde: Dat dit niet hem, maer de Patroon toe-quam; versoeckt derhalven, dat men hem tot sulkx niet versoeken soude. Den Hospes, echter aen-houdende, seyde: dat hy, als de Geestelijcke Patroon, het Hoen, met een Geestelijcke toe-passing, naer de Schrifture, ontleeden konde, en derhalven

[pagina 2]
[p. 2]

dit niet behoorde te weygheren, waer op de Geestelijcke, siende dat hy daer aen moest het Hoen aengreep en ontginnende het selve, kapte eerst het hooft, en daer na den hals af, toen sneed hy de voeten, en volgens de vleugels af. Dit nu dus in de schotel leggende, so nam hy het hooft, en leyde het op het telloir van den Huys-waerd; dit past, seyde hy, voor u, dewijl ghy het hooft van 't huys zijt; daer nae ley hy den hals voor de Vrouwe, seggende: dit past voor u: dewijl ghy de naeste van uw' Man, en het onder-hooft zijt; ten derden ley hy de benen voor de Soons: seggende, dit past voor u, vermidts de Soons altoos op de been, ende alle vremde plaetsen besoeken willen: ten vierden leyde hy de vleugels voor de Dochters, seggende: dit past voor u: vermidts de Dochters altoos gesint zijn, hoog te vliegen, en in pracht en kleedinge boven anderen uyt te steken. Ten lesten nam hy het gantsche lijf, en ley dat voor hem, segghende: Het lichaem past voor my; dewijl ik, als het Corpus der Kercke gerekent wordt. Hoe de dis-genooten hier over op haer neus sagen, dat hy hem so rijckelick, en haer so sober besorgt had, geef ik den leser te denken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken