Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geest van Jan Tamboer (1659)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geest van Jan Tamboer
Afbeelding van De geest van Jan TamboerToon afbeelding van titelpagina van De geest van Jan Tamboer

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.00 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geest van Jan Tamboer

(1659)–Jan Pietersz. Meerhuysen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Aerdighe pots van een Man, die sijn wijf af ghesoent wierdt, ende noch slaghen toe kreegh.

Het is tot Franckfoort geschiedt, dat een oudt Man, hebbende een jonge Vrouwe, die seer schoon was, en hy was soo jalours, dat sy haer niet kon keeren of wenden, of hy hielt haer in 't ooge: Ging sy in de Kamer daer het Geselschap was, soo ginck hy haer altijdt nae, quam daer yemandt die haer yets vraeghde, soo ginck hy'er altijdt by, en heete de Vrouwe wech gaen: Soo ghebeurden het op een tijdt dat de Franckfoorder Misse gehouden wierdt dat een Zeeuws Koopman (die dickwijls tot sijnent te huys lagh daer weder quam, dat hem een goedt gast was, en veel verteerde in die tijdt als hy daer was, dat hem seer wel aenstont. Deese Persoon siende de jalousie van de man, wist niet hoe hy met goedt fatsoen eens by de Vrouwe soude komen, om haer eens alleen te mogen spreken, doch hy bedocht een vondt, ende riep des morghens, als de Man noch op het bedde lagh, om een soopjen: De Man die soo vroegh niet op mocht staen, seyde teghens sijn Wijf, gaet haestelick eens by de Koopman, en hoort wat hy hebben wil? maer komt my terstondt wederom hier; het welck sy dede;

[pagina 172]
[p. 172]

By de Koopman komende, vraeghde sy hem wat sijn begeeren was? Hy seide doet soo wel en brenght my een soopjen, dat sy dede, ick sie wel, seide hy, dat uw man so jaloers is, dat men u niet eens te woorde kan komen: Daer op sy seide, dat is waer, maer ick weet raedt, komt morghen nacht precys te een uure voor ons Leedikant, en ick ligghe aen de zyde van de deure af, maeckt my dan wacker, ick sal uw dan wel gherieven, dat hy aen nam om te doen. Hy des nachts komende als gheseght was, om met haer eens sijn werck te doen, stiet haer aen: Sy uit den slaep komende, greep hem by de handt, hieldt hem vast, en druckte hem eens aen de handt. Doen riep sy haer Man, die noch sliep, wacker, en seide teghens hem, de Zeeu versoeckt my in oneeren, en heeft daer datelick gheweest, en seide dat ick onse Hof soude gaen, in't Prieeltjen, daer woudt hy dan datelick by my komen, doet soo wel en staet op, en treckt mijn kleederen aen, en doet mijn huyf op, en een zantee voor, en gaet ghy in mijn plaetse sitten, en soo hy'er noch en is, soo sal hy er wel haest komen dat hy dede. Ondertusschen speelde de Zeeuw sijn personagie met sijn Vrouwe, en sijn werck met haer ghedaen hebbende, seide de Vrouwe tot de Zeeuw, gaet ghy nu nae mijn Man toe, en houdt u of ghy meent of ick het ben. Hy gingh heen nae de Hoff, en vondt hem daer sitten met sijn

[pagina 173]
[p. 173]

Vrouwen habijt aen, en seide, wel liefste ben 't ghy hier al, ick hebbe my wat versuymt dat moet ghy te goede houden, en begon hem nae de borsten, en nae de schortel-doeck te tasten, ey nu seyde hy. De Zeeuw een goedt eynde houts by hem hebbende, sloegh doe de Man lustigh wat om het lijf, en seyde: Wat meenstu Hoere dat ick 't doe om by dy te slapen, neen, ick doe 't maer om te sien wat ghy doen soud. Hy trock doen op de loop, en by sijn Wijf komende, seide hy, mijn lieve Wijf, ick ben blijde dat ghy er niet gheweest bent, het was maer ghedaen om u te beproeven, en ick kreegh lustigh slaghen van hem, doe ick my hieldt of ick het hem toe staen woude. Maer de Vrouwe die lachte, en docht ick hebbet beter ghehadt als ghy.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken