Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geertje (2 delen) (1917)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geertje (2 delen)
Afbeelding van Geertje (2 delen)Toon afbeelding van titelpagina van Geertje (2 delen)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

Scans (4.38 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geertje (2 delen)

(1917)–Johan de Meester–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 219]
[p. 219]

III.

Langzamerhand was Geertje gemeenzamer geworden met haar mevrouw. Zij vond haar nooit heibeiïg meer, begreep het eischen van netheid en stiptheid, doordat Mevrouw zelf in alles haar best deed. Meneer was slordig en onverschillig. Hij scheen, bij de post, niet veel te verdienen. Blijkbaar waren ze niet rijk. Mevrouw was staâg aan het overleggen. Geertje trachtte mee zuinig te zijn. Mevrouw, van haar kant, was inschikkelijk. Ze had ‘het’ van Geertje altijd geweten. De directrice van het Huis had haar ingelicht: aan het Huis dankte Geertje de dienst. Soms kon Mevrouw nog wel eens zeggen: - ‘Je was beter maar wéér als juffrouw gegaan,’ wanneer het grove werk Geertje zwaar viel; maar ze wist van de directrice, waarom die Geertje, althans voorloopig, niet bij kinders had willen doen, een dienst als deze 't geschiktst had gevonden; en Geertje zelve verzweeg haar niets. Ongemerkt raakte zij aan het praten, onder het werk, de lange tijden, dat ze mèt Mevrouw bezig was. Mevrouw hield ook geen slot op d'er mond, klaagde zelfs wel over Meneer: dat die zich van zoo weinig aantrok en als-t-ie kon maar het liefst op z'en bed lag. Ook over de Godsdienst spraken ze samen. Mevrouw d'er ouders waren orthedoks en zij zelf ook wel geloovig; maar Meneer spotte met al wat vroom was en zoo kwam ze niet vaak naar de kerk. ‘Je moet wat doen voor de vrede in huis’.... Daarbij had ze goedig geglimlacht: Geertje hield bepaald van Mevrouw. Zoo had ze het gerust gezeid, toen ze wéér over-stuur was geraakt, doordat ze Jan

[pagina 220]
[p. 220]

in de verte gezien had. De eerste keer had ze 't niet durven vertellen, ze was toen zoo eigen niet met Mevrouw en had enkel gevraagd of ze de gebroken kaasstulp mocht betalen, wat Mevrouw niet had gewild. Nu liet ze de andijvie aanbranden en de rijst kwam ongaar op tafel, en toen Mevrouw zei: - ‘Wat hadt je nou weer?’ bekende ze onder tranen, alles. Hem gezien, toen ze turf was wezen bestellen; blijven staan met een stuk in de keel, thuis 'en gevoel of alles draaide, twee keer zich aan het fornuis gebrand. Mevrouw had gegispt: - ‘Maar Geertje, meisje, een man die je zóó slecht heeft behandeld’.... och, Mevrouw begreep het niet - toch was ze blij, dat ze nu het gezeid had.

Van Willem zijn brieven vertelde zij ook. Hoe die nog maar telkens aanhield, schoon ze niets voor hem had verzwegen. - ‘Vindt je dat dan niet mooi van die jongen, dat hij zóóveel van je houdt? De meeste mannen zijn zoo trouw niet!’ had Mevrouw, haar aanziend, geantwoord. 't Zelfde, wat Maandag vroeger zei: tegenwoordig, sinds dat gesprek, daags na haar terugkomst van thuis, sprak die niet meer over Willem. Trouw? nou ja! 't jong hield van háár, maar als zij niet van hèm kon hou'en.... Niet die eerste keer zei ze dat aan Mevrouw; ze dorst zoo opeens niet, het viel haar zoo moeilijk, nìemand die meevoelen wou met háár!....

Maar later, op een avond, boven, begon Mevrouw een lang gesprek. 't Kwam aan, toen ze sprak van haar eigen bevalling: dat er later een dagmeisje noodig zou wezen, wanneer de baker weg zou zijn.

- Geloof je, had ze vriend'lijk gevraagd, dat jij het dan hier uit zult houden? 'k Ben wel eens bang, dat me dienst je te druk is. Je bent niet gewoon aan dat schuieren en schrobben. En dan met een klein kind d'erbij, de luiers die alle dag moeten gewasschen.... Begrijp me goed, ik hou' je heel graag, ik spreek alleen in jou belang....

Geertje had erkend, dat ze wel eens moe was. Eerst d'er ziekte, toen de miskraam, en veel werken, nu, dat 'er zwaar viel.

[pagina 221]
[p. 221]

- Maar as u me wegstuurt, sta-n-ik op straat.

- Och kom, meid, je weet wel beter! As je daarom blijft, wil 'k je niet hou'e. Maar je meent niet wat je zegt. Jij vindt best 'en nieuwe betrekking. Ook wel bij kinderen, als je graag wilt. Maar ik denk aan wat anders, Geertje. Gooi jij je levensgeluk niet weg? Een goeie man en die je zóó liefheeft als die Heukelman toont te doen. Doe toch je best en vergeet het verleden! 't Heeft je nooit iets gegeven als leed.... Niet? Nou goed. Maar het is voorbij. Daarover beeldt je je toch niets in?! Hij kàn niets meer voor je zijn. En hoeveel zou jij kunnen wezen voor een jongen, die door al wat er is gebeurd niet in zijn gevoelens voor je is veranderd! Denk nu eens niet aan jezelf, maar aan hem. Je wéét dat je hem gelukkig kunt maken. Is die voldoening je nog niet genoeg? Heeft het leven je zóó weinig geleerd? Meisje, meisje, hòe menige vrouw zou alles geven voor die voldoening....

- O ja! als ze hòudt van 'en man!

- Och kind, hou'en, wat ìs dat ‘hou'en’! Hecht toch niet te veel aan dat woord. Verliefdheden gaan zoo vaak gauw over. Wat Heukelman voelt voor jou, is wat ànders. Dàt is blijkbaar de echte liefde. Om je te vergeten, is hij naar Amerika getrokken. Maar het heeft niets gebaat. Met het oude verlangen naar je, is ie teruggekomen.... en toen moet de mededeeling van je grootvader hem wel heel diep hebben gegriefd. Heb je dáár wel eens over gedacht? wat die man om jou heeft geleden?

- Maar Mevrouw, kan ìk dat helpen? Ik was hèm geen verantwoording schuldig. Nooit heb ik hem zóóveel voet gegeve!

- Dat beweer ik ook niet. Ik zeg niet: ‘door jou’, maar òm jou heeft-ie veel geleden. Och, dat mòet je zelf ook voelen. Juist als je je volkómen vrij tegenover hem weet.... wat je bent, geen mensch kan je dwingen.... me dunkt, dan voel je toch mee'elij.... ik vin' de jongen heusch erg te beklagen, en, nog eens, ik vraag me af, of een liefde als die man heeft voor jou, ook al beantwoordt jij die nog niet, geen beter waarborg is voor 'en duurzaam geluk dan 'en verliefdheid, desnoods van

[pagina 222]
[p. 222]

twee kanten, die in het huwelijk dikwijls vervliegt.... Denk er eens over. Ik praat je niets aan. 'k Hou je gráág hier. Ik zeg het alleen, juist omdat ik belang in je stel.

Beteuterd was Geertje blijven staan, geschokt, verontrust Mevrouw méénde het goed.... niemand, die haar nu ànders raad gaf, niemand als Maandag en dat was een man, Maandag had zulke vreemde gedachten, maakte haar bàng, soms, bij al zijn goedheid.... Mevrouw was godsdienstig, ook dàt deed haar goed, ze snàkte vaak naar de vroomheid van Groo'moe.... Ja, maar Willem! die was als Groo'vá.... zou zij leven moeten met Willem?

Verbijsterd kwam zij de kamer uit en stond in de graf-holte beneden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken