Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten
Afbeelding van Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamflettenToon afbeelding van titelpagina van Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.76 MB)

XML (0.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/pamflet-brochure


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Wat wonders, wat nieuws! De zeventiende eeuw in pamfletten

(2002)–Marijke Meijer Drees, Els Stronks–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 117]
[p. 117]

Neêrlands beste dichter gezocht (1630) 23

Eind maart 1630 betrad acteur Thomas de Keyser het podium van de Nederduitse Academie - de voorloper van de Amsterdamse stadsschouwburg. Hij declameerde er een gedicht, een oproep aan alle poëten van Nederland om op rijm antwoorden te geven op een aantal vragen. Het gedicht was gesigneerd met ‘IJver’, de kenspreuk van de Academie. Algemeen werd aangenomen dat zich hierachter Vondel verschool, even beroemd om zijn prachtige poëzie als berucht om zijn ongezouten kritiek op kerk en staat.

In de oproep aan alle poëten van Nederland werden omstreden kwesties aangesneden. De vragen refereerden aan de binnenlandse twisten tussen staatsgezinde remonstranten en oranjegezinde contraremonstranten, die de Republiek in 1630 al jaren bezighielden. Het Amsterdamse stadsbestuur weigerde in de jaren na de Dordtse Synode de maatregelen te nemen die de contraremonstrantsen tegen de remonstrantse verliezers hadden uitgevaardigd (zie Nawoord). In Amsterdam werden remonstrantse predikanten getolereerd. Ondanks verwoede te-

[pagina 118]
[p. 118]

genstand van de contraremonstrantse dominees Jacobus Triglandus en Adriaan Smout, hield het stadsbestuur vast aan zijn gedoogbeleid. Smout werd in januari 1630 zelfs uit de stad geweerd, nadat hij van de kansel aangezet had tot het vervolgen van de remonstranten. Smouts collega Triglandus mocht in Amsterdam blijven, maar hij werd gemaand het opruiende preken te staken.

Na de verbanning van Smout leken rustiger tijden aan te breken, maar het Academie-gedicht gooide nieuwe olie op het vuur. Tientallen dichters schreven antwoordgedichten: vooren tegenstanders van de remonstranten en contraremonstranten, maar ook leden van concurrerende rederijkerskamers van de Academie, zoals het ‘Het Wit Lavendel’. Sommige inzendingen ontaardden in scheldkannonades, andere in bedroefde verzuchtingen, en weer andere waren bedoeld als pastiches.

Op 12 april 1630 verbood het stadsbestuur verdere verspreiding van het Academie-gedicht. Ook mocht er niet meer met antwoorden op de Academie-vragen gereageerd worden. De hele affaire zou smeulende haatgevoelens voeden, en dat stond haaks op het streven van het stadsbestuur de vrede in Amsterdam te bewaren. De ‘Academieheren’ (vooraanstaande leden van de Nederduitse Academie), die als juryleden een gegraveerd drinkglas uit zouden reiken aan de beste poëet van Nederland, kwamen nooit in actie. Maar Pieter Corneliszoon Hooft, als dichter even beroemd als Vondel, riep onofficieel de enige vrouwelijke inzender, Tesselschade Roemers Visscher, tot winnaar uit. Die status heeft Tesselschade voor zichzelf nooit opgeëist. Toen haar inzending uiteindelijk als pamflet gepubliceerd werd, werd deze zelfs abusievelijk aan Hooft toegeschreven.

d'Amsterdamse Academie

Apollo, de god van de kunsten, roept alle Nederlandse dichters op hun mening te geven over een aantal vragen. Wie het kortst

[pagina 119]
[p. 119]

en bondigst weet te antwoorden, krijgt een gegraveerd drinkglas als beloning.

Amsterdamse Kakademie

Een anonieme pastiche van het openingsgedicht van de Academie. Dat hele gedicht wordt nu in het licht van dronkenschap geplaatst. Niet Apollo, maar de god van de drank, Bacchus, zal de winnaar eren. De aloude associatie van dichters met lallende zuipschuiten speelt hier mee. Vondels voor- en achternaam worden aan het slot van deze pastiche in een anagram omgevormd tot ‘Sotje vol van zonden’.

[pagina 120]
[p. 120]

Antwoord op het vraagdicht

Tesselschade reageerde op Vondels opruiende gedicht met een roep om vrede en verdraagzaamheid. Zwijgende, deugdzame gelovigen zullen door God beloond worden. In 1566 wisten gelovigen van verschillende gezindten (rooms-katholieken en protestanten) elkaar in een gezamenlijke strijd tegen de Spanjaarden te vinden in het aanbieden van het Smeekschrift aan landvoogdes Margareta van Parma. Kort daarna verenigden ze zich zelfs in de Republiek. Moet die jonge, tere staat nu door burgertwisten ten onder gaan? Een oproerkraaier als Smout kan in Tesselschades ogen weinig genade vinden. Haar gedicht werd in 1630 wel gepubliceerd, maar niet onder haar eigen naam. Ze zond het gedicht, de bescheidenheid zelve, ter correctie aan P.C. Hooft. Die keek ernaar, en daarna kwam het op de een of andere manier ter perse onder de vermelding ‘Hoofts antwoord op het vraagdicht van de Amsterdamse Academie’.

[pagina 121]
[p. 121]

Antwoord aan de Amsterdamse Academische vragers

Deze inzender distantieert zich met kracht van de suggestieve vragen van de Academie. Hij betoogt dat in werkelijk goed bestuurde steden opruiende gedichten als het hunne niet worden getolereerd, mensen als Smout niet worden verbannen, burgers niet worden gedwongen zich aan een eed te houden die in strijd is met hun rechten, en predikanten niet buiten hun boekje gaan als ze de ongeldigheid van zo'n eed aantonen. Niet voor niets vraagt deze inzender als beloning een drinkbeker waarop ook Maurits, de held van de contraremonstranten, een prominente plaats inneemt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken