Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Hekken in Nederland (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van Hekken in Nederland
Afbeelding van Hekken in NederlandToon afbeelding van titelpagina van Hekken in Nederland

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (24.37 MB)

Scans (74.92 MB)

XML (0.38 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/architectuur


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Hekken in Nederland

(2002)–Peter Meijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 26]
[p. 26]


illustratie
Het toegangshek van Zuilenstein te Leersum aan het begin van de 20ste eeuw. Op de achtergrond kasteel Zuilenstein, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog werd verwoest. Foto C. Steenbergh (collectie RDMZ/Steenbergh).


[pagina 27]
[p. 27]

Toegangshekken naar soort

Kastelen

In de 17de eeuw raakte het middeleeuwse kasteel uit de mode en groeide in vorm toe naar het in die tijd opkomende buitenhuis van de stedeling. Menig kasteel werd herbouwd tot een rechthoekig landhuis met omgrachting en een voorplein. Voorbeelden zijn de kastelen Amerongen (1676) te Amerongen en Middachten (1695) bij De Steeg, waar toegangshekken werden geplaatst die deel uitmaken van een ommuring. Bij Zuylenstein te Leersum bevinden zich drie smeedijzeren hekken die zijn geplaatst tussen bakstenen pijlers en tuinmuren, als onderdeel van een zeldzaam en zeer waardevol overblijfsel van een vroeg 17de-eeuwse tuinaanleg. Bij de meeste kastelen werden echter vrijstaande toeganghekken opgericht.

Tijdens de 19de eeuw werd met de romantische belangstelling voor de Middeleeuwen ook het kasteel weer geliefd. Soms werden nieuwe kastelen gebouwd, zoals het imposante kasteel De Haar te Haarzuilens (H.P. Cuypers, 1892 en volgende jaren), waar smeedijzeren parkhekken werden geplaatst. Landhuizen met een kasteelachtige allure werden nog gebouwd tot aan het begin van de 20ste eeuw, zoals De Hooge Vuursche te Baarn (Ed. Cuypers, 1912), dat een groot toegangshek in traditionele stijl bezit.

Buitenplaatsen

Toen aan het begin van de 17de eeuw de oorlogshandelingen van de Tachtigjarige Oorlog zich beperkten tot de randen van de Republiek en het geld via de Oost-Indische Compagnie binnenstroomde, begonnen rijke stedelingen hun vermogen ook in land te beleggen. In de hierop gebouwde pachtboerderijen reserveerde de eigenaar voor zichzelf een ‘heerschapskamer’. Geleidelijk aan werden deze zomerverblijven groter en comfortabeler en maakten boomgaarden en moestuinen plaats voor siertuinen. Nederland telde in de 18de eeuw vele honderden buitenplaatsen, vooral rond Amsterdam waar zich in de 17de en 18de eeuw de rijkdom van Nederland concentreerde. Omvangrijke buitenplaatsgebieden

illustratie
Slot Haamstede, Ring 2 te Haamstede, gem. Westerschouwen. Toegangshek met gemetselde pijlers en gebeeldhouwde zandstenen afdekkingen met gekroonde wapens. Eind 17de of begin 18de eeuw. Tekening RDMZ, P.G. Meijer, 1998.


ontstonden langs de Kennemerduinstrook, de Vecht, bij 's-Graveland, de Amstel en in de Noord-Hollandse droogmakerijen. In de twee laatstgenoemde gebieden bleven weinig monumentale hekken bewaard.

Aan het einde van de 18de eeuw kwam een einde aan de hoogconjuctuur en raakten veel buitenplaatsen in verval. Bovendien deed in de tweede helft van de 18de eeuw een nieuwe stroming in de tuinarchitectuur haar intrede die tijdens de 19de eeuw grote opgang maakte. Waren aanvankelijk de lage en waterrijke streken in zwang, thans verkoos men de hoger gelegen zandgronden zoals de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwezoom als woongebied, waar de uit Engeland afkomstige tuinarchitectuur (de

[pagina 28]
[p. 28]


illustratie
Beeckestein te Velsen op een gravure door H. de Leth uit 1729. Afb. uit: M. Brouerius van Nidek, ‘Het Zegepralent Kennemerlant’, 1733. Repro RDMZ.


zogenoemde ‘landschappelijke stijl’) beter tot haar recht kwam. In plaats van symmetrisch en formeel aangelegde tuinen verlangde men nu een tuinaanleg met een zo ongekunsteld en natuurlijk mogelijk aanzien.

Tolhekken

Het innen van tolgelden, dat al plaatsvond in de oudheid, nam tijdens de Middeleeuwen in Europa zo toe dat de prijs van goederen in het land van bestemming een veelvoud kon bedragen van die in het land van herkomst of verzending. Naast particulieren werd ook tol geheven door de overheid, die daarmee de aanleg en het onderhoud van land- en waterwegen bekostigden. Het tolrecht werd door de overheid vaak verpacht aan een tolgaarder, die woonde in een huis dat vlak aan de weg stond. Het tolhek of de tolboom sloot de weg af en ging open als de tol betaald was. Soms diende het tolhuis ook als herberg of boerderij waar men de paarden kon uitspannen (de ‘uitspanning’) en verversen.

Na afschaffing van het tolsysteem werden de meeste tolhekken gesloopt. Enkele voorbeelden bleven echter bewaard, zoals het tolhek van de Scheveningseweg te Den Haag uit 1656 (thans geplaatst aan de Kerkhoflaan), het tolhek en de tolgaarderswoning aan de Haarlemmertrekvaart te Oegstgeest, eveneens uit 1656 en de tolhekken te Warmond en Heenvliet.

Hekken bij boerderijen

Monumentale toegangshekken bij boerderijen bevinden zich voornamelijk in het westen van het land, in de streken waar de boeren over het algemeen welvarend waren. Soms behoorden deze hekken tot een buitenverblijf of adellijk huis dat eens op deze plaats gelegen was. Ook werden wel grotere hekken opgericht door elders wonende eigenaars van pachtboerderijen, die deze

[pagina 29]
[p. 29]


illustratie
Hofstede Hoolvoord te Nijkerk. Toegangshek met bakstenen pijlers en houten vleugeldeuren. Gewassen penseeltekening door C. Pronk uit 1732. Repro RDMZ.


tevens gebruikten als buitenverblijf. Talrijker waren de meer streekeigen boerderijhekken van hout, maar oudere voorbeelden daarvan zijn nu zeldzaam en behoren tot de categorie ‘verdwijnende hekken’. Beter bewaard bleven veel gietijzeren hekken die vooral tijdens de tweede helft van de 19de eeuw werden opgericht. Iets aparts zijn de hekken in de boerderijdorpen Rouveen en Staphorst, die in het voor deze plaatsen kenmerkende blauw zijn geschilderd.

Hekken bij buitenbegraafplaatsen

In de christelijke cultuur was het gebruikelijk de doden in of rond de kerk te begraven, maar aan het einde van de 18de eeuw raakten veel kerken en kerkhoven overvol. De eerste buitenbegraafplaatsen ontstonden door particulier initiatief en dienden vaak als familiebegraafplaats. Het duurde nog lang voordat algemeen werd overgegaan tot de aanleg van buitenbegraafplaatsen, hoewel Napoleon al in 1810 het begraven binnen de kerk verbood en Willem I in 1827 verordonneerde dat vanaf 1829 niet meer in kerken begraven mocht worden. De begrafeniswet van 1869 bepaalde dat plaatsen met meer dan 1000 inwoners buiten de bebouwde kom een algemene begraafplaats moesten aanleggen. Bij veel grotere plaatsen waren inmiddels al begraafplaatsen aangelegd. Voor het ontwerp van deze begraafplaatsen werden vaak architecten aangetrokken. Veel begraafplaatsen kregen speciaal ontworpen poortgebouwen of toegangshekken, vaak voorzien van symbolen en bijbelteksten en opschriften als ‘Rust in vrede’ of ‘Gedenk te sterven’. Andere funeraire objecten zoals lijk- en baarhuisjes, grafdelverswoningen of opslagruimten, vormen bij de grotere begraafplaatsen een afsluitend ensemble, waarbij de aula soms op een prominente plaats is gesitueerd.

Overige locaties

Ook bij 19de-eeuwse stadsparken werden soms grote hekken geplaatst, zoals bij het Vondelpark te Amsterdam. Ook op andere plaatsen, zoals bij kerken, hofjes, fabrieken, kazernes en maatschappelijke instellingen werden soms monumentale hekwerken opgericht, maar dit aantal bleef bescheiden ten opzichte van de vele toegangshekken bij de buitenplaatsen en landhuizen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken