Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De horizon wordt wijder (1957)

Informatie terzijde

Titelpagina van De horizon wordt wijder
Afbeelding van De horizon wordt wijder  Toon afbeelding van titelpagina van De horizon wordt wijder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.20 MB)

Scans (49.10 MB)

XML (0.18 MB)

tekstbestand






Illustrator

N.J.B. Bulder



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De horizon wordt wijder

(1957)–Wolbert Meijer–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

3
De sneeuwhut

- Hij wordt prachtig, zei Piet, zo'n sneeuwhut hebben we nog nooit gebouwd.

- Maar hij moet nog hoger en nog sterker worden, vond Joost. De wanden moeten zo sterk worden, dat je er een dak op kunt bouwen.... En dat je er echt in kunt wonen.... Weet je wat?

Hij dacht even na. Hij kreeg een prachtige gedachte.... Ja, als dàt kon....

Hij tuurde over de helling, hij schopte wat sneeuw weg, haalde een oude plank onder de sneeuw vandaan en tuurde weer over de helling. Hij schoot opeens naar een hoek van de werf, waar een oude ton lag, ook al ingesneeuwd en hij rolde de oude ton over het sneeuwdek naar de hut toe.

- Wat ga je nou doen? mopperde Rieks.... Wat wil je met die plank en met die oude ton?

Joost zijn ogen schitterden. Hij wist het precies, wat hij wilde. - We gaan Nova Zembla spelen, waar de meester van verteld heeft.... En dit wordt ‘het behouden huis’.... En we moeten nog veel meer planken zoeken.... En die leggen we over de wanden, dat wordt een zoldering. En daar weer sneeuw op; dan

[pagina 18]
[p. 18]

wordt het huis net zoals op die plaat van de meester. En boven op het dak zetten we de ton, dat wordt dan de schoorsteen.

Rieks en Piet keken elkaar aan. Die Joost had een prachtig plan bedacht, dat moesten ze toegeven. Maar zou dat allemaal wel kunnen?

Rieks was de eerste, die er aan geloofde.

- Ja! schreeuwde hij, prachtig!.... En dan ben ik Heemskerk en jij bent Barendsz!.... Of andersom!.... Dat kan allemaal niets schelen!.... En dan komen er ijsberen en die gaan we schieten!

Piet Spaan klakte met de lippen.

- Tjoe, zei hij.... Laat mij dan maar ijsbeer worden. Dat lijkt me prachtig. Want er kan toch ook maar één Heemskerk en één Barendsz zijn. En Lientje en Antje, dat zijn de scheepsmensen.

- Het scheepsvolk, verbeterde Joost.

- Zeker, smaalde Antje,.... Dat dacht je maar.... Denk je, dat wij ons daarvoor laten gebruiken?

Maar Lientje vond het nog niet zo gek. Ze had eerst nog mevrouw Heemskerk willen zijn, maar toen waren de jongens zo onbedaarlijk begonnen te lachen, dat ze maar gauw bakzeil had gehaald. Ze had zeker weer iets heel doms gezegd.

Rieks Hovinga vond, dat ze nu toch eerst de sneeuwhut moesten afbouwen. Dan konden ze later immers ook nog wel eens kijken, wie Heemskerk, ijsbeer of scheepsvolk zou zijn. 't Zou hem een zorg zijn, wat ze hem maakten.

- Vooruit, jongens, aanpakken!

Met man en macht trokken ze weer aan de arbeid. Oude planken werden onder de sneeuw weggesjord en op de muren gelegd. Grote sneeuwballen werden over de werf gerold en zo zwaar

[pagina 19]
[p. 19]

werden ze, dat ze op den duur alle sneeuw opnamen. Achter elke zware bal kwam een donker spoor, dat de weg tekende, die de bal over de werf had genomen. En nog hadden ze geen sneeuw genoeg voor hun winterpaleis.

Joost keek eens rond om te zien, waar nog goede verse sneeuw lag. Wacht, op dat schuurtje naast een van de loodsen lag nog een hele vracht. Bij het schuurtje stond een oude ladder. En bij de wagen stond nog de bezem, waarmee Vader vanmorgen in de vroegte al een pad had geveegd naar het weggetje.

Hij greep vlug de bezem en in drie sprongen zat hij boven op de oude schuur. Voorzichtig schoof hij nu naar boven tegen de helling op van het schuine dak. Zo deden bergbeklimmers dat ook. Even later liet hij al zware vrachten verse sneeuw op de werf ploffen. Antje en Lientje schoten haastig toe om de nieuwe voorraad te bergen. Maar Piet Spaan dacht opeens aan wat anders. Hij had met zijn onrustige natuur eigenlijk al lang genoeg van dit rustige scheppen en rollen en bouwen. Hij verlangde naar het spel. En hij zag plots een prachtige kans. Dat schuurtje - dat was het schip. Het verlaten schip. Maar in dat schip zat nog van alles, dat ze moesten gebruiken: eten en kleren en materiaal voor de bouw van het huis. Doch vooral: eten.... En nu zat er warempel een ijsbeer boven op het schip te snuffelen naar voedsel.

- Een ijsbeer, jongens! Een ijsbeer op ons schip!.... Schiet hem er af!.... Help!

Hij kneedde snel een aantal witte kogels. En Rieks bukte zich ook al om kogels te kneden. Voordat Joost nog goed begreep, wat er nu eigenlijk ging gebeuren, suisden de witte ballen hem al om de oren.

[pagina 20]
[p. 20]


illustratie

[pagina 21]
[p. 21]

Eerst bleef hij nog in zijn eigen spel: het spel van de bouw van de blokhut.

- Ophouden, mannen!.... Zie je dan niet, dat de poolnacht al haast invalt?

Maar Rieks en Piet wilden van geen ophouden weten. Ze bombardeerden zonder rustpauze de ijsbeer en het schip met een regen van witte kogels. En een van die kogels raakte Joost midden op zijn wang.

Toen werd Joost kwaad.

Hij werd verschrikkelijk kwaad.

Een felle drift steeg in hem op. Wacht, hij zou ze.... Hij zou ze....

Hij greep de bezem. En met een forse zwaai keilde hij de bezem in de richting van de beide aanvallers. Maar hij vergat daarbij één ding. Hij vergat, dat hij op het gladde, schuine dak van het schuurtje stond. Hij maakte, toen de bezem over de werf schoot, van de terugslag een beweging naar rechts, hij maakte een draai naar links, hij begon te glijden, hij gleed door en met wijd open angstogen zag hij, wat er ging gebeuren....

Hij viel....

Hij gilde....

Moeder!....

Hij voelde een vreselijke pijn in zijn lichaam. Hij hoorde verschrikte uitroepen van Rieks en van Piet. Hij hoorde Lientje nog gillen.

Toen werd het stil.

Hij lag bewusteloos op de werf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken