Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Bokkerijders (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Bokkerijders
Afbeelding van De BokkerijdersToon afbeelding van titelpagina van De Bokkerijders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

Scans (15.78 MB)

ebook (3.19 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Bokkerijders

(1981)–J.J. Melchior–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 163]
[p. 163]

Te Reckheim en te Mechelen-aan de Maas

Op blz. 147 gewaagden wij van bestraffingen te Mechelen a/M en te Reckheim.

Reckheim, eerst eene vrijbeerlijkheid, in de 15e en 16e eeuw een baronie, werd op 31n Maart 1623 door Ferdinand II, keizer van Duitschland, verheven tot graafschap, dat de gemeenten Reckheim, Boorsheim en Uyckhoven omvatte. De laatste graaf was Ferdinand-Karel graaf van Aspremont en Reckheim, in Nov. 1729 geboren en die zijnen vader Karel-Gobertus opvolgde. De schepenbank vonniste er in crimineele zaken als oppergerecht en de inwoners mochten voor geen vreemde rechters gedaagd worden; voor burgerlijke aangelegenheden alleen, kon men in beroep gaan bij de Keizerlijke Kamer van Spire, hoofdstad van den Neder- of Rijn-Palts, als het rechtsgeding meer dan 500 duitsche goudgulden bedroeg.

Op 't einde van 1774 werd Gaspard Cogel, een Bokkerijder van treffelijke familie, uit de gemeente Reckheim, op aanklacht van drossaard Burin veroordeeld om gegeeseld, gebrandmerkt en ten eeuwigen dage verbannen te worden; Sleinada duidt hem met de letter C. aan als lid eener bende van Overmaas. Door een edict van 9n Januari 1775 veranderde de Graaf deze onteerende straf, omwille der familie, in 20 jaar opsluiting in het hospitaal van Sint-Joris te Luik. Dit edict staat in 't Fransch overgeschreven door den secretaris en schepen P. de Betouw in de ‘Momboirs Rolle der vrij Rijckx Graefschappen ende vrij Rijckx Baronie Reckheim’.

 

Mechelen was een der elf heerlijkheden van het Kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, had J.-G.-S. de Limpens tot luit.- drossaard, en H.-M. Nijpels, van Maastricht, was secretaris en lid der Schepenbank. Twee Rolle-

[pagina 164]
[p. 164]

registers van crimineele zaken der jaren 1734-1784 berusten in het Rijksarchief van Nederlandsch Limburg en vier andere (1703-1795) vindt men in het Staatsarchief te Hasselt. Uit deze Schriften blijkt dat de schepenen van Mechelen hun ‘Extraordinaire Genachten’ hidden op ‘den ouden stadhuyse te Maestricht’ en, van 1782 af, op den ‘hoogen leenzael der hooge Proosdije van Sint-Servaes’. Als men nu nagaat dat Mechelen drie uren benoorden Maastricht gelegen is, zal men toegeven dat de schepenen dier gemeente hun ambt in moeilijke omstandigheden moesten vervullen. Staan als schepenen in de registers vermeld: Eug. Gilissen, Ferdinand en Domien Booten, Christiaan Tulleners. Evenals de andere tien Banken van Sint-Servaas,Ga naar voetnoot(1) vroeg de schepenbank recharge bij twee commissaires déciseurs.

De galg stond op den ‘Galgenheuvel’, nu nog zoo geheeten en aan de Westzijde der heirbaan Maastricht-Wezel a/R gelegen, tegenover den windmolen van Vucht.

Den 22n Augustus 1774 werden te Mechelen gehangen Jan R., oud 60 jaar en zijn zoon Helger, oud 34 jaar, leden eener bende Bokkerijders van Overmaas. Hun dorpgenoot Willem Op, zwager van Jan R. en 52 jaar oud, ontvluchtte de gemeente: den 23n Maart 1775 werd hij bij verstek gebannen verklaard en is kort daarna gevangen en ook gehangen geworden te Thorn, een stedeken twee

[pagina 165]
[p. 165]

uren benoorden Maaseyck in Holland gelegen. In 1794 werd er nog een Bokkerijder gerecht, lid eener Belgische bende, doch om de chronologische orde der gebeurtenissen en de rubriekindeeling zou trouw mogelijk te volgen, zullen wij deze terechtstelling vermelden als er sprake is van de rooversbenden der Maasvallei onzer provincie.

voetnoot(1)
Ziehier de namen der 11 Banken of heerlijkheden van het Kapittel van Sint-Servaas: Berg (tusschen Maastricht en Valkenburg), Berneau (Land van Luik), Groot-Loon, Heer-en-Keer (ten O. van Maastricht). Hees, Koninxheim, Mechelen, Sluizen, Tweebergen (deel der stad Maastricht). Vlijtingen, Zepperen. Elk dezer stond onder het toezicht van eenen kanunnik, rijproost geheeten. Door het verdrag van Fontainebleau, 8n November 1785, stond keizer Jozef If zijne rechten op 't Kapittel van Sint-Servaas aan Holland af, dat zijn bestuurlijk recht niet zeer deed gelden: de hoofdrijproost van Sint-Servaas bleef de burgerlijke overheden van Mechelen benoemen met instemming der Staten-Generaal. Tot in 1770 diende het kasteel van Mechelen tot zomerverblijf van den hoogrijproost, en bleef het eigendom der kerk van Sint-Servaas tot aan de Fransche Republiek, wanneer het in bezit kwam der familie Payan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken