Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bloeiende tuin (1930?)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bloeiende tuin
Afbeelding van De bloeiende tuinToon afbeelding van titelpagina van De bloeiende tuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.57 MB)

Scans (4.59 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bloeiende tuin

(1930?)–Jef Mennekens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Gedichten voor klein en groot


Vorige Volgende

Twee oudjes.

 
Zij zijn zeer oud.
 
Hij ziet maar uit een oog
 
en sleept zijn kromme beenen.
[pagina 97]
[p. 97]
 
Zij 's dik en gaat met wiegend lijf.
 
Hij laat zich leiden aan haar arm,
 
is dankbaar voor haar moederlijke zorg.
 
 
 
Zij wonen ergens op een enge kamer,
 
drie hoog.
 
Het is er heet des Zomers.
 
 
 
Zij zitten op een blauwen dorpel,
 
eens hier, eens daar.
 
Wat vodden aan elkaar genaaid,
 
dienen hun tot kussen.
 
Zij zien het klein gebeuren van de straat,
 
het spel van kind en hond,
 
het gaan, 't bedrijvig zijn der menschen,
 
't gerij.
 
 
 
Zij slaan het schuiven van de schaduw gade.
 
't Uitbloeien van het licht leert hun het uur,
 
saam met het traag verandren van
 
de daggeruchten.
 
 
 
Zij eten soms een boterham,
 
een vrucht of een gekregen zoetigheid.
 
 
 
Iets guitigs bleef er over in zijn oog.
 
Hij heeft van 't leven veel gehouden,
 
al was het leven hard voor hem.
 
 
 
Zij zijn alleen,
 
maar kennen toch geen bitterheid.
 
Zij vragen slechts een plekjen op een dorpel,
 
waar 't zonnelicht niet steekt
 
en, in het voor- of najaar,
 
de wind hen niet verdrijft.
 
Zij vragen dat de straat
 
haar wisselend spektakel schenke,
 
en dat de rheumatiek niet in hun beenen wroet.
 
 
 
Hij voelt zich vredig in haar goedig bijzijn,
 
en 't is haar vreugd, dat ze als een moeder
 
zooveel voor hem mag doen.
[pagina 98]
[p. 98]
 
Het uur van slapengaan komt vroeg voor hen.
 
Wanneer het bei ze roept,
 
trekken zij wijdbeens, arm aan arm,
 
veel vlugger dan gij kondt vermoeden,
 
wat schuins, lijk een die langs de vaart
 
een boot voorttrekt,
 
trekken zij, arme zonderlingen,
 
als kwamen zij van ver,
 
als lag nu recht voor hen 't beloofde land.
 
Ach neen, zij trekken maar naar huis,
 
naar 't kamertje, drie hoog.
 
hier in de groezelige buurt.Ga naar voetnoot+

voetnoot+
Ten tijde dat ik de proeven van dit gedicht verbeterde, vroeg ik aan twee oude vrouwtjes, die, nu de Lente was teruggekomen, opnieuw haar gewone zitplaats op de trappen van 't gemeentehuis bezetten, wáár het gemoedelijk paar, dat haar beiden gezelschap hield, gebleven was. Toen vertelde een der oudjes wat volgt: - Mijnheer, zij zat, op zekeren dag, op een dorpel. Haar mond was vol wit schuim. Ik zegde: Slaapt ge? Zij was dood, Mijnheer. Kort daarna is hij van verdriet in 't gasthuis gestorven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken