Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Eenvoudige gedichten (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Eenvoudige gedichten
Afbeelding van Eenvoudige gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Eenvoudige gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

Scans (1.78 MB)

ebook (4.01 MB)

XML (0.03 MB)

tekstbestand






Illustrator

Arnold Molenaar



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Eenvoudige gedichten

(1939)–Willem de Mérode–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 36]
[p. 36]


illustratie

[pagina 37]
[p. 37]

De zalving

 
Hun oogen laaiden als een vlam,
 
Toen zij de feestzaal binnenkwam.
 
En, een geknakte roos, zoo teer,
 
Zeeg aan de voeten van den Heer.
 
 
 
Is dit de vroolijke vorstin,
 
De meesteresse van de min,
 
Die in een vuil verscheurd habijt
 
Zich aan zijn voeten windt en krijt?
 
 
 
Haar oog, dat fonkelde van lust,
 
Is door veel weenens uitgebluscht,
 
En, o, haar heetbegeerde mond,
 
Kust nu de steenen, waar Hij stond.
 
 
 
Hun liefde, die haar heeft vermoeid,
 
Haar liefde, die hen heeft verschroeid,
 
Al de oude lust die haar benart,
 
Welt, bitter water, uit haar hart.
 
 
 
't Was of zij zelf te breken scheen
 
Toen zij de flesch brak op den steen.
 
En dauwend met de nardus viel
 
En geurde tot Hem op haar ziel.
 
 
 
O liefde, bovenmenschlijk groot,
 
Die zich durft storten in den dood,
[pagina 38]
[p. 38]
 
En spreekt: wat Gij ook wilt en doet,
 
'k Wil wat Gij wilt, want dàt is goed.
 
 
 
Men staart en hoort onaangedaan
 
En mort: wat laat Hij haar begaan!
 
En glimlacht als zij 't haar ontbindt
 
En streelend op Zijn voeten windt.
 
 
 
Toornig en stil ziet Hij rondom.
 
De haat versmeult, de schimp wordt stom.
 
Toen, liefderijk was Zijn gezicht,
 
Heeft Hij de ellendige opgericht.
 
 
 
Hij sprak: wat kwelt gij deze vrouw!
 
Uw deugd is grooter dan haar rouw?
 
Is U vergeven wijl gij badt?
 
Haar méér, zij heeft méér liefgehad!
 
 
 
Uw kwaad was karig, want uw bloed
 
Vloot koud door uw verkild gemoed.
 
Zij heeft gezondigd als niet één,
 
Maar ook in rouwen staat ze alleen.
 
 
 
God, Die haar nood kent en uw list,
 
Heeft al haar zonden weggewischt,
 
Maar weet, dat hij die zich verstout
 
Op strenge deugd, zijn zonden houdt.
 
 
 
Toen zei Hij zacht tot haar: ga heen!
 
In liefde dien Uw Heer alleen!
 
En nog eens: (allen hoorden 't stil)
 
'k Vergeef u, om uw liefdes wil.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken