Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De stille tuin (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De stille tuin
Afbeelding van De stille tuinToon afbeelding van titelpagina van De stille tuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (4.00 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De stille tuin

(1933)–Willem de Mérode–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 36]
[p. 36]

De appelboom.

 
Na warme dagen volgen koude nachten.
 
Als lakens ligt de dauw op bleek en haag
 
Versteven naar wat zonneschijn te wachten
 
En slaat in wolken op en regent traag.
 
 
 
De struiken tinkelen met haarfijn ijzel.
 
En in den hof, de dragende appelaar
 
Komt uit den damp reusachtig te verrijzen.
 
Met roode konen en veel grijzend haar.
 
 
 
O eedle boom, die, boven alle boomen
 
Een oogenlust, vanouds den mensch verleidt.
 
Wie, als een vlinder op uw geur gekomen,
 
Wenscht niet een weinig van uw zaligheid!
 
 
 
Men plukt, en gretig slaan de grage tanden
 
Zich in uw blanke sappig knappend vleesch.
 
Zóó overvalt ons onverhoeds de schande,
 
Als wij genieten wat Gods wet verwees.
 
 
 
Niet gij, maar ons geweten schuldbeladen
 
Hangt als een boom van kwade vruchten zwaar.
 
Gij zijt een beeld der hemelsche genade,
 
Die alle menschen weldoet, appelaar.
 
 
 
Uw helder bloeien was ons duistrende oogen
 
Zoo schoon, dat wij gekweld door hoop en vrees,
 
Ons daaglijks om uw rozenhoed bewogen,
 
En treurden als uw sneeuw ten gronde rees.
[pagina 37]
[p. 37]
 
Uw dracht begon, reeds negen uwe toppen.
 
Wij zagen toe met stijgend ongeduld.
 
De droge tongen in uw sap te soppen
 
Was ons begeeren, en gij hebt 't vervuld.
 
 
 
't Is plukkenstijd; reeds met de teenen manden
 
Komt men gezeuld, met ladder en met sloof.
 
En wij? wij voelen zoekend Vaders handen
 
De vrucht betasten in ons trillend loof.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken