Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De stille tuin (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De stille tuin
Afbeelding van De stille tuinToon afbeelding van titelpagina van De stille tuin

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

Scans (4.00 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De stille tuin

(1933)–Willem de Mérode–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 64]
[p. 64]

Stillen in den lande.

 
Zij weerden van hun oogen
 
den avondglans der stad,
 
Licht, duizlig aangevlogen,
 
dat zich gespiegeld had
 
In mist en ademtogen,
 
een parelmoeren schat.
 
 
 
De weelde van het leven,
 
beschaafd en ruw genucht,
 
Bleef in de straten zweven,
 
als wolken van gerucht.
 
Daaronder ging hun leven
 
als in een klein gehucht.
 
 
 
Zij bleven afgesloten;
 
't onzalige bestaan
 
Van zondaars en zeloten
 
is langs hen heengegaan.
 
Zoeklicht en vuur van schoten
 
sloeg hun nachthemel aan.
 
 
 
Om hen was 't koele suizen
 
van vroegen morgenstond;
 
Als zonlicht in de sluizen
 
lachte hun zachte mond
 
Over het bloed dat ruischend
 
tegen hun leven stond.
[pagina 65]
[p. 65]
 
In liefde, wars van woorden,
 
elkander toegekeerd,
 
Waren zij als bekoorden
 
die niets ter wereld deert,
 
Als eens door God verhoorden
 
altijd van Hem geleerd.
 
 
 
Het is een roekloos pogen
 
door overmacht en waan
 
Een glanzend opgevlogen
 
leven terneêr te slaan.
 
Mogen zij die 't gedogen
 
en doen te gronde gaan.
 
 
 
Die met hen durft belijden,
 
hebben zij ras herkend
 
En als een vrijgeleide
 
hun oogen toegewend,
 
Hem als een ingewijde
 
getrokken in hun tent.
 
 
 
In simpelheid en vrede
 
deelt zich hun liefde blij
 
Als brood den vreemdling mede
 
en strooit een leger bij,
 
En in hun avondbede
 
gedenken zij hem vrij.
[pagina 66]
[p. 66]
 
En hij, die was gekomen,
 
toevallig, blijft bekoord.
 
Zijn leven wil verstroomen
 
binnen hun glanzen boord.
 
Zijn liefde wil een vrome
 
klank zijn in hun accoord.
 
 
 
Dan, of een brand ontstoken
 
wordt in hun klaar gezicht,
 
Hebben zij hem gebroken
 
zijn deel aan dienst en plicht,
 
Als reine kaars ontstoken,
 
een luisterrijk nieuw licht.
 
 
 
Hoe zeker wordt zijn leven;
 
zijn ziel vaart vast en stil.
 
Het groote wereldbeven
 
is enkel een getril
 
Van boeg tot achtersteven
 
door 't schip dat ankren wil.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken