Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Maes-Sluysche compas (1693)

Informatie terzijde

Titelpagina van Maes-Sluysche compas
Afbeelding van Maes-Sluysche compasToon afbeelding van titelpagina van Maes-Sluysche compas

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.47 MB)

Scans (3.70 MB)

XML (0.11 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Maes-Sluysche compas

(1693)–Frank Metaal–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 125]
[p. 125]

Van het perijckel der Zee-varende Luyden, en hoe sy haer behooren te dragen.

 
Wat heeft een Zee-man al verdriet en swarigheden?
 
Wat komt hem smerte toe en droefheyt in sijn leden
 
Wanneer hy soeckt sijn kost te winnen op het Meer,
 
Hoe menigh wonder-werck siet hy van God den Heer!
 
Door storm en tempeest,door blixem,hagel,donder
 
Het denckt my op het hooghst te wesen een groot wonder,
[pagina 126]
[p. 126]
 
Dat hy noch op de zee het varen heeft bestaen,
 
Daer menig Zeemans-kint met droefheydt is vergaen,
 
Daer menig zeemans-kint sijn leven heeft verloren
 
Daer menig zeemans-kint de baren deen versmoren
 
Daer menigh zeemans-kint de dood heeft wegh gehaelt,
 
Daer menig zeemans-kint leyt tot den gront gedaelt,
 
Daer menigh zeemans-kint leyt tot den gront gesmeten,
 
Daer menigh zeemans-kint wert van den vis gegeten
 
Daer menig zeemans-kint sijn leven heeft ge-ent
 
Daer ist dat hy hem noch heel onbedagt na went
 
Ja vaert somtijts van ’t lant wel dapper vol gesopen
 
Soo dat hy naeu een woort kan tot sijn Schepper ropen:
[pagina 127]
[p. 127]
 
Ja is somtijts in Zee dat hy het niet en weet,
 
Dus wert den goeden tijd van velen soo besteet:
 
Dus vaert men van het Lant men komt op’t bracke water,
 
Terstont is d’eene mensch den anderen sijn hater,
 
Ja acht of seven man besloten t’saem by een,
 
En konnen nau een teelt of reyse zijn te vreen,
 
Maer veeltijts gater twist en haet aldaer in swangen,
 
Wanneer men wenscht en soeckt den zegen Godts t’ontfangen,
 
Dan hoort men menigmael dat vloecken en gesweer,
 
Dan hoort men menigmael een onbeschofte leer
 
Dan hoort men menigmael dat slimme argueren,
 
Dan hoort men menigmael den name Gods onteren
[pagina 128]
[p. 128]
 
Dan hoort men menighmael dat d’een den aer belieght,
 
Dan hoort men menighmael dat d’een den aer bedrieght,
 
Dan hoort men menighmael malkander stout toespreken,
 
Dan hoort men menighmael de spot met vroome steken,
 
Dan hoort men menighmael gekijf,twist,tweedracht,haet,
 
Dan hoortmen menigmael een goddeloose praet
 
Dan hoortmen menigmael een beest’lijck deuntjen singen,
 
Dan hoortmen menigmael on-Christelijke dingen
 
Dan hoortmen menigmael ik sien dat mede wel
 
Soo gy my hebt gedaen ick u vergelden sel
[pagina 129]
[p. 129]
 
Dan hoort men menighmael den zegen schier vervloecken,
 
Dan hoort men menighmael dat quaet-doen wert gewroken,
 
Dan hoortmen menigmael qua dingen stellen voor
 
Dan sietmen menigmael de Vissers buiten spoor,
 
dan hoortmen menigmael malkander toenaem geven
 
dan sietmen menigmael d’een staen na d’anders leven
 
Dan siet men menighmael het goet met quaet beloont,
 
Dog hier in moeten nu de vrome zijn verschoont
 
Want ’t waer te veel geseyt sy zijn so t’samen alle,
 
Daer zijn noch Vissers veel die God te voete valle,
 
Daer zijn noch Vissers veel die grouwelen hier af,
 
Daer zijn nog Vissers veel die vresen Godes straf
[pagina 130]
[p. 130]
 
Daer zijn noch Visschers veel die dese dingen hate,
 
Daer zijn noch Visschers veel die dese dingen late,
 
Daer zijn noch Visschers veel oprecht vroom van gemoet,
 
Die stel ick hier niet in,maer al die sulcks doet,
 
Die op Godt niet en denckt of’t moet een storrem waeyen,
 
Dan siet men haer gemoed in droefheydt ommedraeyen,
 
Dan sietmen somtijts in haer een bedroefden geest
 
Dan denktmen menigmael og! hoe heb ik geweest
 
So roek’loos van gemoet,so onbedagt van sinnen
 
Den Satan laet hem straks by sulke mensen binnen
 
Die maekt haer meer bedroeft,die brenght haer in gedacht,
 
Hoe dat sy haren tijd al hebben door gebracht,
[pagina 131]
[p. 131]
 
Veel sonden grof en groot,seyt hy,hebt gy bedreven,
 
Nu isset al te laet om u tot God te geven:
 
U sonden zijn te groot God geeft u geen gena,
 
’t Is al te laet berou den tijd die komt te spa.
 
Wilt gy u nu tot God in desen storm begeven,
 
Te voren hebt gy noyt na sijn woort willen leven,
 
Gy moet hier nu vergaen u tijt heeft hier een ent
 
In eeuwigheyt sult gy van God niet zijn gekent
 
De hoop van saligheyt is voor u toe-gesloten,
 
Want gy hebt veel gedaen dat Gode heeft verdroten
 
God sal u senden weg wanneer het oordeel komt
 
In eeuwigheyt sult gy van hem werden verdomt
 
Dan siet men dat den mens bedroeft is en verslagen
 
Ja ’t hert kan niet opregt tot sijnen schepper klagen
[pagina 132]
[p. 132]
 
Dus zijn sy heel ontstelt en schrickelik verbaest,
 
Wanneer sy hooren dat de Zee geweldigh raest,
 
Dan doet men wel somtijts beloften aen den Heere
 
O God stilt gy den wint! ick sal my dan bekeere:
 
Ick sal u dit of dat op-offeren bequaem,
 
Och! Noyt en sa lick weer onyheyligen u naem,
 
Soo ras als Godt dan neemt de droefheydt van de menschen,
 
En dat onweer stilt na haer gelief en wenschen
 
Hoe weynig hout men dan den storrim in gedagt
 
Hoe roeck’loos wort den tijt dan weder door gebragt,
 
Soo ras als God de reys behouwen laet vol-enden
 
Dan siet men haer terstont tot gulsigheden wenden
 
Ja ’t beurt somwijle wel soo ras men komt aen lant,
[pagina 133]
[p. 133]
 
Dat men hem self berooft van wijsheyt en verstant,
 
Het is een droeve saeck,op aerden veel gebleken,
 
Wanneer een mensch van jonghs geen tael heeft om te spreken,
 
Maer ’t is noch droeviger voor die de gaef wel heeft,
 
Dat hy sijn spraeck berooft die Godt van jonghs hem geeft,
 
Het zijn maer moordenaers van haer eygen zielen
 
Die door den dronck de doodt dus trecken op haer hielen,
 
Wee! wee! roept de Propheet die geen die helden zijn,
 
Om drincken stercken dranck,van bier of oock van wijn,
[pagina 134]
[p. 134]
 
Godt schrijft haer toe een straf die eewighlick sal dueren,
 
Voorseker sal den dronck veel pijn en smart besueren,
 
God kan ’t verdragen niet al in sijn suyver oogh
 
Hy siet het alles wel al woont hy veer om hooch
 
Hy kent des menschen doen,hy kent des menschen harte,
 
Wel waerom dan de Heer dus gruwelick gaen tarte,
 
Waerom den goeden tijt onnuttelick verquist?
 
En willens Godes gunst en goetheyt na gemist
 
O mensche denckt dit na! wilt gy niet namaels beven,
 
So schickt u doch in tijds tot deughden te begeven,
 
Die vroom en heylighlijck hier doorgaens heeft geleeft,
[pagina 135]
[p. 135]
 
Ook midden inde dood een vast vertrouwen heeft
 
Wel aen dan Sluysche Jeugt en alderhande menschen,
 
Die hier een goeden strijdt en namaels vreede wenschen,
 
Wilt gy de sond’ontgaen en ’t eeuwigh ongeval,
 
Soo denckt tot allertijd dat eens gebeuren sal,
 
Bysonder die ‘r op Zee in prijckel veel begeven,
 
En daer met Visschery of anders moeten leven,
 
Doet altijd vroom en wel, en vlied doch van het quaet,
 
Denckt dat God over al het boose wesen haet,
 
Dit doende sal gewis den zegen op u komen,
 
En rampen, plaegh, en straf sal werden wech-genomen,
 
Geluckigh is de mensch die dit alsoo verstaet,
[pagina 136]
[p. 136]
 
En ongeveynst altijt in Godes wegen gaet,
 
Hy sal sich met sijn werck en handel wel generen,
 
En niet van dagh tot dagh ten achter langer teren:
 
In ’t korte met een woort,die na behooren doet,
 
Soo een kan met goe gront verwachten veel voorspoet.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken