De Vlaamsche vertelselschat. Deel 1

[p. 211]

XXVIII. De gemeenteraad van Oolenaant.

De Gemeenteraad van Oolen was vergaderd en de burgemeester telde de raadsleden.

- 't Is vreemd, zegde hij, ik tel maar zeven man en toch moeten wij met ons achten zijn, de sekretaris meegerekend.

De sekretaris telde ook de aanwezige leden, van links naar rechts, zonder zichzelven mee te tellen, zooals de burgemeester het had gedaan. Hij ook telde maar zeven aanwezigen.

Toen kreeg de burgemeester een goede gedachte. Iedereen zou, op beurt, zijn vinger steken in een koeplamei, die juist vóór het gemeentehuis op de kasseide lag. Men zou vervolgens al de gaatjes tellen.

Zoo gezegd, zoo gedaan. Men telde de gaatjes. Er waren er acht. De gemeenteraad was kompleet.