Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
La henriade dans la littérature hollandaise (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van La henriade dans la littérature hollandaise
Afbeelding van La henriade dans la littérature hollandaiseToon afbeelding van titelpagina van La henriade dans la littérature hollandaise

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

Scans (2.49 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

proefschrift


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

La henriade dans la littérature hollandaise

(1927)–H.J. Minderhoud–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina *1]
[p. *1]

Stellingen.

I.

Het succes van de Henriade verklaart de aanwezigheid van het groot aantal heldendichten in de XVIIIe eeuw in Nederland.

II.

De Henriade-vertaling van Sybrand Feitama verdient niet de grote lof, haar in de XVIIIe eeuw toegezwaaid.

III.

Valkhoff heeft terecht de Henriade-vertaling van Barbaz de beste genoemd.

IV.

Het vermoeden van Kalff, dat in de Klaudius Civilis van Frans van Steenwijk de invloed van de Henriade te herkennen zou zijn, is gegrond.

V.

Helmers' Socrates staat meer onder invloed van de Henriade dan van de Palamedes.

VI.

W.M.F. Mansvelt (Gids 1920, IV, p. 307-319) heeft overtuigend aangetoond, dat het onjuist is, Onno Zwier van Haren een voorloper van Multatuli te noemen.

[pagina *2]
[p. *2]

VII.

Bilderdijk heeft ongelijk, wanneer hij in zijn Ondergang der eerste Wareld beweert, dat het Van Engelen is geweest, die het nieuwe soort van ‘merveilleux’ in het IIe Boek van Hoogvliet's Abraham heeft afgekeurd.

VIII.

Egger heeft in zijn Essai sur l'Histoire de la Critique chez les Grecs gezegd, dat Le Bossu zijn Traité du Poème épique ontwikkeld heeft uit een of twee pagina's van Aristoteles. Dit is niet geheel waar.

IX.

Terecht definieert Vinet het epos als een ‘histoire idéalisée’.

X.

De uitdrukking: ‘délicieux acrobate’ (Gustave Lanson: Histoire de la Littérature française), doet onvoldoende recht wedervaren aan de belangrijkheid van Théodore de Banville.

XI.

In zijn brief over Le Disciple (zie: H. Taine, Sa vie et sa correspondance, tome IV), verwijt Taine aan Bourget, dat hij Robert Greslou ‘intéressant, presque sympathique’ maakt, en daardoor bij zijn lezers instemming wekt met de ideeën van Sixte. Deze opmerking is ook toe te passen op andere romanfiguren van Bourget.

XII.

De waarde van het voorbereidend hoger onderwijs wordt niet alleen bepaald door het aantal, de aard en de omvang der onderwezen vakken, maar in niet mindere mate door de arbeid, die de leerlingen - ook thuis - zelfstandig verrichten.

Dit laatste wordt in de afbrekende critiek van onze dagen maar al te dikwijls uit het oog verloren.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken