Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den eerelycken pluck-voghel (1677)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den eerelycken pluck-voghel
Afbeelding van Den eerelycken pluck-voghelToon afbeelding van titelpagina van Den eerelycken pluck-voghel

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.84 MB)

Scans (20.17 MB)

XML (0.35 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den eerelycken pluck-voghel

(1677)–Livinus van der Minnen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 264]
[p. 264]

Tot de vrouwe-smyters.

 
WAnneêr den wreeden Leeuw komt op het Veldt te vanghen
 
Een Man oft jongh Ghesel, hy met een groot verlanghen
 
Stelt syn ghebit te werck, valt happigh aen den Buyt,
 
En delyt het Mensche-vleesch met groote stucken uyt;
 
Maer soo het moedigh Beest een Vrouwe komt te vinden,
 
Den wreeden Leeuw en sal dat teer Lyf niet verslinden,
 
Syn tanden ligghen stil, syn oude wreedtheydt slaept,
 
Het schynt dat sigh het Dier aen synen Roof vergaept:
 
Is 't dat den wreeden Leeuw, den wreetsten van de Dieren
 
Door on-bekende gunst een Vrouwe weet te vieren,
 
En midden in het Bosch en teghen synen aerdt
 
Haer sachte lichaem mydt, haer teere leden spaert?
 
Wat is 't dan voor een Beest? Hoe leelyck moet sy wesen
 
Uyt wiëns boosen mondt dit Spreeck woordt is gheresen,
 
Die seyd'; ick weet het Godt, en myn twee Vuysten danck
 
Dat ick een goede Vrouw' hebb' onder myn bedwanck;
[pagina 265]
[p. 265]
 
Vrouw'-Smyters als ghy zyt, men soud' u selfs behooren
 
Met stocken ofte sweep te smyten op uw' ooren,
 
Het Edel Menschen-vleesch is al te delicaet,
 
En principael de Vrouw die ghy met vuysten slaet.
 
Het teere Vrouwen-hert kan gheenen trots verswelghen,
 
Gheen dingh is soo gheney ght om sigh in als te belghen,
 
't En is gheen Minne-werck te slaen een teere Wyf,
 
Veel min syn eyghen Vrouw de hellicht van syn Lyf,
 
Den Man behoort altydt syn Weder-paer te myden,
 
Eylaes de teere Vrouw heeft al ghenoegh te lyden!
 
Heeft swaren last ghenoegh op haren teeren hals,
 
En is van alle kant vol druck en onghevals:
 
Vol alderley verdriet, en veelderley ghevaren,
 
Vol moeyten in de draght, vol smerten in het baren,
 
Ach! die maer eens en peyst wat dat is barens-pyn,
 
Is hy gheen Tygher self, hy moet haer gunstigh zyn.
 
Het Mannelyck ghemoet is van natuer ghehouwen
 
Te draghen met ghedult de swackheydt van de Vrouwen,
[pagina 266]
[p. 266]
 
Te schryven in de Zee, te blasen in den windt
 
Al wat hy voor ghebreck in haer gheselschap vindt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken