Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De natuurkunde van 't vrije veld. Deel I (1937)

Informatie terzijde

Titelpagina van De natuurkunde van 't vrije veld. Deel I
Afbeelding van De natuurkunde van 't vrije veld. Deel IToon afbeelding van titelpagina van De natuurkunde van 't vrije veld. Deel I

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.38 MB)

ebook (9.60 MB)

XML (0.74 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/natuurkunde


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De natuurkunde van 't vrije veld. Deel I

(1937)–Marcel Minnaert–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Licht en kleur in het landschap


Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Voorwoord

Wie houdt van de natuur neemt haar verschijnselen waar zoals hij ademt en leeft: uit een aangeboren, diepe drang. Zonneschijn en regen, warmte en koude, zijn hem even welkome gelegenheden tot opmerken, hij vindt zijn gading in de stad en in het bos, in de zandvlakte en op de zee. Ieder ogenblik wordt hij getroffen door nieuwe en belangwekkende gebeurtenissen. Met veerkrachtige stap zwerft hij over de wijde landen, oog en oor klaar tot het opnemen van de indrukken die van alle kanten op hem aankomen, diep inademend de geur der lucht, voelend elk temperatuurverschil, met de hand soms strelend een struik langs de weg, om in nauwere aanraking te zijn met de dingen der Aarde. Zo voelt hij zich een mens in levensvolheid.

Denk niet dat de oneindig verscheiden stemmingen der natuur voor den wetenschappelijken waarnemer iets van hun dichterlijkheid verliezen: door de gewoonte van het opmerken wordt ons schoonheidsgevoel verfijnd, en rijker gekleurd de stemmingsachtergrond waarop zich de afzonderlijke feiten aftekenen. De samenhang tussen de gebeurtenissen, het verband van oorzaak en gevolg tussen de onderdelen van het landschap, maken een harmonisch geheel van wat anders slechts een aaneenschakeling zou zijn van losse beelden.

De hier beschreven verschijnselen zijn voor een gedeelte dingen die u dagelijks waarneemt, en waarvan het leuk is de natuurkundige inhoud naar voren te brengen. Voor een ander gedeelte zijn het verschijnselen die u niet kent, en die toch elk ogenblik te zien zijn; het is voldoende uw ogen aan te raken met de toverstaf die heet: ‘weten waar ik op letten moet’! En tenslotte zijn er ook de zeldzame, merkwaardige natuurwonderen, die zelfs voor den geschoolden waarnemer maar enkele malen in het leven voorkomen, waar hij jaren op wacht, en waarvan het zien ons vervult met het bewustzijn van het buitengewone en met een diep geluk. Hoe merkwaardig het ook moge schijnen, toch is het een feit dat men niet veel anders opmerkt dan de dingen die men al kent; het is heel moeilijk iets nieuws te zien, ook al vertoont het zich rechtstreeks voor onze ogen. Gedurende

[pagina VI]
[p. VI]

de oudheid en de middeleeuwen heeft men talloze zonsverduisteringen waargenomen, en toch heeft het geduurd tot 1842 eer de corona werd opgemerkt, die wij thans als het meest opvallende eklipsverschijnsel beschouwen en die iedereen met het blote oog kan zien. Wat in den loop van de tijd door de arbeid van vele uitstekende natuurkenners opgetekend is, heb ik getracht in dit boek te verenigen om er uw aandacht op te vestigen. Er is geen twijfel aan dat er nog veel, veel meer in de natuur te zien valt; elk jaar verschijnt weer een aantal nieuwe verhandelingen over nog onopgemerkte verschijnselen; en het is wel vreemd te bedenken, dat wij voor zoveel dingen doof en blind blijven die ons aan alle kanten omringen en die door het nageslacht wèl opgemerkt zullen worden.

Onder ‘natuurwaarnemingen’ verstaat men gewoonlijk de bestudering van planten en dieren; alsof niet ook tot de natuur behoorde het schouwspel van wind en weer en wolken, de duizenden geluiden die de ruimte vervullen, de watergolven, de zonnestralen, de dreuningen der aarde! Zoals de biologen hun flora's en fauna's hebben, moeten de natuurkundigen in het bezit zijn van een wandel- en waarnemingsboek over alles wat er op hun gebied te zien is aan de ‘levenloze’ natuur in onze Nederlandse gewesten. Wij komen onvermijdelijk op het gebied van den meteoroloog, maar ook op grensgebieden van de sterrekunde, de aardrijkskunde, de biologie, de techniek; toch hoop ik een zekere eenheid gevonden te hebben, waardoor men de samenhang van al de behandelde onderwerpen voelt.

Omdat het ons te doen is om eenvoudige, rechtstreekse natuurwaarneming, laten we stelselmatig weg:

1.alles wat alleen met instrumenten te voorschijn komt (daarentegen is enige aandacht besteed aan onze zintuigen, die onze voornaamste hulpmiddelen zullen uitmaken en wier eigenschappen we dus moeten kennen);
2.alles wat uit lange statistische reeksen waarnemingen wordt afgeleid;
3.de theoretische bespiegelingen, voor zover ze niet rechtstreeks aansluiten bij wat onze ogen zien.

Het zal blijken, dat er dan nog een verrassende overvloed van waarnemingen overblijft; ja, er is nauwelijks één enkel gebied van de natuurkunde, of het vindt zijn toepassing in de open lucht, en dikwijls op een wijze die in grootsheid al onze laboratoriumproeven overtreft. Houd dus in de gedachte dat alles wat in dit boek beschreven wordt voor u toegankelijk en waarneembaar is!

[pagina VII]
[p. VII]

Bij alles is de bedoeling dat u het ziet en dat u het doet!

De betekenis van de open lucht-waarnemingen voor het onderwijs in de natuurkunde is nog niet voldoende erkend. Zij helpen ons in het toenemend streven om ons onderwijs te doen aansluiten bij het leven: zij geven ons een natuurlijke aanleiding tot het stellen van duizenden vragen, en ze zorgen ervoor, dat hetgeen op school geleerd is later nog telkens en telkens ook buiten de schoolmuren wordt teruggevonden. Aldus wordt de alomtegenwoordigheid der natuurwetten als een steeds weer verrassende en indrukwekkende werkelijkheid ondervonden.

Daarnaast is ons boek bestemd voor ieder die houdt van de natuur; voor het jonge volk dat trekt door de wijde wereld en samenhokt bij het kampvuur; voor den schilder, die licht en kleuren in het landschap bewondert maar niet begrijpt; voor wie buiten leeft of van reizen houdt; en ook voor den stadsbewoner, omdat er in het rumoer en de drukte onzer donkere straten nog altijd een stuk natuur overblijft; zelfs voor den geschoolden natuurkundige hopen we dat het nog nieuws brengen zal, daar het behandelde gebied zo veelomvattend is en dikwijls buiten de gewone stroom der wetenschap ligt. Zo zal men begrijpen dat zeer eenvoudige naast veel moeilijker waarnemingen opgenomen zijn, gegroepeerd volgens de samenhang der verschijnselen in de natuur.

De poging die hier ondernomen wordt is waarschijnlijk de eerste in haar soort, en dus gebrekkig. Meer en meer ben ik overweldigd door de schoonheid en uitgebreidheid van de stof, en door het bewustzijn dat ik haar niet kan uiteenzetten op een wijze harer waardig. Gedurende twintig jaar heb ik stelselmatig natuurwaarnemingen uitgevoerd; een paar duizend verhandelingen uit alle mogelijke tijdschriften zijn hier verwerkt, al zijn daarvan alleen die aangehaald welke een samenvattend onverzicht geven, of die welke zeer bijzondere punten nader toelichten. Maar ik weet zeer goed hoe onvolledig deze verzameling nog is. Veel is mij onbekend gebleven van wat al bekend was, veel is ook voor den vakman nog een raadsel. Des te dankbaarder zal ik zijn aan allen die mij door eigen waarnemingen of literatuuropgaven willen helpen om fouten te verbeteren en leemten aan te vullen.

Het is mijn bedoeling, op dit boek spoedig een tweede en een derde te laten volgen, waarin de overige gedeelten der natuurkunde behandeld worden. Het handschrift van het geheel is klaar, en het zal slechts van de belangstelling van het publiek afhangen of de uitgave mogelijk is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De natuurkunde van 't vrije veld (3 delen)