Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Letter-kransje voor lieve en brave kinderen (1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Letter-kransje voor lieve en brave kinderen
Afbeelding van Letter-kransje voor lieve en brave kinderenToon afbeelding van titelpagina van Letter-kransje voor lieve en brave kinderen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.93 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Illustrator

J. P. Visser Bender



Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Letter-kransje voor lieve en brave kinderen

(1806)–Petronella Moens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 6]
[p. 6]

Bij den dood van het kleine Koosje.

 
Koud, bleek, en met gesloten oogjes,
 
Lag kleine Koosje, op Moeders schoot,
 
Luid schreide Moeder, ook ik schreide,
 
Toen Vader lief al snikkend zeide:
 
Ons Koosje, ons dierbaar kindje, is dood.
 
 
 
Een stuip slechts, en zij was gestorven.
 
Zij leed wel kort, maar bittre smart,
 
Met pijnlijk afgedwongen lachjes,
 
En bange, half gesmoorde klagjes
 
Drong zij zich vast aan moeders hart.
 
 
[pagina 7]
[p. 7]
 
Riep Vader eens: ‘Mijn lieve Koosje!’
 
Dan zag zij hem door traantjes aan,
 
En bood hem 't zwakke handje, al vleijend,
 
Maar ach, de koorts dwong haar, om schreijend
 
De kwijnende oogjes neêr te slaan.
 
 
 
Hoe vrolijk, hoe gezond was Koosje,
 
Nog maandag, toen wij hier, zoo blij,
 
Haar eersten jaardag, spelend vierden,
 
Ach, toen wij haar met bloemen sierden,
 
Toen streelde 't lagchend kindje mij.
 
 
 
Wij hadden tasel, stoel en wiegje,
 
Met palm en rozen opgeschikt,
 
Hoe kraaide zij van vreugd, hoe netjes,
 
Had Naatje, een krans van violetjes,
 
Ons Koosje om 't krullend haar gestrikt.
 
 
[pagina 8]
[p. 8]
 
Ginds hing nog dat verwelkend kransje,
 
Maar 't schonk ons nu geen blijdschap meer.
 
Neen, 't kon de droefheid slechts vergrooten,
 
Doch, eer de doodkist werd gesloten,
 
Lag Moeder 't bij haar Koosje neêr.
 
 
 
'k Heb Koosje, ook in haar kleine doodkist,
 
Hoe koud zij was, nog eens gestreeld.
 
Haar ledig wiegje doet mij schreijen,
 
Nooit zal zij weêr zoo vriendlijk vleijen
 
Hoe lagcht ginds nog haar schaduwbeeld.
 
 
 
Dat schaduwbeeldje maakte Vader
 
Op Koosjes jaardag, voor ons af,
 
't Hangt aan een rozenkleurig lintje,
 
Vraagt iemand nu, waar is dat kindje?
 
Dan zeg ik: Ach, dat slaapt in 't graf!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken