Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.64 MB)

XML (6.31 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Ablaing van Giessenburg, Joan Daniel Cornelis Carel Willem baron d']

ABLAING VAN GIESSENBURG (Joan Daniel Cornelis Carel Willem baron d'), heer van Giessenburg, Giessen-Nieuwkerk en Moersbergen, geb. 6 Juni 1779 te Utrecht, overl. 27 Juni 1859 te Voorst. Hij was een zoon van Joan Cornelis, kamerheer van Frederik II van Pruisen, en Juliana Maria Francisca Isabella Johanna Frederica, baronesse von Syberg-Vörde. Zijn ouders vroeg verloren hebbend, werd hij opgevoed door zijn oom, den luitenant-generaal d'A. van Moersbergen en door dezen voor den krijgsdienst opgeleid. In 1795 begaf hij zich naar Osnabrück en vereenigde zich daar met de andere uitgewekenen onder Prins Frederik. In 1799 behoorde hij tot het Oranjegezinde korps te Lingen en werd, bij delanding der Pruisen en Engelschen in Noord-Holland, belast met het overbrengen van depêches van Lingen naar N.-Holland. Tot 1813 weigerde hij, als vurig orangist, elken post of eenige bediening aan te nemen. Een bevel om hem in dat jaar gevangen te nemen kon niet tot uitvoer komen door zijn vroegtijdig uitwijken naar het pruisische korps van generaal von Bülow te Munster, dien hij, naar hij later vermeldde, wist aan te zetten tot den veldtocht naar Nederland; bij de inname van Arnhem (Dec. 1813) vocht d'A. aan v. Bülow's zijde (zie hierover Nijhoff's Bijdragen 3e R. dl. IV (1888) 345). In Jan. 1814 werd hij benoemd tot commissaris-generaal bij de russische en pruisische legers hier te lande, in Maart d.a.v. met den rang van generaalmajoor, tot intendant-generaal van het nederlandsche leger te velde. Reeds kamerheer des konings zijnde, werd hij in Sept. 1815 aangesteld tot hofmaarschalk van den Prins van Oranje, bij wiens huwelijk te St. Petersburg hij tegenwoordig was. Tot de belgische revolutie leefde hij op zijn landgoed te Moersbergen; toen bood hij zich met zijn vier zonen aan om onverwijld het vaderland te helpen verdedigen. Hij werd benoemd tot luitenant-kolonel, chef van de afdeeling mobiele schutterij der provincie Utrecht

[pagina 5]
[p. 5]

(Oct. 1830); in Febr. 1831 volgde zijn bevordering tot kolonel, met standplaats Bergen-op-Zoom. Bij gelegenheid van het springen der kruitkamer Stoelenmat te Bergen-op-Zoom onderscheidde hij zich door koelbloedigheid en beleid. In den Tiendaagschen veldtocht dreef hij 3 Aug. 1831 aan het hoofd eener colonne, bestaande uit 10 compagnieën schutterij van Zuid-Holland, Overijsel en Utrecht, op marsch van Rozendaal, den vijand tusschen Brascaet en Kalmpthout terug. Later bleef hij hoofd der rustende schutterij te Utrecht en lid van het hoofdbestuur van het Metalen Kruis. Voorts werd hij achtereenvolgens tot Lid van de Staten van Utrecht, van de Tweede en van de Eerste Kamer der Staten-Generaal gekozen. In 1853 lieten zijn voormalige officieren een gedenkpenning met zijn borstbeeld te zijner eere slaan. d'A. was versierd met het ridderkruis van de Mil. Willemsorde. Hij huwde 28 Oct. 1800 Henriette Elisabeth Corver Hooft, na haar overl. (23 Nov. 1826), 16 Mrt. 1827 Albertine Otteline barones Rengers.

Zie: Utrechtsche Volksalmanak 1854, voorwoord (met afbeelding van den gedenkpenning); Bosscha, Neerlands Heldendaden te Land III, 535; Jaarb. Ned. Adel 1906, 3.

Eysten


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over J.D.C.C.W. d' Ablaing van Giessenburg

  • J. Wackie Eysten