Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.64 MB)

XML (6.31 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Bronckhorst, Jan Gerritsz. van]

BRONCKHORST (Jan Gerritsz. van), schilder en etser, is omstreeks 1603 geb. en in 1661 te Utrecht gest. Reeds in 1614 kwam hij in de leer bij den glasschilder Jan van der Burch. Na ook nog bij twee andere glasschilders gewerkt te hebben, kwam hij in 1620 bij den glasschilder Pieter Matthysz. te Utrecht en 1½ jaar later bij zekeren Chamu te Parijs, waarna hij weer naar Utrecht terugkeerde. 12 Nov. 1626 huwde hij daar Lyntgen van Noort. Voor de stad Utrecht leverde hij in dat jaar ontwerpen van stoelbekleedingen. In 1628 vertoefde hij te Brussel, waar hij voor 260 livres de door de Habsburgers in de kerk van Onze Lieve Vrouw ten Zavel geschonken vensters restaureerde. Hij was dus niettegenstaande zijn jeugdigen leeftijd toen reeds een autoriteit op het gebied der glasschilderkunst, en van 1630 tot 1637 heeft hij te Utrecht tal van bestellingen uitgevoerd. 28 Aug. 1647 sloot hij een contract met de stad Amsterdam over het beschilderen van een groot venster in de Nieuwe Kerk met de voorstelling hoe graaf Willem IV aan de stad een wapen schonk. Een tweede contract van 15 Sept. 1648 betrof drie andere vensters in dezelfde kerk, waarop een verheerlijking van den vrede geschilderd zou worden. Deze vensters, waarvoor hem in 1651 de som van 12400 gulden werd uitbetaald, zijn niet meer aanwezig. Te Utrecht had hij in 1636 een huis in de Minderbroederstraat gekocht, en was hij in 1639 in het gild getreden. Inmiddel; was hij ook begonnen met etsen en later met schilderen. Gerard van Honthorst beval hem 29 Aug. 1637 bij Huygens aan als een uitstekend etser, waarna hij voor den prins inderdaad op voortreffelijke wijze op zes bladen het beleg van Breda etste. Zijn werkzaamheden te Amsterdam noopten hem, daarheen te verhuizen. Reeds in 1650 was hij er sergeant der schutterij en 29 Jan. 1652 kocht hij er het poorterrecht. Hij woonde op de Rozengracht bij de Westermarkt. In 1655 beschilderde hij de deuren van het groote orgel in de Nieuwe Kerk met de geschiedenis van Saul en David, en voor het Stadhuis schilderde hij verschillende zolderingen met allegorische tafereelen en in 1659 een schoorsteenstuk in de Raadzaal met Jethro, die Mozes den raad geeft zeventig oudsten aan te stellen. Dit laatste stuk had hij 27 April 1658 voor 1800 gulden aangenomen, welke som echter 14 Jan. 1660 met 1000 gulden verhoogd werd. Na zijn dood vertrok zijn weduwe weer naar Utrecht, waar ze 23 Sept. 1677 begraven is. Daar hij voornamelijk voor openbare gebouwen werkzaam is geweest, heeft hij maar weinig andere schilderijen gemaakt die dan ook in musea niet veel gevonden worden. In het museum te Brunswijk zijn twee stukken met guitaarspelers (1644) in de manier van Honthorst, in het museum te Utrecht een tafereel van Jupiter, die Mercurius

[pagina 256]
[p. 256]

last geeft Argus te dooden, en in het Rijksmuseum te Amsterdam twee voorstellingen van het spijzigen der armen (1657), welke laatste twee stukken trouwens afkomstig zijn uit het Oudezijds Huiszittenhuis. Zijn etsen zijn belangrijker dan zijn schilderijen. Het zijn voornamelijk composities van Corn. Poelenburg, en verder eenige uitstekende portretten, o.a. dat van Herman Saftleven. Hij was de vader van bovengenoemden Gerard van Br. In het Prentenkabinet te Amsterdam is zijn anoniem geteekend portret op tienjarigen leeftijd. Een later portret, door hem zelf geschilderd, is door P. Bailliu gegraveerd voor de in 1649 door Meyssens uitgegeven reeks schildersportretten.

Zie: C. de Bie, Gulden Cabinet 278; Sandrart, Teutsche Academie 317; S. Muller Fz., Utrechtsche schildersvereenigingen 125; Bulletin des Commissions Royales de Belgique XI, 150; Oud-Holland IV, 213, 214; IX, 194; Obreen's Archief II, register; Houbraken I, 231-233; Kramm, in voce; Aemstels Oudheid IV, 73-88; Kroon, Het Stadhuis van Amsterdam 80, 81; Catalogus van Museum Kunstliefde te Utrecht (1885) 38, 39; Riegel, Beiträge II, 185-187; Bode, Studien 329; Bartsch, Peintre-graveur, IV, 55-68; Weigel, Supplement 151; Repertorium für Kunstwissenschaft IV, 231; Thieme und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, in voce.

Moes


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Jan Gerritsz. van Bronckhorst

  • Ernst Wilhelm Moes