Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2 (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.64 MB)

XML (6.31 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2

(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Motte, Cornelis van Erlach van der Bilt La]

MOTTE (Cornelis van Erlach van der Bilt La), of Motthe, letterkundige, 18 Aug. 1829 te 's Hertogenbosch geb. en 8 Aug. 1868 overl. Hij doorleefde een ongelukkige jeugd, was korten tijd in dienst bij den haagschen boekhandel van K. Fuhri, welk verblijf in de hofstad een ongunstigen invloed op zijn verder leven heeft gehad; was daarna als administrateur voor een engelsche maatschappij werkzaam bij 't indijken van een polder op Zuid-Beveland en besloot, toen ook die betrekking van korten duur bleek, voor zich en zijne ouders (die destijds onbemiddeld te Besoyen woonden) door 't schrijven van novellen voor de pers den kost te verdienen. Want van nature bezat de jongeling veel letterkundigen aanleg en door lectuur en oefening had hij deze gelukkig ontwikkeld. Mannen van invloed, als Dr. Schotel te Tilburg, H.M.C. van Oosterzee, pred. te Oirschot, en de oud-minister Fransen van de Putte, ondersteunden zijn pogen. Maar La Motte had een zwak karakter, bood weinig weerstand aan de verleidingen des levens en trok veel rond: van de redactie der N. Rott. Courant naar het Haagsche Dagblad en van hier weer naar een courant in Brussel. Gedurende zijn verblijf in laatstgenoemde stad stierf zijn vader in Alfen, en kort daarna bevond hij zich met zijn moeder en een zuster, voor wie hij zooveel mogelijk in het onderhoud voorzag, te Maastricht. Van hier zette hij zijn zwerftochten voort, was een

[pagina 948]
[p. 948]

tijdlang redacteur van de Rozendaalsche Courant en stierf in 1868 op slechts 37-jarigen leeftijd aan den typhus. Als novellist en schrijver van andere opstellen bezat La Motte ongetwijfeld letterkundige verdiensten. Men vindt zijn bijdragen, meest onder zijn eigen naam geschreven, doch soms ook onder het pseudoniem Sylvius of Bosschenaar en dat van C.L.M. van der Goes, in de tijdschriften Europa, Nederland, Vaderl. Letteroefeningen, Holland, Vergeet mij niet, Almanak voor het schoone en goede e.a. jaarboekjes; verder in het tijdschr. Gelderland, de Damescourant en het Dames-maandschrift, waarvan hij een tijdlang redacteur was. Verbazend vruchtbaar was La Motte's pen, vooral in de jaren 1855-62. Kenmerkende fouten van dezen schrijver waren langdradigheid en breedsprakigheid, die hij intusschen gemeen had, 't zij tot zijn verontschuldiging gezegd, met bijna al zijn tijdgenooten. Daarnaast staan evenwel vernuft, talent. vindingrijkheid en gloed van schildering, die inderdaad een sieraad van zoo menige zijner vertellingen en schetsen uitmaken.

's Mans letterkundige nalatenschap mag vrij aanzienlijk heeten; zij bestaat zoowel uit afzonderlijke uitgaven, als uit novellen, verhalen en recensies van boeken in allerlei tijdschriften. Bovendien schreef hij vertalingen uit het engelsch en duitsch. Van de eerste noemen wij: Een kerkgang te Tilburg. Fantasiën op een thema uit het leven, Dr. G.D.J. Schotel toegewijd (1855) en de Delftsche tentoonstelling van Oudheden (1863). Van zijn bijdragen in tijdschriften: Mieke Trien (in de Vaderl. Letteroefeningen van 1860; 2de st.); Dries de strooper (in Gelderland 1855); Watersnoodfantasiën (ibid.); Vloek en zegen, een Oudejaarsavond-vertelling (ibid.); en Een handvol Typen, aan het vrouwelijk leven ontleend (ibid., 1856); De bedevaartgangers, een schets uit de Meyerij (in Nederland 1857); Een jongelingsleven (in den Muzenalmanak Vergeet mij niet 1857), en Schuld en boete (ibid. 1858; met portret van den schrijver); Liesbeth, een dorpsvertelling (in Almanak voor het schoone en goede 1860); Een goede raad. Vertelling uit de Meyerij en Wat hij moest worden en wat hij werd. Schets uit het Hollandsche Volksleven (beide uit Lectuur voor de huiskamer 1856). Van zijn vertalingen zijn het meest bekend: Georgine, uit het Eng. van Athford Owen (1859) en Nora, uit het Duitsch van Ottilia Wildermuth (1860).

Zie: Levensber. Letterk. 1869, 197.

Zuidema


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Cornelis van Erlach van der Bilt la Motte

  • E. Zuidema