[Aylva, Mr. Hans Willem baron van (2)]
AYLVA (Mr. Hans Willem baron van) (2), heer van Waardenburg, Neerijnen, Warmenhuizen, Schoorldam en Krabbendam. Geb. te 's Gravenhage 8 Sept. 1751, ald. overleden 29 Dec. 1827, eenige zoon van Hans Willem (1), die voorgaat, en van Anna Catharina Rumpf.
Hij studeerde sedert 2 Juni 1767 aan de acad. te Leiden, werd in 1780 grietman van 't Bildt en protesteerde, als gevolmachtigde van het kwartier van Westergo, in 1781 met C.G. van Wassenaer en Bonifacius van der Haer tegen het besluit der meerderheid van de Staten v. Friesland ‘om ter Alg. Staatsvergadering ten sterkste aan te dringen dat de collegiën ter Admiraliteit dezer landen moesten gelast worden, om ter tafel van H.H. Mog. ten spoedigste in geschrift in te brengen de redenen die zij vermeenden de oorzaken te zijn van het langzaam toerusten ter zee, met eene opgave der middelen, geschikt om dit kwaad te weren’. Volgens hen hield dit besluit een betuiging in van wantrouwen omtrent het gedrag en de maatregelen die Prins Willem V als admiraal-generaal der Unie, gehouden en beraamd had. In 1787 was hij lid van het gezantschap, namens de Alg. Staten naar Wezel gezonden, om den koning van Pruisen te verwelkomen, in 1794 een der vier afgevaardigden door H.H. Mog. naar Brussel gezonden om keizer Frans II aldaar te gaan begroeten.
Had hij in 1788 zijn grietenij 't Bildt verwisseld met die van Baarderadeel, in 1795 zag hij zich bij de omwenteling genoodzaakt dit ambt neder te leggen en leefde sedert ambteloos. Dat hij van koning Lodewijk het grootkruis der orde van de Unie ontving, behoeft nog geen bewijs te zijn, dat hij dezen diensten heeft bewezen. Doch koning Willem benoemde hem 21 Dec. 1813 onder de 14 (15) leden der commissie waaraan het ontwerpen van een grondwet werd opgedragen; ook had hij zitting in de commissie, waaraan 22 April 1815 de grondwetswijziging was toevertrouwd. In 1814 werd hij door den Koning tot opperhofmaarschalk en lid der Eerste Kamer benoemd en tot lid der ridderschap van Friesland, terwijl bij Kon. besl. van 14 April 1822 aan hem en zijn nakomelingen de titel van baron en barones werd verleend.
Van Aylva huwde te Haarlem 2 Mei 1773 met Cornelia van Brakel, gedoopt te Haarlem 19 Febr. 1754, overleden te 's Gravenhage 10 Oct. 1823, dochter van Mr. Cornelis Arnout en van Arnoldine Repelaer. Uit dit huwelijk sproot maar één dochter: jkvr. Anna Jacoba v. Aylva, geb. te 's Gravenhage 20 April 1778, overl. op het kasteel te Neerijnen 11 Sept. 1814, na te Waardenburg 17 Juni 1800 te zijn gehuwd met Mr. Frederik Willem Floris Theodorus baron van Pallandt, in wiens geslacht naam en wapen der v. Aylva's zijn overgegaan.
Zie: Vervolg op Wagenaar III, 211, XXI, 227, XXVII, 15; Baerdt v. Sminia, N. Naaml. v. Grietm., 239; Jaarb. Ned. Adel V, 18, 19; Adelsarchief 1902, 121; Nederl. Adelsboek 1912, 71, Blok, Gesch. Ned. Volk2 IV, 196, 219.
Regt