Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.89 MB)

XML (5.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7

(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Gogel, Isaäc Jan Alexander]

GOGEL (Isaäc Jan Alexander), geb. 10 Dec. 1765 te Vugt (Meijerij van 's Hertogenbosch). Zijn vader was duitsch officier in staatschen dienst, zijn moeder zuster van den schout-bij-nacht Krul. Gogel werd voor koopman opgeleid op het kantoor van Godart Kappel en Zoon te Amsterdam, waar hij zich in 1791 vestigde. Hij sloot zich bij de Patriotten aan; toen deze, na overleg met gelijkgezinden in andere provincies, besloten zich met de fransche republikijnen in verbinding te stellen, werd Gogel (met Irhoven van Dam) naar Pichegru gezonden, om dezen tot een tocht naar Holland aan te sporen. Gogel toch was een der ijverigste leden van het Comité Revolutionnair van 1794. Na de revolutie werd hij president der Societeit voor Een- en Ondeelbaarheid en een der grootste voorstanders van het analgama der schulden en van gemeene belastingen.

Na de omwenteling van 1795, bekleedde Gogel verschillende regeeringsambten; zoo was hij commissaris der nationale beleenbank, waarvan hij een der oprichters was. Hij koos partij voor de Unitarissen, die in Januari 1798 met fransche hulp aan het bewind kwamen, maar hij was het met dit bewind niet eens en zette, met andere ontevredenen

[pagina 481]
[p. 481]

in de partij (hij was agent van financiën), een samenzwering op touw tegen het invloedrijkste lid van het uitvoerend bewind, Vreede. Deze beweging gelukte en een nieuw (intermediair) vertegenwoordigend lichaam en een nieuw uitvoerend bewind werden gevormd. Gogel had ook in de nieuwe regeering zitting als agent van financiën, wat hij tot 1801 bleef. Zijn groote bekwaamheid op financiëel gebied maakte, dat raadpensionaris Schimmelpenninck hem in 1805 tot minister van financiën benoemde en als zoodanig bleek hij, na Schimmelpenninck zelf, één der beste, zoo niet de beste kracht in de nieuwe regeering. Reeds in Juni van datzelfde jaar 1805 kwam Gogel met een algemeen stelsel van belastingen, dat ook werd ingevoerd. Bijgestaan door een minister en een raad van zes personen, had hij het beheer van alle belastingen en inkomsten. Toen in 1806 bleek, dat Napoleon tot de invoering van het koningschap wilde overgaan, behoorde Gogel tot de deputatie, die naar Parijs werd gezonden om te trachten dit feit nog af te wenden. Deze deputatie had natuurlijk geen succes.

Lodewijk Napoleon bevestigde Gogel in zijn ambt; deze voltooide zijn belastingstelsel en bewerkte o.a., dat de afschaffing der nijverheidsgilden nu ook bij de wet geregeld werd. Nadat Lodewijk Napoleon afstand van den troon had gedaan, werd Gogel naar Parijs ontboden en door Napoleon tot intendant-generaal van financiën benoemd, welke post hij tot 1813 bekleedde. Na den opstand, begaf hij zich opnieuw naar Parijs, om van zijn eed aan de fransche regeering te worden ontslagen. Gogel trok zich nu terug en kocht een blauwselfabriek te Overveen, waar hij zich vestigde. Hij vond veel waardeering: toen in Januari 1814 de fransche belastingen door nederlandsche vervangen werden, bleven die ten deele aan het ontwerp van Gogel ontleend. Koning Willem I verhief hem in Januari 1821 tot staatsraad in buitengewonen dienst. Kort daarna overleed Gongel, 13 Juni 1821. Hij werd te Hillegom begraven. Hij was gehuwd met Catharina van Hasselt, bij wie hij een zoon en twee dochters had.

Gogel was een groot financieel talent, een eerlijk, onkreukbaar karakter; hij beschikte over een sterk geheugen en was zeer vlug in zijn werk; ook wordt hij een trouw vriend genoemd. De dichter W.H. Warnsinck Bz. prijst in een gedicht van 28 Juni 1821 Aan de nagedachtenis van mijn hooggeachten vriend I.J.A. Gogel dezen zeer om zijn ‘rechtschapenheid, zielenadeldom, trouw aan zijn land’, bovenal waardeert hij hem als ‘mensch’, maar daarnaast als ‘steun van het staatsgebouw’.

In zijn vrije uren hield Gogel zich gaarne bezig met de beoefening der wetenschappen en der letteren. Volgens Witsen Geysbeek zou hij in de dichtkunst ongetwijfeld veel grootere vorderingen gemaakt hebben, als hij maar meer tijd daaraan had kunnen geven. Zijn vertaling op rijm van het duitsche zangspel van Stephani onder den titel De Apothecar en de Doctor (Amst. 1796, 8o), werd meermalen opgevoerd. Voorts was Gogel lid en bestuurder van de Hollandsche maatschappij der wetenschappen te Haarlem en lid en directeur der Nederlandsche huishoudelijke maatschappij in diezelfde plaats (die o.a. tentoonstellingen van planten en gewassen organiseerde).

Zie: Konst en Letterbode (1821) I, 420 en 435, II, 19; Blok, Gesch. v.h. Ned. Volk2 III en IV, passim; Gosses en Japikse, Handboek, 368 vgl., Jorissen, De patiotten te Amsterdam in 1794 (Amst. 1875); Sillem, De politieke en staatkundige werkzaamheden van I.J.

[pagina 482]
[p. 482]

A. Gogel (Amst. 1864); H.T. Colenbrander, Gedenkstukken der Alg. Gesch. van Ned. van 1795-1840, I (inl.) bl. 297 en verdere deelen, passim.

Schallenberg - van Huffel


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Izaak Jan Alexander Gogel

  • W.C. Schallenberg-van Huffel