werden hem de sleutels der stad door denzelfden overhandigd. Hoeufft, die ook lid was van de Prov. Staten van Holland (noordel. deel) en regent van het Groote of St. Elisabethsgasthuis te Haarlem (in welke stichting zijn beeltenis voorkomt op een schilderij, voorstellende het college van regenten), woonde te Haarlem op den Kouden Horn. Hij werd in 1815 lid der ridderschap van Holland en bij K.B. van 15 Apr. 1815, no 17, met zijn wettige afstammelingen in den nederl. adelstand verheven.
Hij huwde te Haarlem 9 Oct. 1785 met Eva Jacoba Gerlings, geb. ald. 27 Dec. 1764, en overl. 14 Dec. 1843, dochter van Jan Herman en van Sophia Magdalena Crommelin. Zij vierden 9 Oct. 1835 met grooten luister hun gouden bruiloft en wonnen elf kinderen, waarvan er zes op jeugdigen leeftijd zijn overleden. Van de overigen was jhr. Jan Diederik hoofdinspecteur van het kadaster, trouwde jkvr. Leonora Ida met Elias Tielenius Kruythoff, werd Paul Quirin eerste luitenant der dragonders, in Rusland 1812 vermist, en overleed jhr. Willem Hendrik als bewaarder der hypotheken en van het kadaster te Haarlem.
Zie: Genealogie Hoeufft, 195-199, 212-218; Haarl. Courant 9 Oct. 1835 (gouden bruiloft); Nederl. Adelsboek 1914, 292, 293.
Regt