Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7 (1927)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.89 MB)

XML (5.45 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 7

(1927)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Pieterszen, Willem Cornelis van der Waeyen]

PIETERSZEN (Willem Cornelis van der Waeyen), geb. te Middelburg 14 Jan. 1819, overl. te 's Gravenhage 17 Mei 1874, was in zijne geboortestad leerling der teekenacademie en behaalde daar verscheidene prijzen en twee zilveren medailles. Hij deed in 1840 examen voor landmeter en in 1841 voor opzichter van den waterstaat. Hij werd met ingang van 1 Jan. 1842 in laatstgenoemde betrekking benoemd en geplaatst op het bureau van A. Caland (V, kol. 67) en in 1843 te ter Neuzen op de werken van het kanaal naar Gent en de daaraan evenwijdige afvoerkanalen, onder M. Beijerinck (I, kol. 338). Door dezen werd hij, toen jhr. J. Ortt van Schonauwen (II, kol. 1033) en jhr. J.R.T. Ortt (II, kol. 1031) een opzichter noodig hadden om hen naar Portugal te vergezellen (zie het artikel Ortt van Schonauwen), als in alle opzichten geschikt en bekwaam aanbevolen. Hij vertrok, na verlof uit den waterstaatsdienst bekomen te hebben, in Juli 1845 naar Portugal. De kanalisatie van de Taag, waarvoor de Ortten in 1842 naar Portugal gereisd hadden en waarvoor zij in 1843 ontwerpen hadden gemaakt, zijn niet uitgevoerd, maar in 1844 werd aan Ortt van Schonauwen opgedragen, een droogdok te Lissabon, dat door den paalworm onbruikbaar geworden was, te herstellen en het was daarvoor, dat P. hem vergezelde. Na den terugkeer van Ortt van Schonauwen bleef Pieterszen te Lissabon

[pagina 983]
[p. 983]

en hij heeft niet alleen bedoeld droogdok, maar ook een ander dok naar genoegen der portugeesche regeering hersteld. Ook heeft hij voor de stad Lissabon een brug gebouwd.

In Nov. 1848 was zijn arbeid aldaar afgeloopen en vestigde hij zich eerst te Brussel en in 1850 te Middelburg. In beide steden was hij als architect werkzaam. 18 Jan. 1853 werd hij benoemd tot onderarchitect van 's Gravenhage en naar aanleiding daarvan ontving hij kort daarna op zijn verzoek eervol ontslag als opzichter van den waterstaat. Hij nam geruimen tijd den dienst van gemeentearchitect waar tijdens de ziekte van den titularis Z. Reijers. Toen deze 15 Juni 1857 overleed, werd Pieterszen bij besluit van den gemeenteraad van 's Gravenhage van 25 Juli d.a.v. met algemeene stemmen tot zijn opvolger benoemd.

Hij heeft als zoodanig vele werken ontworpen en uitgevoerd. De belangrijkste daarvan zijn: de aanleg van het plein 1813, in overleg met den tuinarchitect J.D. Zocher, en het monument op dat plein; de aanleg der Scheveningsche Boschjes met de waterpartijen, die grootendeels als werkverschaffing zijn uitgevoerd, in overleg met het raadslid jhr. H.C.A. Ver-Huëll: de verbouwing van den schouwburg op het Voorhout; de brug tusschen het Voorhout en het Haagsche Bosch; de hoogere burgerschool op het Bleienburg; eene uitbreiding van het Badhuis te Scheveningen; eene binnenhaven te Scheveningen; verscheidene ziekenhuizen en vele openbare lagere scholen. Van veel belang was de door hem ingevoerde rioleering. Minder gelukkig was hij met den zoogenaamden Slaapmuts, de gietijzeren kap op den gemetselden toren der groote kerk.

Hij schreef: Beschouwingen over afvoer van rioolvuil en een plan van rioleering te 's Gravenhage, in Opmerker van 23 Maart 1867 en volgende nummers; Riolenplan voor 's Gravenhage, gedagteekend 8 Jan. 1867 ('s Grav. 1869).

Hij huwde 21 Mei 1856 Anna Adriana van der Meulen, dochter van een chirurgijn te 's Gravenhage, overl. 5 Jan. 1881. Hij had bij haar een zoon, die kort na zijn benoeming tot notaris te Amsterdam overleed, en eene dochter.

Zie een opstel in den Stoompost van 24 Mei 1874 en een in den Opmerker van 30 d.a.v.

Ramaer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over W.C. van der Waeyen Pieterszen

  • Johan Christoffel Ramaer